Koppelingen geplande leveringsregels verkoopafroepschema (tdsls3521m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de koppeling tussen een geplande magazijnorder en een (revisie van een) verkoopafroepschemaregel te bekijken.

In deze sessie wordt een record ingevoegd of bijgewerkt wanneer een geplande magazijnorder wordt ingevoegd of bijgewerkt in de sessie Geplande leveringsregels verkoopafroepschema (tdsls3520m000).

NB

Deze sessie wordt uitgevoerd als de sessie Geplande mag.orders verkoopafroepschema (tdsls3521m000) als:

  • De sessie is gestart door te klikken op Kopp. gepl. lev.regels verk.afroepschema in het betreffende menu van de sessie Verkoopafroepschemaregels (tdsls3107m000).
  • U de regels opvraagt op het tabblad Geplande magazijnorders van de sessie Verkoopafroepschema (tdsls3611m000).
Order geplande levering

Het nummer van de geplande magazijnorder. Dit is gelijk aan het nummer van het verkoopafroepschema.

Geplande orderregel

Het positienummer van de geplande magazijnorderregel. Default wordt dit ingesteld op één.

Dit nummer wordt verhoogd met één wanneer de maximale waarde van 9999 wordt bereikt voor Volgnummer geplande orderregel.

Volgnummer geplande orderregel

Het nummer dat wordt gebruikt om het positienummer van de geplande orderregel gedetailleerd te identificeren.

  • De waarde wordt in eerste instantie ingesteld op 0 en de maximale waarde is 9999.
  • Dit nummer wordt verhoogd met één wanneer een nieuwe geplande magazijnorder wordt aangemaakt voor hetzelfde verkoopafroepschema.
  • Het nummer wordt teruggezet op 0 wanneer het maximum van 9999 is bereikt en Geplande orderregel is verhoogd met één.
Afroepschema

Een tijdsplan voor de geplande toelevering van materialen. Verkoopafroepschema's bieden ondersteuning voor verkopen op de lange termijn met frequente leveringen. Alle behoeften met hetzelfde artikel, dezelfde verkopen-aan en verzenden-aan relatie en dezelfde leveringsparameter worden opgeslagen in één verkoopafroepschema.

Afroepschemasoort

De verkoopafroepschemasoort die het doel van het verkoopafroepschema aangeeft.

Toegestane waarden

Materiaalvrijgave
Verzendschema
Verzendvolgordeschema
Ophaalbon

Revisie afroepschema

Een nummer waarmee de revisie van het verkoopafroepschema wordt geïdentificeerd. Het revisienummer van een verkoopafroepschema geeft de updates aan die door uw relatie zijn verstuurd.

Positie afroepschema

Het nummer dat elke behoefte identificeert voor een artikel dat op een bepaalde datum en tijd aan een relatie moet worden geleverd.

Startdatum behoefte

De oorspronkelijke en niet-geconsolideerde startdatum en -tijd van de verkoopafroepschemaregel.

NB

Voor schema's Gebaseerd op verzendmoment zonder referenties wordt dit veld gebruikt als referentie om de behoeften te vinden. De default waarden voor dit veld worden uit het veld Startdatum in de sessie Verkoopafroepschemaregels (tdsls3107m000) opgehaald.

Geplande ontvangstdatum requirement

De oorspronkelijke en niet-geconsolideerde geplande ontvangstdatum en -tijd van de verkoopafroepschemaregel.

Voor schema's Op ontvangstniveau zonder referenties wordt dit veld gebruikt als referentie om dezelfde behoeften te vinden. De default waarden voor dit veld worden uit het veld Geplande ontvangstdatum in de sessie Verkoopafroepschemaregels (tdsls3107m000) opgehaald.

Orderhoeveelheid

De orderhoeveelheid van de verkoopafroepschemaregel.

NB

Als meerdere afroepschemaregels zijn gekoppeld aan één geplande magazijnorder, is de hoeveelheid op dit veld een gedeelte van de Orderhoeveelheid van de geplande magazijnorder in de sessie Geplande leveringsregels verkoopafroepschema (tdsls3520m000).

