Detailgegevens inkooporderregel (tdpur4101m200)

Het nummer van de inkooporder.

Het nummer dat gebruikt wordt om de positie van de orderregel op de verkoop- of inkooporder te identificeren.

Het nummer dat gebruikt wordt om het positienummer van een leveringsregel voor een verkooporder of een detailregel voor een inkooporder exact te identificeren.

Dit veld bepaalt wat voor regel deze orderregel is.

Toegestane waarden

De orderregelsoort in deze sessie kan Detailregel of Nalevering zijn.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Het artikelnummer van de producent (ANP) die de voorkeur heeft.

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit het veld Artikelnummer producent (voorkeur) van de sessie Inkooporderregels (tdpur4101m000).

De producent die is gekoppeld aan het artikelnummer van de producent (ANP).

De artikelcode waarmee de producent het opgegeven artikel identificeert.

Het nummer van de revisie van het constructieartikel.

De huidige orderhoeveelheid van de inkooporderregel.

Een referentienummer, bijvoorbeeld op een verkooporderregel of een projectleverregel, dat wordt gebruikt om verschillen voor een unit-effective artikel te modelleren.

De code van het project waarvoor het artikel nodig is.

U kunt op dit veld een projectcode invoeren als u standaardartikelen en klantspecifieke artikelen koopt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moet het artikel worden gefactureerd met termijnbetalingen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het volgende van toepassing:

• Voor alle gekoppelde detailregels en naleveringsregels zijn de belastinggegevens en de inkoopsoort identiek

• Deze velden zijn leeg en niet toegankelijk:

  • Betalingsovereenkomst
  • Betalingscondities
  • Betaling
  • Selfbilling
  • Extensie
  • Kostencomponent
  • Factuurnummer
  • Factuurdatum
  • Gefactureerde hoeveelheid
  • Factuurbedrag

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de sessie Inkooporderregels (tdpur4101m000) en het veld is niet toegankelijk in de huidige sessie.

De datum waarop de artikelen op de orderregel/afroepschemaregel volgens plan ontvangen worden. De geplande ontvangstdatum mag niet vóór de orderdatum of de genereerdatum van het afroepschema liggen.

Als het detailgegeven van de inkooporderregel van de soort Nalevering is, staat op dit veld de parent van de naleveringsregel. Met andere woorden, op dit veld staat het volgnummer van de regel waarvan de naleveringsregel het resultaat is.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er ten minste één order aan de detailgegevens van de inkooporderregel gekoppeld.

Klik op Inkooporderregel - gekoppelde informatie in het menu geschikt om de gekoppelde order of orders op te vragen in de sessie Inkooporderregel - gekoppelde informatie (tdpur4502s000).

De datum waarop de order handmatig wordt opgegeven of automatisch wordt gegenereerd.

Default waarde

• Handmatige orderinvoer

  De huidige (aanmaak)datum.

• Orders automatisch genereren

  De datum die is opgegeven op het veld Aanmaakdatum als orderdatum gebruiken tijdens genereren inkooporder van de sessie Parameters inkooporders (tdpur0100m400).

De datum waarop de bestelde goederen worden ontvangen.

De ontvangstdatum voor de artikelen, die is bevestigd door de kopen-van relatie of die is bevestigd aan de verkopen-aan relatie.

Deze datum wordt voor verschillende doeleinden gebruikt:

• Als een deel van de basis voor de leveranciersbeoordeling.
• Als de default waarde voor de bevestigde ontvangstdatum op de orderregels.
• Als de referentiedatum voor het afdrukken van aanmaningen.

De nieuwe ontvangstdatum die wordt gebruikt als de leverancier niet kan voldoen aan de overeengekomen ontvangstdatum en een nieuwe ontvangstdatum doorgeeft. De gewijzigde ontvangstdatum vormt samen met de geplande en/of bevestigde ontvangstdatum de basis voor het bepalen van de leveranciersbeoordeling en het geplande voorraadverloop. Bovendien wordt deze datum ook gebruikt in de aanmaningsprocedure.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wacht het detail van de inkooporderregel op samenvoeging. U moet de detailgegevens van de inkooporderregel samenvoegen en daarna goedkeuren.

De geplande datum voor het vrijgeven van de order voor Magazijnbeheer. De default vrijgavedatum wordt bepaald op basis van de orderdatum. U kunt de vrijgavedatum wijzigen, afhankelijk van de tijd die nodig is om de order in een magazijn te verwerken.

De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moeten de artikelen in dit regeldetail van de orderregel bij ontvangst worden geïnspecteerd.

