Verkoopofferteregels (tdsls1501m000)

Het documentnummer dat de verkoopofferte identificeert.

Het totale bedrag voor alle offerteregels.

De valuta waarin de offertebedragen worden uitgedrukt.

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

• Default prijs- en kortingsovereenkomsten
• Defaults van verkooporders
• Leveringscondities
• De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie

De kredietlimiet van de verkopen-aan relatie.

De valuta waarin de kredietlimiet wordt uitgedrukt.

U kunt meerdere alternatieven voor één offerteregel genereren. De belangrijkste positie krijgt volgnummer nul. Volgnummers 1, 2, 3, enzovoort zijn de alternatieven 1, 2, 3, enzovoort.

De code van het artikel dat is verkocht.

De omschrijving van het artikel.

Een referentienummer, bijvoorbeeld op een verkooporderregel of een projectleverregel, dat wordt gebruikt om verschillen voor een unit-effective artikel te modelleren.

De status van de offerteregel.

Toegestane waarden

Aangemaakt

De status die aan de offerteregel wordt toegewezen wanneer de regel wordt opgegeven.

Bevestigd

De status die aan de offerteregel wordt toegewezen wanneer de klant de offerteregel accepteert.

Als het selectievakje Goedkeuring vereist in de sessie Parameters verkoopoffertes (tdsls0100s100) is ingeschakeld, moet de Offertestatus Goedgekeurd zijn voordat u offerteregels kunt bevestigen.

Verwerkt

De status die aan de offerteregel wordt toegewezen wanneer deze in de sessie Verkoopoffertes verwerken (tdsls1200m000) wordt overgeboekt naar een verkooporder.

Geannuleerd

De status die aan de offerteregel wordt toegewezen wanneer deze kan worden verwijderd.

Gemist

De status die aan de offerteregel wordt toegewezen wanneer de klant een offerte van een andere relatie accepteert. De status wordt daarna gewijzigd van Aangemaakt in Gemist.

• Gebruik de sessie Resultaten verkoopoffertes (tdsls1101s100) om de status van de offerteregel op te geven.
• Gebruik de sessie Verkoopoffertes collectief muteren (tdsls1205s000) om de status van een reeks offerteregels te wijzigen.

De afbeelding van het artikel. De default wordt opgehaald uit het veld Afbeelding in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).

Het aantal artikelen dat wordt geleverd aan de verzenden-aan relatie. Deze hoeveelheid wordt uitgedrukt in de verkoopeenheid van het artikel.

De eenheid waarin een artikel wordt verkocht.

De prijs per eenheid van het artikel of de prijs per eenheid van het begrotingsonderdeel per verkoopeenheid, uitgedrukt in de valuta die is ingevoerd op het veld Ordervaluta.

De eenheid waarop de verkoopprijs is gebaseerd. Deze eenheid kan afwijken van de voorraadeenheid van het artikel.

De prijs van de goederen die zijn opgeslagen in een magazijn. De basisprijs is onafhankelijk van de prijsfactor, kortingen, de orderhoeveelheid en de waarde en wordt uitgedrukt in de eigen valuta en de voorraadeenheid.

De valuta waarin de saldi van entiteiten worden uitgedrukt die worden gedeeld door alle bedrijven in een financiële bedrijfsgroep. In LN wordt de referentievaluta bijvoorbeeld gebruikt voor relatiesaldi.

De eenheid waarop de verkoopprijs is gebaseerd.

Wanneer u een artikel opgeeft, haalt LN de default verkoopeenheid voor dit specifieke artikel op. Deze eenheid kan gelijk zijn aan de voorraadeenheid.

Een classificatie van de prijs op basis van de fase van het onderhandelingsproces voor prijzen. Met behulp van prijsstadia kunnen bedrijven onderhandelen over de prijs terwijl het orderproces zonder beperkingen wordt voortgezet. De beperkingen op de orderverwerking die van toepassing zijn op het prijsstadium, worden opgegeven in de gekoppelde blokkeringsdefinitie.

Voorbeeld

Default waarde

Uit de sessie Prijsboekregels (tdpcg0131m000), als de artikelprijs wordt opgehaald uit een prijsboek.

De herkomst van de prijs.