Ordereenheid

De eenheid waarin een artikel wordt verkocht.

Geleverde hoeveelheid

De hoeveelheid die al is geleverd voor de verkoopafroepschemaregel.

Voorraadeenheid

De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.

De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.

Status

De status van de geplande magazijnorder.

Toegestane waarden

Gepland

De geplande magazijnorder is aangemaakt en kan nog worden bijgewerkt of verwijderd. Er zijn al geplande voorraadmutaties gegenereerd.

Vrijgegeven voor Magazijnbeheer (WH)

De geplande magazijnorder is vrijgegeven voor een echte magazijnorder, die is aangemaakt in Magazijnbeheer.

Gedeeltelijk geleverd

De eerste zendingsregel voor de geplande magazijnorder is bevestigd in Magazijnbeheer. Andere regels moeten nog worden bevestigd.

Gejournaliseerd

De laatste zending voor de geplande magazijnorder is bevestigd in Magazijnbeheer of het verzendingsproces is voltooid zonder een daadwerkelijke levering, bijvoorbeeld wanneer de magazijnorder is geannuleerd.

Vrijgegeven voor Facturering (CI)

Alle werkelijke leveringsregels/factuurregels voor de geplande magazijnorder zijn vrijgegeven voor Facturering.

Gefactureerd

Alle werkelijke leveringsregels/factuurregels voor de geplande magazijnorder zijn geboekt in Facturering.

Verwerkt

De geplande magazijnorder met de status Gefactureerd is verwerkt in de sessie Geleverde verkoopafroepschema's verwerken (tdsls3223m000).

Geannuleerd

De geplande magazijnorder of de bijbehorende magazijnorder is verwijderd of geannuleerd. Dit is afhankelijk van de regels voor verwijdering en annulering van de magazijnordersoort.

Startdatum behoefte

De startdatum en -tijd van de geplande magazijnorder. De startdatum is de eerste datum van de periode waarop de geplande magazijnorder van toepassing is. Dit is ook de datum waarop de benodigde artikelen klaar moeten zijn voor verzending.

NB

Voor schema's Gebaseerd op verzendmoment wordt dit veld gebruikt om de geplande magazijnorders op datum te consolideren. De Startdatum behoefte van de geplande magazijnorder, die wordt opgehaald uit het veld Startdatum van de afroepschemaregel, kan worden gewijzigd om het aantal levermomenten voor het verkoopafroepschema te verminderen.

Geplande ontvangstdatum

De datum waarop de goederen naar verwachting aankomen in het bestemmingsmagazijn.

NB

Voor schema's Op ontvangstniveau wordt dit veld gebruikt om de geplande magazijnorders op datum te consolideren. De Geplande ontvangstdatum van de geplande magazijnorder, die wordt opgehaald uit het veld Geplande ontvangstdatum van de afroepschemaregel, kan worden gewijzigd om het aantal levermomenten voor het verkoopafroepschema te verminderen.

Einddatum behoefte

De einddatum en -tijd van de geplande magazijnorder. De einddatum is de laatste datum van de periode waarop de geplande magazijnorder van toepassing is. Deze datum wordt gebruikt voor ATP.

Orderhoeveelheid

De orderhoeveelheid van één of meer (gegroepeerde) verkoopafroepschemaregels.

Deze hoeveelheid kan meer zijn dan de Originele orderhoeveelheid, als bijvoorbeeld het volgende van toepassing is:

  • De bestelde hoeveelheid wordt verhoogd om te voldoen aan de hoeveelheid die in de verpakkingsdefinitie is gespecificeerd, waarin een zending van uitsluitend volledige verpakkingen wordt voorgeschreven.
  • De order bevat een Hoeveelheid transporteren
Originele orderhoeveelheid

De oorspronkelijke orderhoeveelheid van één of meer (gegroepeerde) verkoopafroepschemaregels.

Geleverde hoeveelheid

De hoeveelheid die al is geleverd voor de verkoopafroepschemaregel.

