Vereisten voor valuta-initialisatie

Als u naar het standaardvalutasysteem converteert, moet u het delen van tabellen inschakelen voor tabellen met bedragen die worden uitgedrukt in de referentievaluta. Als u bijvoorbeeld migreert van een dependent valutasysteem naar een standaardvalutasysteem, worden bedragen in de referentievaluta geconverteerd naar bedragen in de lokale valuta. Gedeelde tabellen worden geconverteerd naar de lokale valuta van het bedrijf van de fysieke tabel. Daarom moet u het delen van tabellen ongedaan maken en gegevens vóór conversie repliceren als gegevens van bedrijven met verschillende lokale valuta's in gedeelde tabellen zijn opgenomen. Voorbeelden van dergelijke tabellen zijn tctax017 en tffam710.

Voordat u een valuta-initialisatieproces start, moet u het volgende doen:

  1. Zorg ervoor dat alle afgedrukte facturen worden geboekt naar Financiële administratie.
  2. Voer de volgende sessies uit:

    • Geleverde verkooporders verwerken (tdsls4223m000)
    • Geleverde inkooporders verwerken (tdpur4223m000)

Als u deze sessies niet uitvoert, blijven facturen met de status Afgedrukt (in de module Facturering) die nog niet naar Financiële administratie zijn doorgeboekt aanwezig. De originele factuur wordt dan nog in de oude eigen valuta weergegeven, omdat de oude eigen valuta tijdens de CRI-conversie wordt gewijzigd in de nieuwe eigen valuta. Als u de factuur echter opnieuw afdrukt, maakt LN gebruik van de nieuwe eigen valuta.

  • U kunt het initialisatieproces pas starten nadat de mutaties zoveel mogelijk zijn gejournaliseerd, en wel om de volgende redenen:

    • Tijdens de interne valuta-initialisatie worden de valutakoersen tussen de mutatievaluta's en de nieuwe eigen valuta's die in de sessie Valutakoersen (tccri7100m000) zijn gedefinieerd, gekopieerd naar de sessie Valutakoersen (tcmcs0108m000) en wordt de ingangsdatum ingesteld op de initialisatiedatum. Daarna zijn de valutakoersen tussen de mutatievaluta's en de nieuwe eigen valuta's met een ingangsdatum die vóór de initialisatiedatum ligt, niet meer aanwezig. Daarom kunt u na de interne valuta-initialisatie geen acties uitvoeren voor facturen of andere documenten met een documentdatum die vóór initialisatiedatum ligt.
    • Er zijn geen controlegegevens vastgelegd voor niet-gejournaliseerde mutaties omdat deze nog kunnen worden gewijzigd. Als niet alle mutaties worden gejournaliseerd, kunt u het verslag van niet-gejournaliseerde mutaties afdrukken vóór of na het initialisatieproces, afhankelijk van uw controlebehoeften.
    • Financiële batches met rekening-courantmutaties moeten in elk geval zijn gejournaliseerd.
  • Alle batches in Financiële administratie die niet kunnen worden gewijzigd, moeten worden gejournaliseerd. Anders wordt het conversieproces afgebroken. Als u een proefconversie uitvoert, worden eventuele niet-gejournaliseerde batches weergegeven in het foutenlogbestand.
  • De grootboekrekeningen en bijbehorende gegevens die zijn vereist voor de boeking van afrondingsverschillen en voor het gebruik van het dubbele grootboek tijdens het CRI-proces, geeft u op in de sessie Rekeningschema (tfgld0508m000).
  • Uit veiligheidsoverwegingen moet u altijd een backup genereren voordat u de valuta-initialisatie start.
  • U kunt de valuta-initialisatie alleen ongedaan maken door de backup opnieuw te installeren.
  • Als de valuta-initialisatie stopt vanwege een fout, moet u de backup opnieuw installeren om de tabellen te herstellen.
  • Wanneer het valuta-initialisatieproces is voltooid, moet u een nieuwe backup genereren. De hoeveelheid mutatiegegevens is erg groot. Daarom is herstel door middel van het vooruitrollen van de valuta-initialisatie te duur.
    NB

    Tijdens de (proef)conversierun mogen geen andere gebruikers of processen actief zijn in de bedrijven van het conversiecluster. Anders kunnen de mutaties mislukken of de resultaten onbetrouwbaar zijn.