Regels voorraadverbruik (tdsls4141m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de afzonderlijke verbruiksrecords op te vragen, in te voeren en te muteren voor een combinatie van artikel, verkopen-aan relatie, verzenden-aan relatie en magazijn. Dit zijn de verbruiksafgiften van een bepaald artikel vanuit het magazijn van de klant of de subcontractor.

Verbruiksregels kunnen worden aangemaakt als gevolg van:

  • Het ontvangen van een Business Object Document (BOD) LoadInventoryConsumption.
  • Het handmatig invoeren van een regel voor voorraadverbruik.
NB
  • Verbruiksregels worden gekoppeld aan een verbruikskop in de sessie Voorraadverbruik (tdsls4140m000). Als er een verbruiksregel wordt toegevoegd waarvoor nog geen verbruikskoprecord beschikbaar is, wordt dit verbruik automatisch aangemaakt in de sessie Voorraadverbruik (tdsls4140m000).
  • U kunt geregistreerde verbruikskoppen verwijderen als er geen gerelateerde verbruiksregels zijn.
Verkopen-aan relatie

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

  • Default prijs- en kortingsovereenkomsten
  • Defaults van verkooporders
  • Leveringscondities
  • De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie
  • Bij door de leverancier beheerde voorraad (VMI, Vendor Managed Inventory) is dit de klant die de voorraad verbruikt of voor wie de voorraad wordt verbruikt.
  • Bij uitbesteding is dit de onderaannemer die de materialen verbruikt die door de producent worden geleverd om de artikelen voor de producent te maken.
Magazijn

Het verzenden-aan magazijn.

  • In een VMI-context is dit het administratieve VMI-magazijn van de leverancier, dat het "echte" magazijn van de klant weerspiegelt.
  • Bij uitbesteding is dit het administratieve magazijn van de producent, dat het magazijn van de onderaannemer weerspiegelt.
Artikel

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
Verbruiksdatum

De datum en tijd van de afgifte voor verbruik in het magazijn van de klant of de onderaannemer. De datum kan in het verleden of in de toekomst liggen.

Verbruikte hoeveelheid

De hoeveelheid die werkelijk is verbruikt door de klant, uitgedrukt in de verbruikseenheid.

Eenheid verbruikte hoeveelheid

De eenheid waarin de verbruikte hoeveelheid wordt uitgedrukt.

Prijs

De prijs die de klant verwacht te betalen. Dit informatieveld kan met name nuttig zijn in het geval van selfbilling. Misverstanden over de prijs kunnen hiermee in een vroeg stadium worden herkend.

Valuta

Een algemeen geaccepteerd ruilmiddel, zoals munten, bankbiljetten en andere financiële middelen.

De volgende soorten valuta zijn beschikbaar in LN:

  • Eigen valuta, die intern door bedrijven wordt gebruikt voor het berekenen van kosten, vastleggen van begrotingen en het registreren van belastingbedragen
  • Mutatievaluta, die wordt gebruikt bij mutaties met relaties, zoals orders en facturen.
Prijseenheid

De eenheid waarop de verkoop- of inkoopprijs van toepassing is.

Klantordernummer

In een VMI-context is dit de inkooporder-ID van de klant die wordt gebruikt om de verkooporder/het verkoopafroepschema van de leverancier te zoeken waarmee het VMI-magazijn is aangevuld. De soort betaling in het veld Betaling van de verkooporder/het verkoopafroepschema wordt gebruikt om te bepalen of het verbruik moet worden gefactureerd.

Dit veld is leeg als de leverancier leveringsplanning gebruikt en verkooporders/verkoopafroepschema's maakt om de voorraad van de klant aan te vullen voordat de klant een inkooporder stuurt. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de simulatie Leveringsplanning per leverancier. Voor meer informatie, zie Overzicht van VMI-bedrijfsscenario's.

Positie klantorder

In een VMI-context is dit de inkooporderregel-ID van de klant die wordt gebruikt om de verkooporderregel/verkoopafroepschemaregel van de leverancier te zoeken waarmee het VMI-magazijn wordt aangevuld. De verkooporder/het verkoopafroepschema wordt gebruikt om te bepalen of het verbruik moet worden gefactureerd.

Volgnummer klantorder

In een VMI-context is dit het volgnummer van de inkooporder van de klant dat wordt gebruikt om de verkooporderregel/verkoopafroepschemaregel van de leverancier te zoeken waarmee het VMI-magazijn wordt aangevuld. De verkooporder/het verkoopafroepschema wordt gebruikt om te bepalen of het verbruik moet worden gefactureerd.

Referentie klantcontract

De ID van het artikelmodel, -onderdeel, of -jaar voor de verkopen-aan relatie. Deze referentie wordt gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

Deze referentie wordt gebruikt om het bijbehorende verkoopafroepschema te vinden.

NB

Dit veld is alleen van toepassing als het selectievakje Referentie klantcontract voor afroepschema's gebruiken in de sessie Parameters verkoopafroepschema's (tdsls0100s500) is ingeschakeld.

Referentie

De referentie die u hebt ontvangen van uw relatie.

Deze referentie wordt gebruikt om het bijbehorende verkoopafroepschema te vinden.

Zendingreferentie

Een referentie die is doorgegeven door de klant en die de zending identificeert, zoals een transportnummer of een zendingsnummer van de klant. Als u ophaalbonnen gebruikt, wordt dit nummer gebruikt om de ophaalbon te identificeren waaraan de verkoopafroepschemaregel is gekoppeld.

Deze referentie wordt gebruikt om het bijbehorende verkoopafroepschema te vinden.

Referentie uitbesteding

De referentie die de producent aan de onderaannemer heeft gestuurd via de inkooporder voor de uitbesteding. Deze referentie wordt door de onderaannemer gebruikt bij het rapporteren van het verbruik aan de producent.