Toegestane waarden

Inkoopgegevens artikelen

Verkoopgegevens artikelen

Servicegegevens artikelen

Prijsboek leverancier

Default prijsboek

Prijsstructuur

Niet van toepassing

Extern

Verbruik

Generieke prijslijst

Handmatig

Kostendrager project

Contract

Variant

Met de matrixdefinitie definieert u de groep elementen (matrixattributen) die in een matrix in Prijsbeheer worden gebruikt om een prijs, korting, promotie of transporttarief te bepalen.

Stel dat u een meubelhandelaar bent. U besluit de verkoopprijzen te muteren op basis van twee elementen:

• Het specifieke artikel dat u verkoopt.
• De manier waarop betalingen worden afgehandeld.

In dit geval is de matrixsoort Verkoopprijs, de matrixdefinitie is Meubel (deze naam kan door de gebruiker worden gedefinieerd) en de matrixattributen zijn Artikel en Betaalwijze.

Het matrixvolgnummer voor de prijsmatrix.

De totale materiaalprijs van de verkoopofferteregel.

Het kortingspercentage voor de offerteregel.

Het kortingsbedrag voor de prijs per eenheid voor de offerteregel.

Bijvoorbeeld: de eenheidsprijs is 10, de hoeveelheid is 20 en de korting is 1.

Het nettobedrag = (eenheidsprijs - korting) * hoeveelheid.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden er meerdere kortingsniveaus toegepast op de regel.

Het nettobedrag op de offerteregel uitgedrukt in de offertevaluta.

Dit kortingsbedrag wordt als volgt berekend:

(Hoeveelheid * Prijs) - (Hoeveelheid * Prijs * Korting/100)
                      

Bij het berekenen van dit bedrag gebruikt LN de omrekeningsfactoren om de verkoopeenheid en de prijseenheid om te zetten naar de voorraadeenheid.

Voorbeeld

De prijs van het artikel is 4,0 per kg, of 8,0 per ST. Voor een offerteregel met een order voor 20 dozen van het artikel geldt de volgende berekening:

De verkoophoeveelheid = 20 * 10 = 200 eenheden. De verkoopprijs = 4 / 0,5 = 8,0 per eenheid. Bedrag = 200 * 8,0 - 200 * 8,0 * 5/100 = 1520

De orderkorting is nog niet in dit bedrag verrekend.

Een percentage dat van toepassing is op het nettobedrag van elke orderregel, als naar de orderregel geen kosten- of serviceartikel is geboekt.

Dit nettobedrag wordt als volgt berekend:

Prijs * hoeveelheid - regelkorting 

Default waarde

LN ontleent de default waarde aan de orderkorting die in de sessie Relatie (tccom4100s000) is toegewezen aan de relatie.

Het bedrag van de orderkorting dat het resultaat is van de kortingen op alle niveaus.

Als u een alternatieve artikelcode gebruikt, moet u ook een artikelcoderingssysteem opgeven.

De artikelcode van de klant in het coderingssysteem. LN converteert deze artikelcode naar de artikelcode die in uw bedrijf wordt gebruikt.

In de sessie Artikelcoderingssysteem - artikelen (tcibd0104m000) kunt u externe en interne artikelcodes opgeven.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, drukt LN de tekst van de offerteregel en de verkooptekst onder de artikelomschrijving af.

De productvariant voor een configureerbaar artikel.

U kunt productvarianten selecteren in:

• De sessie Productvarianten (tipcf5501m000), als de productvariant is gebaseerd op een artikel waarvoor het veld Default leveringsbron is ingesteld op Job-shop in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).
• De sessie Productvarianten - voorraad (assemblage) (tiapl3600m000), als de productvariant is gebaseerd op een artikel waarvoor het veld Default leveringsbron is ingesteld op Assemblage in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).

Dit veld laat u weten op welke soort configureerbaar artikel de productvariant is gebaseerd.

• Voor artikelen waarvoor het veld Default leveringsbron op Job-shop staat in de sessie Artikelen (tcibd0501m000), wordt dit veld ingesteld op PCF. U kunt de productvariant opvragen in de sessie Productvarianten (tipcf5501m000).
• Voor artikelen waarvoor het veld Default leveringsbron op Assemblage staat in de sessie Artikelen (tcibd0501m000), wordt dit veld ingesteld op APL. U kunt de productvariant opvragen in de sessie Productvarianten - voorraad (assemblage) (tiapl3600m000).

De code van de begroting.

Productie

Als de budgetcode is ingevuld, geldt de offerte voor een begrotingsonderdeel. Een begrotingsonderdeel wordt aangeduid met de combinatie van een begrotingscode en een artikelcode. U kunt het volgende opgeven:

• Begrotingscodes in de sessie Begrotingsgegevens (tipcs2140m000)
• Begrotingsonderdelen in de Calculatiegroepen (tipcs0110m000) sessie.