Hoeveelheid transporteren

De hoeveelheid die niet kon worden verzonden voor een eerdere geplande magazijnorder en die is overgeboekt naar de huidige geplande magazijnorder.

Dit veld wordt alleen voor informatieve doeleinden gebruikt en de waarde wordt uitgedrukt in de ordereenheid.

NB
  • Dit veld kan alleen worden ingevuld als het veld Verzenden & transporteren in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000) op Transporteren of nalevering aanmaken of Transporteren of annuleren staat.
  • Deze hoeveelheid wordt opgeteld bij de waarde in het veld Orderhoeveelheid.
Geannuleerde hoeveelheid

De hoeveelheid die voor de geplande magazijnorder is geannuleerd.

De geannuleerde hoeveelheid kan worden ingevuld als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Het veld Verzendconstraint staat op Regel verzenden & annuleren in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000).
  • Het veld Verzenden & transporteren op Transporteren of annuleren staat in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000) en er is geen volgende geplande magazijnorder gevonden waarnaar de resterende hoeveelheid voor de huidige geplande magazijnorder kan worden overgeboekt.
  • De Geleverde hoeveelheid is minder dan de Orderhoeveelheid, maar gelijk aan of meer dan de Originele orderhoeveelheid. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u alleen materiaal voor volledige verpakking mag verzenden voor verkoopafroepschemaregels In dit geval is de bestelde hoeveelheid op een geplande magazijnorder vaak niet de som van de gekoppelde verkoopafroepschemaregel(s), maar is deze aangepast om te voldoen aan de hoeveelheid die in de emballagedefinitie is opgegeven.
  • Het verkoopafroepschema is beëindigd en de geplande magazijnorder bevat een nog niet verzonden hoeveelheid.

Geannuleerde hoeveelheid

De eenheid waarin de geannuleerde hoeveelheid wordt uitgedrukt. Dit kan de sales unit of de inventory unit zijn.

Verzenden-aan relatie

De verzenden-aan relatie

Verzenden-aan adres

Het adres van de verzenden-aan relatie.

Leveringspunt

Het leveringspunt van de relatie waarop u de artikelen moet afleveren.

Vervoerder/LDV

Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het vervoeren van goederen naar de verzenden-aan relatie.

Tussenliggende ontvanger

Een distributiecentrum waar goederen die door de leverancier zijn verzonden, worden geconsolideerd en vaak opnieuw worden verpakt voordat ze worden verzonden naar de eindbestemming bij de klant. Bij een tussenontvanger is sprake van eigendom van de klant of van een vervoerder die optreedt namens de klant.

Adres tussenliggende ontvanger

Het adres van de tussenontvanger.

Magazijn

Het magazijn van waaruit de goederen worden verzonden.

Partij

De partijcode die van toepassing is voor de aangegeven behoefte.

Parent-magazijnorderregel

Het nummer van de geplande orderregel van de oorspronkelijke geplande magazijnorder.

Volgnummer parent-magazijnorderregel

Het volgnummer van de geplande orderregel van de oorspronkelijke geplande magazijnorder.

Zendingreferentie

Een referentie die is doorgegeven door de klant en die de zending identificeert, zoals een transportnummer of een zendingsnummer van de klant. Als u ophaalbonnen gebruikt, wordt dit nummer gebruikt om de ophaalbon te identificeren waaraan de verkoopafroepschemaregel is gekoppeld.

Dit veld wordt gebruikt om verkoopafroepschemaregels van verschillende verkoopafroepschema's te combineren in één zending.

NB

Dit veld is ingevuld als:

  • Het selectievakje Gekoppeld aan ophaalbonnen in de sessie Verkoopafroepschema's (tdsls3111m000) ingeschakeld is.
  • Het selectievakje Zendingreferentie gebruiken in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000) ingeschakeld is.

Afroepschemanummer klant

Het afroepschemanummer van de relatie. Dit veld wordt alleen als referentie gebruikt.

Referentie

De referentie die u hebt ontvangen van uw relatie.

