Orders per regel voorraadverbruik (tdsls4142m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de orders/afroepschema's op te vragen die zijn gekoppeld aan het verwerkte verbruik.

De leverancier heeft bijvoorbeeld 100 artikelen A geleverd met verkooporder SLS100332 en hiervan is door de klant drie maal een aantal verbruikt, van respectievelijk 20, 25 en 35 artikelen. De ordergegevens worden weergegeven in de business object velden en het verbruik wordt weergegeven in het veld Verbruikte hoeveelheid.

Verkopen-aan relatie

De verkopen-aan relatie. Bij door de leverancier beheerde voorraad (VMI, Vendor Managed Inventory) is dit de klant die het verbruik uitvoert of voor wie het verbruik wordt uitgevoerd. Bij uitbesteding is dit de onderaannemer die de materialen verbruikt die door de producent worden geleverd om de artikelen voor de producent te maken.

Naam

De naam van de verkopen-aan relatie.

Magazijn

Het verzenden-aan magazijn.

  • In een VMI-context is dit het administratieve VMI-magazijn van de leverancier, dat het "echte" magazijn van de klant weerspiegelt.
  • Bij uitbesteding is dit het administratieve magazijn van de producent, dat het magazijn van de onderaannemer weerspiegelt.
Artikel

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
Verbruiksdatum

De datum en tijd van de afgifte van het verbruik in het magazijn van de klant of de onderaannemer. De datum kan in het verleden of in de toekomst liggen.

Type business-object

Het type business object waarvoor het verbruik van de parent-verbruiksregel (of een deel hiervan) plaatsvindt.

Verkoopafroepschema, Verkooporder of Inkooporder kan worden weergegeven.

Business-object

Het business object waarvoor het verbruik van de parent-verbruiksregel (of een deel hiervan) plaatsvindt, bijvoorbeeld SLS000001.

Referentie business object

De referentie van het business object waarvoor het verbruik van de parent-verbruiksregel (of een deel hiervan) plaatsvindt, bijvoorbeeld 10/0.

Verbruikte hoeveelheid

De verbruikshoeveelheid in de voorraadeenheid. Dit is (een deel van) de verbruikte hoeveelheid van de gerelateerde verbruiksregel die werkelijk is geboekt op het desbetreffende business object. Een verbruiksregel kan aan meer dan één orderregel/afroepschemaregel worden gekoppeld.

Voorraadeenheid

De eenheid waarin de verbruikte hoeveelheid wordt uitgedrukt.