Als het Verkoopbureau van de verkoopofferte is gekoppeld aan hetzelfde financiële bedrijf als het calculatiebureau van de begroting, kunt u op dit veld elke begroting invoeren. Als het Verkoopbureau van de verkoopofferte is gekoppeld aan een ander financieel bedrijf dan het calculatiebureau van de begroting, bepaalt de instelling van het selectievakje Verkoopkostpr. en opbr. zijn beperkt tot fin. bedrijf van PCS-project in de sessie Parameters projectenbeheer (tipcs0100m000) of u de geselecteerde begroting op dit veld kunt invoeren.

Project

Als er een peg vereist is voor het artikel op de verkoopofferteregel, moet er in dit veld een budget worden gespecificeerd. De default voor dit veld wordt opgehaald uit het veld Begroting van de sessie Overzicht verkoopoffertes (tdsls1500m000) of het veld Project van de sessie Artikelen per verkoopkans (tdsmi1113m000).

Het structuurdeel dat is gekoppeld aan het budget.

De activiteit die is gekoppeld aan het budget.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het artikel klantspecifiek gemaakt. Dat betekent dat een budget structuur of productstructuur moet worden gegenereerd voor het artikel in de sessie Structuur van PCS-budget voor verkoopoffertes genereren (tdsls1201m100).

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, op basis van de instelling van de selectievakjes Budgetdelen voor alle offertes genereren en Budgetdelen voor kosten-/serviceartikelen genereren in de sessie Structuur van PCS-budget voor verkoopoffertes genereren (tdsls1201m100), kunt u nog steeds productartikelen, inkoopartikelen, maakartikelen, kostenartikelen of serviceartikelen als budgetonderdelen aan een budget koppelen.

Een percentage dat gekoppeld wordt aan een offerte en dat de waarschijnlijkheid aangeeft dat de relatie de offerte accepteert. Acceptatie resulteert in de omzetting van de offerte in een verkooporder.

De aanmaakdatum van de verkoopofferte.

De herkomst van de korting.

Toegestane waarden

Kortingsstructuur prijsboek

De korting is afkomstig uit het prijsboek waaraan een kortingsschema is gekoppeld.

Extern

De korting is afkomstig uit een extern pakket.

Handmatig

De korting is handmatig ingevoerd.

Contract

De korting is afkomstig uit een contract.

Kortingsstructuur

De korting is afkomstig uit een matrix Prijsbeheer (PCG) van het type Kortingsmatrix. Voor meer informatie, zie Een kortingsmatrix instellen.

Een korting op de prijs die de verkoper verleent aan de koper, meestal als de koper voldoet aan bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden die de prijs van de ingekochte goederen vermindert.

Er zijn drie soorten kortingen.

• Kwantumkorting: een korting die wordt bepaald door de hoeveelheid of de waarde van de ingekochte goederen.
• Betalingskorting: een korting die verleend wordt om te bevorderen dat een factuur op of vóór een opgegeven datum wordt betaald.
• Handelskorting: een korting op een vastgestelde prijs voor artikelen of diensten die de verkoper verleent aan klanten in een bepaalde branche.

De matrixdefinitie van de kortingsmatrix, als Herkomst korting op Kortingsstructuur staat.

Dit is de volgorde waarin in een matrixsoort naar matrixdefinities wordt gezocht.

De korting die is gevonden in een kortingsschema.

Het percentage van de structuurkorting is het totaal van de kortingen waarvoor de kortingsherkomst op Kortingsstructuur of Kortingsstructuur prijsboek is gezet. De totale structuurkorting van de regel wordt opgehaald door middel van een prijs- of een kortingsmatrix. Dit is het kortingsbedrag voordat er handmatige kortingen worden toegevoegd of matrixkortingen worden gewijzigd of verwijderd.

Het totale kortingsbedrag uitgedrukt als een percentage van het (bruto) offertebedrag.