NB
  • De referentie wordt alleen opgegeven als het verkoopafroepschema een schema met referentie is.
  • Als de verkoopafroepschemaregel is gekoppeld aan een ophaalbon, is deze referentie optioneel.

Artikel

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
Klantartikel

De artikelcode van de klant in het coderingssysteem. LN converteert deze artikelcode naar de artikelcode die in uw bedrijf wordt gebruikt.

In de sessie Artikelcoderingssysteem - artikelen (tcibd0104m000) kunt u externe en interne artikelcodes opgeven.

Revisie klantartikel

De revisie van de artikelcode van de klant.

In de sessie Artikel relatie - revisies (tcibd0114m000) kunt u revisies voor artikelcodes van klanten opgeven.

Nalevering (J/N)

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is deze geplande magazijnorder een nalevering.

NB

U kunt alleen naleveringen aanmaken als:

  • Het veld Verzendconstraint in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000) is ingesteld op Geen.
  • Een definitieve zending is ontvangen van Magazijnbeheer en de geleverde hoeveelheid kleiner is dan de orderhoeveelheid.

Tekst

Als dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst aanwezig.

Additioneel veld

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Verkopen-aan relatie

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

  • Default prijs- en kortingsovereenkomsten
  • Defaults van verkooporders
  • Leveringscondities
  • De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie
Verzenden-aan magazijn

Het magazijn waar de goederen naartoe worden gezonden.

Doklocatie

Het lijnstation van de relatie waar u de artikelen moet afleveren die nodig zijn voor de verkoopafroepschemaregel.

Betaling

Dit veld wordt gebruikt om de betaling tussen het verkoopbureau en de klant te definiëren.

Toegestane waarden

Betalen bij ontvangst
Betalen bij gebruik
Geen betaling
Niet van toepassing

Goederenstroom

De soort order waarvoor de verkoopafroepschemaregel wordt vrijgegeven.

NB

Als dit veld op Levering magazijnoverboeking staat en de geplande magazijnorder voor Magazijnbeheer wordt vrijgegeven, wordt een overboekingsorder aangemaakt van het Magazijn naar het Verzenden-aan magazijn.

Toegestane waarden

Magazijnlevering

Hiermee wordt aangegeven dat de goederen worden geleverd vanuit het magazijn.

Levering verkooporder

Hiermee wordt aangegeven dat de goederen worden geleverd op basis van de verkooporder.

Levering magazijnoverboeking

Hiermee wordt aangegeven dat de goederen worden geleverd op basis van de magazijnoverboeking.

Rechtstr. lev.

Hiermee wordt aangegeven dat de goederen worden geleverd op basis van het proces van rechtstreekse levering.

Constructierevisie

De revisie code van een revisiegestuurd artikel.

Belastingclassificatie

Een attribuut van orderkoppen en orderregels dat u kunt gebruiken om belastinguitzonderingen te definiëren voor de mutatie. LN haalt de default belastingclassificatie op uit de gegevens voor de factureren-door en factureren-aan relatie.

U kunt de belastingclassificatie bijvoorbeeld gebruiken voor het volgende:

  • Om aan te geven dat op betalingen aan een factureren-door relatie belasting en sociale verzekeringsbijdragen moeten worden ingehouden
  • Om relaties te groeperen die voor uw bedrijf dezelfde belastingaspecten hebben, zoals subcontractors en vertegenwoordigers
  • Om aan te geven dat de belasting moet worden betaald in een ander land dan het thuisland van het verkoopbureau of het servicebureau

Vrijgesteld

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is belastingvrijstelling van toepassing.

Belastingland

Het land dat wordt gebruikt voor belastingdoeleinden.

Belasting

De belastingcode die van toepassing is op de geplande magazijnorder.

NB

Deze belastingcode kan alleen van de soort BTW zijn.

Belastingland relatie

Het land waarin de relatie het belastingnummer heeft.

Certificaat voor belastingvrijstelling

Het vrijstellingscertificaat dat door de belastingdienst aan de verkopen-aan relatie is toegewezen.

NB
  • Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Uitgebreid op Parameters belasting (tctax0100m000) staat.
  • De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000).