Gereserveerd voor referentie

De referentie van de verbruikte voorraad afkomstig van de klant. De referentie is een van de attributen die u kunt definiëren voor een specificatie. LN kan specificaties aan orderregels/afroepschemaregels en voorraad koppelen als in de toepasselijke voorwaarden en condities is bepaald dat de functionaliteit voor reservering en hard-pegging wordt gebruikt.

Als in het magazijn van de klant voorraad wordt ontvangen op basis van een order/afroepschema met een referentie, wordt de referentie doorgegeven aan de voorraad. De voorraad is dan beschikbaar voor verbruiksafgiften voor vraagorders/afroepschema's met overeenkomende referenties.

Referentie verbruik

Informatieve referentie naar de verbruiks-ID van de klant.

Retour

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de verbruikte hoeveelheid op de verbruiksregel geretourneerd en wordt deze dus niet gefactureerd.

NB

Indien van toepassing worden creditnota's afgehandeld met handmatig aangemaakte retourorders.

Facturering verplicht

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moet de verbruikte hoeveelheid worden gefactureerd. Daarom wordt de voorraad die eigendom van het bedrijf is, verminderd en vindt er geen facturering plaats.

LN schakelt dit selectievakje uit als er een referentie voor uitbesteding aanwezig is op het veld Referentie uitbesteding voor de huidige verbruiksregel. De onderaannemer wordt namelijk normaal gesproken niet gefactureerd voor materialen die door de producent worden geleverd en die door de onderaannemer worden verbruikt om de artikelen voor de producent te maken.

Als er geen referentie voor uitbesteding aanwezig is op de verbruiksregel en er geen verkooporder/verkoopafroepschema wordt gevonden met het veld Klantordernummer, controleert LN het veld Betaling van de sessie Voorwaarden en condities orders (tctrm1130m000) op de relevante voorwaarden en condities. Als de soort betaling is ingesteld op Betalen bij gebruik of als er geen soort betaling is gedefinieerd, is facturering vereist.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, is facturering niet vereist. Daarom wordt alleen de voorraad die eigendom is van de klant verminderd en vindt er geen facturering plaats.

NB

De verbruiksregel wordt niet gefactureerd als:

  • Het selectievakje Retour is ingeschakeld.
  • Het selectievakje Emballageartikel in de sessie Voorraadverbruik (tdsls4140m000) is ingeschakeld voor het artikel.
Verwerkt

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de verbruiksregel verwerkt. Dit betekent dat de gerelateerde verkooporders/verkoopafroepschema's, magazijnorders, productieorder en inkooporders zijn bijgewerkt om de voorraad in het administratieve magazijn te verminderen en zo nodig factuurregels aan te maken.

Pakbon

Een orderdocument dat tot in detail de inhoud weergeeft van een bepaald pakket voor zending. Het gaat hierbij om een omschrijving van de artikelen, het artikelnummer van de vervoerder of de klant, de verzonden hoeveelheid en de voorraadeenheid van de verzonden artikelen.

In een VMI-context is dit de pakbon die is gebruikt voor de zending aan het VMI-magazijn.

Dit veld wordt gebruikt om te zoeken naar de bijbehorende zending voor het verkoopafroepschema en voor de boeking naar Facturering.

Pakbon (extern)

In een VMI-context is dit de pakbon die is gebruikt voor de zending van het VMI-magazijn aan de producent.

NB

Dit veld moet worden opgegeven als het selectievakje Externe pakbon is vereist is ingeschakeld voor de voorwaarden en condities die in de sessie Voorwaarden en -condities afroepschema's (tctrm1131m000) van toepassing zijn.

Verzenden-aan relatie

De verzenden-aan relatie

  • Bij door de leverancier beheerde voorraad (VMI, Vendor Managed Inventory) is dit het distributiecentrum of het magazijn van de klant die de voorraad verbruikt of voor wie de voorraad wordt verbruikt.
  • Bij uitbesteding is dit het distributiecentrum of magazijn van de onderaannemer die de materialen verbruikt die door de producent worden geleverd om de artikelen voor de producent te maken.
Partij

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

Serienummer

De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

Toegekend aan verkopen-aan relatie

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de verkopen-aan relatie die in de sessie Voorraadverbruik (tdsls4140m000) wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

Gereserveerd voor business-object

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de ordersoort die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Toegestane waarden

Service (handmatig)

Reparatieverkooporder

reparatieverkooporder

Reparatieverkoop (handmatig)

Reparatiewerkorder

reparatieorder

Reparatiewerkorder (handmatig)
Verkooporder

verkooporder

Verkoopafroepschema

verkoopafroepschema

Niet van toepassing

Verkoop (handmatig)

Serviceorder

serviceorder

Business-object

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de order of orderregel die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Business-object referentie

De order of orderregel waarvoor de artikelen zijn gereserveerd.

LN kan dit kenmerk gebruiken om een passende voorraad te vinden voor deze vraag.

NB

De combinatie van de volgende velden geeft de order of orderregel aan waaraan de bestelde artikelen zijn toegewezen:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gereserveerd voor referentie

De voorraad waarmee aan deze vraag wordt voldaan, is gereserveerd of hard-pegged voor de referentiecode die in dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

LN kan dit veld op twee manieren gebruiken:

  • Als het veld Verkopen-aan relatie is ingevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een referentiecode vast te leggen die is gedefinieerd door een klant.
  • Als het veld Verkopen-aan relatie leeg is, gebruikt LN het veld Referentie om een interne referentie vast te leggen.

U kunt een referentiecode gebruiken om een verzameling artikelen aan elkaar te koppelen, zelfs als deze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld als sommige van de artikelen naar een subcontractor worden getransporteerd en later weer worden geretourneerd.