Dit bedrag wordt als volgt berekend:

               Totaal kortingsbedrag / (orderhoeveelheid * prijs) * 100%

Het kortingsbedrag dat het resultaat is van de orderregelkorting. Dit bedrag wordt als volgt berekend:

Kortingsbedrag orderregel = Hoeveelheid * Prijs * Orderregelkorting/100

De uitkomst van deze berekening wordt afgerond. Het kortingsbedrag voor de orderregel wordt altijd uitgedrukt in de order-/offertevaluta.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt deze regel meegenomen in de berekening van de orderkorting.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden collectieve orderkortingen op deze regel toegepast.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en de offerteregel wordt omgezet naar een verkooporderregel, wordt de verkooporderregel als een rechtstreekse levering verwerkt.

LN schakelt dit selectievakje automatisch in als de orderhoeveelheid gelijk is aan of groter is dan de hoeveelheid die op het veld Rechtstreekse levering vanaf hoeveelheid in de sessie Artikelen - verkoop (tdisa0501m000) is gedefinieerd.

De verzenden-aan relatie waarnaar u de goederen verzendt nadat de offerte is omgezet in een verkooporder.

De adrescode van de verzenden-aan relatie. U kunt deze gegevens wijzigen in de sessie Adressen (tccom4130s000).

Het leveringspunt van de relatie waarop u de artikelen moet afleveren.

De contactpersoon van de verzenden-aan relatie.

De volledige naam van de contactpersoon.

De geplande leverdatum voor de offerteregel.

De doorlooptijd van de levering bepaalt de werkelijke leverdatum van de verkooporder, dat wil zeggen, de datum waarop een offerte wordt omgezet in een order. De doorlooptijd van de levering wordt ingevoerd als een aantal kalenderdagen. De leverdatum van de verkooporder wordt als volgt berekend:

Leverdatum van order = datum overboeking + doorlooptijd voor levering van de offerte

Als de doorlooptijd van de levering niet is ingevuld, wordt in de nieuwe order de verwachte leverdatum van de offerte ingevuld als leverdatum. De doorlooptijd voor levering in de offertekop dient als default voor de offerteregels.

Een ontvangst die onderweg is en die hoort bij een openstaande inkooporder of openstaande productieorder.

De voorwaarden en condities die betrekking hebben op de verzending van goederen.

Toegestane waarden

Geen

Er is geen verzendconstraint. LN verwerkt de orders op basis van de beschikbare voorraad. Voldoende voorraad resulteert in een complete zending. Onvoldoende voorraad resulteert in een nalevering.

Order volledig verzenden

De totale order moet in één zending worden verzonden. LN staat daarom niet altijd deelleveringen toe. Als er onvoldoende voorraad is, wordt de verzending van de order uitgesteld.

Set volledig verzenden

Alle orderregels met de volgende algemene leveringscriteria moeten in één zending worden verzonden:

• Leverdatum.
• Vervoerder
• Magazijn
• Verzenden-aan relatie
• Verzenden-aan adres

LN wijst hetzelfde setnummer toe aan deze orderregels. Andere orderregels kunnen afzonderlijk worden verzonden.

Regel volledig verzenden

Elke orderregel moet in zijn geheel worden geleverd. LN wijst een uniek setnummer toe aan elke regel. Als er onvoldoende voorraad is, wordt de verzending van de orderregel uitgesteld.

Regel verzenden en annuleren

De beschikbare voorraad wordt verzonden. Als er voldoende voorraad is, leidt dit tot een complete verzending. Een voorraadtekort leidt niet tot een nalevering, maar tot de annulering van de resterende hoeveelheid van de order. LN voert een voorgedefinieerde annuleringsreden in op de regel. De reden voor annulering wordt gedefinieerd op het veld Voorgedefinieerde annuleringsreden voor verzenden/annuleren van de sessie Parameters verkooporders (tdsls0100s400).

Kit als geheel verzenden

Een hoofdartikel moet als een geheel worden geleverd. LN wijst een uniek setnummer toe aan de component regels die samen een hoofdartikel vormen en die in één set moeten worden verzonden. Onvoldoende voorraad leidt tot een nalevering van het hoofdartikel die in zijn geheel moet worden geleverd.

Niet van toepassing

Op dit niveau wordt geen verzendconstraint gedefinieerd.

Default waarde

De default waarde voor de verzendconstraint wordt opgehaald uit de sessie Verkopen-aan relatie (tccom4110s000).

De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.

Het punt waarop het wettelijk eigendom wijzigt. Op dit punt gaat het risico over van de verkoper naar de koper.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen transportorders worden gegenereerd op basis van een verkooporderregel of een leveringsregel.

De gekozen route voor de goederenlevering nadat de offerte is omgezet in een verkooporder.