Redencode belastingvrijstelling

De redencode die aangeeft waarom een relatie voor een bepaalde mutatie of bepaald rechtsgebied kan worden vrijgesteld van belasting.

NB
  • LN drukt de redenen voor de vrijstelling af op verkoopfacturen.
  • Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Uitgebreid op Parameters belasting (tctax0100m000) staat.
  • De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000).
  • De redencode moet van het type Belastingvrijstelling zijn en moet geldig zijn op de Geplande ontvangstdatum.

Verkoopsoort

Een eigenschap van een verkooporder waarmee u het type verkoop kunt vaststellen en het soort vordering. Deze eigenschap wordt gebruikt om de verkopen op de correcte rekening in de Debiteurenadministratie te boeken als de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een verkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type verkoop dat is gekoppeld aan de verkooporderregel, het projectcontract, enzovoort.

NB

Voor elke verkoopsoort wordt een verzamelrekening gedefinieerd. Wanneer verkoopfacturen worden geboekt, haalt LN de verkoopsoort op om te bepalen welke verzamelrekening moet worden gebruikt voor de boeking.

Additionele statistische informatieset

Statistische import-/exportgegevens die niet als standaardinformatie aanwezig zijn in LN, maar die vereist zijn op de sales-listing of Intrastat-aangifte door enkele lidstaten van de EU.

U kunt maximaal 15 gegevensvelden toevoegen aan de statistische Intrastat-gegevens door ze te definiëren als een extra Intrastat-informatieset. U kunt de extra Intrastat-informatiesets toewijzen aan magazijnorderregels.

Specificatie

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een specificatie gekoppeld aan de geplande magazijnorder.

Toegekend aan verkopen-aan relatie

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de verkopen-aan relatie die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

Toegekend aan verzenden-aan relatie

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de verzenden-aan relatie die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

Gereserveerd voor type business-object

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de ordersoort die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Toegestane waarden

Service (handmatig)

Reparatieverkooporder

reparatieverkooporder

Reparatieverkoop (handmatig)

Reparatiewerkorder

reparatieorder

Reparatiewerkorder (handmatig)
Verkooporder

verkooporder

Verkoopafroepschema

verkoopafroepschema

Niet van toepassing

Verkoop (handmatig)

Serviceorder

serviceorder

Business-object

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de order of orderregel die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gereserveerd voor referentie business-object

De order of orderregel waarvoor de artikelen zijn gereserveerd.

LN kan dit kenmerk gebruiken om een passende voorraad te vinden voor deze vraag.

NB

De combinatie van de volgende velden geeft de order of orderregel aan waaraan de bestelde artikelen zijn toegewezen:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gereserveerd voor referentie

De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of hard-pegged zijn voor de referentiecode die op dit veld wordt weergegeven.

LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden.

LN kan dit veld op twee manieren gebruiken:

  • Als het veld Verkopen-aan relatie is ingevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een referentiecode vast te leggen die is gedefinieerd door een klant.
  • Als het veld Verkopen-aan relatie leeg is, gebruikt LN het veld Referentie om een interne referentie vast te leggen.

U kunt een referentiecode gebruiken om een verzameling artikelen aan elkaar te koppelen, zelfs als deze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld als sommige van de artikelen naar een subcontractor worden getransporteerd en later weer worden geretourneerd.

Niet-gereserveerde hoeveelheid gebruiken

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan niet-gereserveerde voorraad worden gereserveerd en voor de levering van de vraagorder worden gebruikt. Eerst wordt hierbij gereserveerde voorraad gebruikt en vervolgens niet-gereserveerde voorraad.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan alleen gereserveerde voorraad worden gebruikt.

Overschot

Hiermee wordt aangegeven of voor de afroepschemaregel overschot wordt gebruikt dat beschikbaar is op een bestaande gekoppelde geplande leveringsregel.

Transport

Hiermee wordt aangegeven of de levering voor de afroepschemaregel (gedeeltelijk) naar een latere geplande leveringsregel is getransporteerd.