Attributen (tdsmi0150s000)
Deze sessie kunt u gebruiken om attributen in te voeren of te muteren.
Attributen vormen de basis voor de selecties die kunnen worden gemaakt voor gerichte marketinginspanningen. Kenmerken kunnen worden verbonden met:
- Relaties
- Contactpersonen
- Verkoopkansen
- Activiteiten
In de sessies Brieven (tdsmi1150m000) en Flexibel afdrukken (tdsmi2410m100) kunt u een layout voor een standaardbrief maken. U kunt bijvoorbeeld de attributen en tabellen gebruiken om een standaard aanschrijving in te voeren. Gebruik de velden Zoomcode en Sessie/menu om te bepalen welke sessie of welk menu u wilt gebruiken.
- Attribuut
-
Wordt gebruikt om onderscheidende informatie vast te leggen voor (potentiële) relaties, contactpersonen, verkoopkansen of activiteiten en om gegevens te segmenteren wanneer een batchselectie wordt opgegeven voor het genereren van activiteiten, standaardbrieven of flexibele verslagen.
Voorbeeld
Attribuut Omschrijving Soort Gegevens vf Is de persoon een voetbalfan? Optie Opties zijn Ja en Nee; default is Nee fc Favoriete voetbalclub Alfanumeriek Default is <leeg> conv Hoe beoordeelt u dit gesprek? Alfanumeriek Geen defaults ktb Kan ik u volgende week terugbellen? Optie Opties zijn Ja en Nee; default is Nee lunch Eigen lunch meebrengen Optie Opties zijn Ja en Nee; default is Nee kledc Wat is de kledingcode? Optie Opties zijn formeel en informeel (default) conc Belangrijkste concurrent Alfanumeriek Geen defaults geb Gebied Optie Opties zijn Oost en West Attribuutset Omschrijving Attributen CON Default attribuutset voor contactpersonen vf, fc Rel. Default attribuutset voor relaties vf, fc CALL Default attribuutset voor calls conv, ktb AFS Default attribuutset voor afspraken lunch, kledc OPP Default attribuutset voor verkoopkansen conc, geb - Omschrijving
-
De omschrijving van het attribuut.
- Zoekargument
-
/baanerp/tp/glossary/glossary#000001
Default waarde
LN gebruikt de eerste 16 posities van de omschrijving.
- Soort
-
Selecteer de veldsoort voor het attribuut. De veldsoort bepaalt de lengte en de soort (bijvoorbeeld numeriek of alfanumeriek) van de waarden die op het veld kunnen worden ingevoerd.
NBAls een attribuut van de soort Optie is, vult u de opties in de sessie Opties per attribuut (tdsmi0151m000) in.
Toegestane waarden
- Datum
-
Voer een geldige datum (8 cijfers) in.
- Dubbel
-
U kunt een bedrag invoeren en decimalen gebruiken. U kunt maximaal 14 karakters invoeren.
- Optie
-
U kunt allerlei soorten opties vastleggen. Bijvoorbeeld: het attribuut "Automerk" met de opties Opel, Ford, Volkswagen, Peugeot. Het maximum aantal karakters is 30.
- Geheel getal
-
U kunt alleen een geheel getal (geen decimalen) invullen. U kunt maximaal 10 karakters invoeren.
- Alfanumeriek
-
U kunt een omschrijving invoeren die bestaat uit cijfers en letters. U kunt maximaal 40 karakters invoeren.
- Tekst
-
U kunt een bijna onbeperkte hoeveelheid gegevens vastleggen.
- Tijd
-
Voer een geldige tijd (4 cijfers) in.
- Lengte
-
U kunt bepalen hoeveel posities kunnen worden gebruikt bij het invoeren van het attribuut.
NBDe limiet is afhankelijk van de soort van het attribuut:
- Alfanumeriek (1 - 40 posities).
- Dubbel (1 - 14 posities).
- Geheel getal (1 - 10 posities).
LN bepaalt de lengte van de andere soorten attributen.
- Conversie tekens
-
Dit veld geeft aan of het ingevoerde attribuut van de soort Alfanumeriek moet worden omgezet naar hoofdletters of kleine letters.
- Uitlijning
-
Kenmerken van de soort Alfanumeriek kunnen links of rechts worden uitgelijnd, of worden gecentreerd. U hebt alleen toegang tot dit veld als het attribuut van de soort Alfanumeriek is.
NBLN zet dit veld op Rechts als het attribuut van de soort Dubbel of Geheel getal is. Voor alle andere soorten wordt dit veld op Nee gezet.
- Invoer verplicht
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moet u een waarde invoeren voor het attribuut.
- Default (expressie)
-
Als u dit veld invult, biedt LN een default waarde wanneer een attribuut wordt gegenereerd. Hiermee wordt de snelheid en betrouwbaarheid van de gegevensinvoer vergroot.
- Tekst
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een tekst toegevoegd aan het attribuut.
- Veld
-
Selecteer de tabelvelden in de LN-database waarnaar het attribuut moet verwijzen.
Voorbeeld
Als u een artikelcode wilt gebruiken als attribuut, verwijst u naar het tabelveld tcibd001.item.
NBAls het attribuut van de soort Optie of Tekst is, kan geen referentieveld worden ingevuld.
- Modus
-
Geef op of het gedefinieerde attribuut moet voorkomen in de standaard LN-tabel die is ingevoerd op het Veld.
- Melding
-
Het bericht dat LN weergeeft wanneer het attribuut waarnaar wordt verwezen, niet wordt gevonden in een LN-tabel.
Voorbeeld
Als u een artikelcode gebruikt als attribuut, kunt u verwijzen naar het tabelveld tiitm001.item. Als de artikelcode echter is verwijderd uit dit tabelveld, geeft LN een referentiemelding weer.
- Zoomcode
-
Aan alle attributen kunt u een zoomsessie of een menu koppelen. Op die manier kan een gebruiker gegevens raadplegen die handig kunnen zijn voor het muteren van attributen.
- Sessie/menu
-
Selecteer de sessie of het menu waaraan u het attribuut wilt koppelen.
- Returnveld
-
Het tabelveld dat na zoomen wordt overgezet naar de huidige sessie.
- Aandachtscode
-
Selecteer de aandachtscode die u wilt toewijzen aan het attribuut.
- Tekst weergeven bij invoer
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt tekst voor het attribuut weergegeven wanneer het wordt gemuteerd.