Een optie in Vracht waarmee kan worden voorkomen dat het ladingopbouwmechanisme de vervoerder overschrijft die door de gebruiker voor een bepaalde transportorderregel is geselecteerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is naleving internationale handelsregelgeving van toepassing op de regel.

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. Wanneer u een vervoerder wilt gebruiken voor ladingopbouw, transportorderclustering, de berekening van transportkosten en facturering, moet u de vervoerder zowel als vervoerder en als kopen-van relatie definiëren in Algemeen.

Een entiteit waarmee de duur van het transport wordt uitgedrukt, zoals: levering binnen twaalf uur. Een servicegraad transport (optioneel) wordt als volgt gebruikt:

• Als een factor waarmee de transportkosten van een lading worden bepaald.
• Als een factor waarmee het transporttarief van een transportorder wordt bepaald.

De code van het magazijn waaruit de artikelen worden geleverd.

Standaardmethode voor het ophalen van default waarden voor magazijnen

1. Productvariant (alleen voor artikelen waarvoor de default leveringsbron op Assemblage staat in de sessie Artikelen (tcibd0501m000))
2. Verzenden-aan relatie
3. Verkoopgegevens artikelen
4. Gebruikersprofiel
5. Bestelgegevens artikelen
6. Verkoopbureau

Als het artikel in de verkoopofferte een generiek artikel is waarvoor eindassemblage nodig is, is de afdeling verplicht op de verkooporder.

Een verkoop- of distributiekanaal dat gebruikt wordt om goederen aan klantgroepen toe te wijzen.

U kunt afzetkanalen koppelen aan verkopen-aan relaties en aan artikelen. Afzetkanalen kunnen worden gebruikt in verband met vrije voorraad (available-to-promise, ATP).

U kunt een bepaald ATP-volume toekennen aan een afzetkanaal. Dit volume beperkt de vrije voorraad voor dat afzetkanaal tot een maximum.

Dit veld geeft aan of de voorraad van het hoofdartikel dan wel de voorraad van de stuklijstcomponenten wordt aangesproken wanneer de offerte wordt omgezet in een verkooporder.

Een status waaruit u kunt opmaken of een verkoopofferteregel, verkooporderregel of verkoopcomponentregel aan een klant kan worden toegezegd, of er nog voorraadcontroles moeten worden uitgevoerd en of er nog problemen met onvoldoende voorraad voor de regel moeten worden opgelost.

Toegestane waarden

Geaccepteerd

De regel kan op tijd worden geleverd aan de klant.

Een regel krijgt deze status als het volgende van toepassing is:

• Er is voldoende voorraad beschikbaar of een voorraadtekort-optie is met succes uitgevoerd.
• Voor de regel hoeft geen voorraadcontrole uitgevoerd te worden.

Niet geaccepteerd

De regel kan niet op tijd worden geleverd aan de klant.

Een regel krijgt deze status als het volgende van toepassing is:

• Er is onvoldoende voorraad beschikbaar of een voorraadtekort-optie is niet geslaagd.
• Een regel met de status Uitzondering is handmatig op Niet geaccepteerd gezet.

  Deze actie kan worden uitgevoerd in de volgende sessies:

  • Toezeggingsregels verkoopofferte (tdsls1501m200)
  • Toezeggingsregels verkooporder (tdsls4101m400)
  • Componenten toezeggingsregels verkooporder (tdsls4563m200)
  • Toezeggingsregels verkooporder (tdsls4117m000)

In afwachting

Een regel krijgt deze status als het volgende van toepassing is:

• Er moet nog steeds worden gecontroleerd of er voldoende voorraad is.
• Regels met de status Geaccepteerd of Niet geaccepteerd zijn handmatig gewijzigd en hiervoor moet opnieuw een voorraadcontrole worden uitgevoerd.

Uitzondering

Tijdens de voorraadcontrole kan niet worden vastgesteld of de status Geaccepteerd of Niet geaccepteerd is. Indien mogelijk is er een foutmelding gelogd in de sessie Logbestand meldingen (tcstl1500m000).

U moet de fout handmatig oplossen.

De werkelijke voorraad van het artikel, uitgedrukt in de voorraadeenheid. Dit veld wordt online bijgewerkt zodra voorraad of materiaal wordt afgegeven.

De werkelijke voorraad is een van de factoren die de economische voorraad bepalen.

De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.

De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.

De verwachte te ontvangen hoeveelheid in alle magazijnen, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De voor productie of verkoop gereserveerde hoeveelheid in alle magazijnen, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De toegewezen hoeveelheid waarvan de levering is toegezegd aan de verkopen-aan relatie, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De hoeveelheid van het artikel die is gereserveerd voor verkoopoffertes.

Belastingclassificatie

Een attribuut van orderkoppen en orderregels dat u kunt gebruiken om belastinguitzonderingen te definiëren voor de mutatie. LN haalt de default belastingclassificatie op uit de gegevens voor de factureren-door en factureren-aan relatie.

U kunt de belastingclassificatie bijvoorbeeld gebruiken voor het volgende:

• Om aan te geven dat op betalingen aan een factureren-door relatie belasting en sociale verzekeringsbijdragen moeten worden ingehouden
• Om relaties te groeperen die voor uw bedrijf dezelfde belastingaspecten hebben, zoals subcontractors en vertegenwoordigers
• Om aan te geven dat de belasting moet worden betaald in een ander land dan het thuisland van het verkoopbureau of het servicebureau

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de verkoopoffertekop.

Vrijgesteld

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is belastingvrijstelling van toepassing.

NB

Het volgende gebeurt als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Parameters belasting (tctax0100m000) op de genoemde waarden staat.

• Als de parameter op Beperkt staat en u dit selectievakje handmatig inschakelt, wordt de default waarde voor Belastingcode opgehaald uit het veld Verkoop (vrijgesteld) van de sessie Belastingafhandeling (tctax0138m000). Als u dit selectievakje handmatig uitschakelt, wordt de belastingcode niet gewijzigd.
• Als de parameter op Uitgebreid staat en u dit selectievakje handmatig inschakelt, wordt de Belastingcode niet gewijzigd. Als u dit selectievakje handmatig uitschakelt, worden de velden Reden vrijstelling en Vrijstellingscertificaat gewist en uitgeschakeld.

Belastingland

Het land dat wordt gebruikt voor belastingdoeleinden.

Eigen belastingnummer

Een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren. De belastingdienst kent de belastingnummers toe aan de geregistreerde bedrijven. Uw relaties moeten hun belastingnummer aan u geven. Relaties zonder belastingnummer worden beschouwd als particulieren.

Belastingcode

De belastingcode die van toepassing is op de verkoopofferteregel.

NB

U kunt op dit veld alleen een belastingcode van de soort BTW invoeren.

Belastingland relatie

Het land waarin de relatie het belastingnummer heeft.

Belastingnummer relatie

Het belastingnummer van de relatie.

NB

Het belastingnummer van de relatie is datumgebonden. Om het juiste belastingnummer voor de relatie te bepalen en weer te geven, gebruikt LN de geplande leverdatum.

Vrijstellingscertificaat

Het nummer van het vrijstellingscertificaat dat door de belastingdienst aan de relatie is toegewezen.

NB

• Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling op Uitgebreid staat in de sessie Parameters belasting (tctax0100m000)
• De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000)

Reden vrijstelling

De reden waarom de verkopen-aan relatie of uw eigen bedrijf is vrijgesteld van verkoopbelasting.

NB

• LN drukt de redenen voor de vrijstelling af op verkoopfacturen
• Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling op Uitgebreid staat in de sessie Parameters belasting (tctax0100m000)
• De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000)
• De redencode moet van het type Belastingvrijstelling zijn en moet datumgebonden zijn, hetgeen wordt aangegeven met de Offertedatum

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moeten transportkosten in rekening worden gebracht bij de factureren-aan relatie.

Het berekende transportbedrag dat wordt opgehaald uit een tarievenboek voor een vervoerder of een tarievenboek voor een klant in Prijsbeheer.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de waarde van het veld Transportbedrag bindend voor Facturering. Dit betekent dat het transportbedrag niet kan worden gewijzigd door Vracht.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan het transportbedrag worden bijgewerkt door Vracht.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en u op de knop Transportbedrag klikt, wordt een logboek met berekeningen van transportbedragen gestart. Via dit logboek kunt u weergeven hoe het bedrag van de transportfactuur is berekend of waarom geen bedrag kan worden berekend.

De referentie naar het offertenummer van een andere applicatie.

De referentie naar de offerteregel van een andere applicatie.

Het documentnummer dat de verkooporder identificeert.

Het identificatienummer van de verkooporderregel.

De code van het project waarvoor het artikel nodig is.

Het structuurdeel dat is gekoppeld aan het project.

De activiteit die is gekoppeld aan het project.