Dit selectievakje is uitgeschakeld als:

• De artikelsoort Kosten, Service of Lijst is.
• De orderhoeveelheid is nul.
• Het selectievakje Rechtstreekse levering in de sessie Inkoopordersoorten (tdpur0194m000) is ingeschakeld voor de inkoopordersoort.
• Het selectievakje Haalorder in de sessie Inkoopordersoorten (tdpur0194m000) is ingeschakeld voor de inkoopordersoort.
• Het veld Voorraadafhandeling in de sessie Inkooporderregels (tdpur4101m000) op Per component staat.

De code van de conformiteitsrapportage die is gekoppeld aan het artikel.

Het laatste verzendbericht dat voor detailgegevens voor een inkooporderregel is ontvangen.

/baanerp/td/pur/tdpur4101m000#form.first.asn

/baanerp/td/pur/tdpur4101m000#form.first.asn.line

/baanerp/td/pur/tdpur4101m000#form.asn.qgit.iiu

Het volgnummer dat aan elke afzonderlijke goederenontvangst wordt toegekend.

Het nummer van de ontvangstregel die is gekoppeld aan het ontvangstnummer in Magazijnbeheer. U kunt ontvangsten registreren in de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000).

De orderhoeveelheid, uitgedrukt in de inkoopeenheid.

Dit veld wordt voorzien van de waarde uit het veld:

• Bevestigde hoeveelheid als deze bevestigde hoeveelheid groter is dan nul.
• Benodigde hoeveelheid als de Bevestigde hoeveelheid gelijk is aan nul.

De eenheid waarin u een artikel inkoopt, ook wel de eenheid voor de inkoophoeveelheid genoemd.

De orderhoeveelheid, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.

De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.

De totale bestelde en bevestigde naleveringshoeveelheid van de inkooporderregel, uitgedrukt in de inkoopeenheid.

Voorbeeld

Als u geen 6 maar 4 stuks wilt nabestellen en u dus de waarde 4 op het veld Te bevestigen naleveringshoeveelheid van de sessie Potentiële naleveringen inkoop (tdpur4101m700) invoert en de nalevering bevestigt, bevat het veld Naleveringshoeveelheid de waarde 4.

Als van de nabestelde 4 stuks er 3 stuks worden ontvangen, blijft het getal 4 (totale bestelde en bevestigde naleveringshoeveelheid) op het veld Naleveringshoeveelheid staan, maar verandert de waarde op het veld Te bevestigen naleveringshoeveelheid in 1 (openstaande naleveringshoeveelheid).

Als u vervolgens op het veld Te bevestigen naleveringshoeveelheid van de sessie Potentiële naleveringen inkoop (tdpur4101m700) de potentiële naleveringshoeveelheid wijzigt van 1 in 0, wordt de waarde op het veld Naleveringshoeveelheid gewijzigd in 3 en de waarde op het veld Te bevestigen naleveringshoeveelheid gewijzigd in 0.

De totale bestelde en bevestigde naleveringshoeveelheid van de inkooporderregel, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De ontvangen hoeveelheid, uitgedrukt in de inkoopeenheid.

De ontvangen hoeveelheid uitgedrukt in de voorraadeenheid.

Belastingclassificatie

Een attribuut van orderkoppen en orderregels dat u kunt gebruiken om belastinguitzonderingen te definiëren voor de mutatie. LN haalt de default belastingclassificatie op uit de gegevens voor de factureren-door en factureren-aan relatie.

U kunt de belastingclassificatie bijvoorbeeld gebruiken voor het volgende:

• Om aan te geven dat op betalingen aan een factureren-door relatie belasting en sociale verzekeringsbijdragen moeten worden ingehouden
• Om relaties te groeperen die voor uw bedrijf dezelfde belastingaspecten hebben, zoals subcontractors en vertegenwoordigers
• Om aan te geven dat de belasting moet worden betaald in een ander land dan het thuisland van het verkoopbureau of het servicebureau

Vrijgesteld

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is belastingvrijstelling van toepassing.

NB

Het volgende gebeurt als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Parameters belasting (tctax0100m000) op de genoemde waarden staat.

• Als de parameter op Beperkt staat en u dit selectievakje handmatig inschakelt, wordt de default waarde voor Belasting opgehaald uit het veld Inkoop (vrijgesteld) van de sessie Belastingafhandeling (tctax0138m000). Als u dit selectievakje handmatig uitschakelt, wordt de belastingcode niet gewijzigd.
• Als de parameter op Uitgebreid staat en u dit selectievakje handmatig inschakelt, wordt de Belasting niet gewijzigd. Als u dit selectievakje handmatig uitschakelt, worden de velden Reden vrijstelling en Vrijstellingscertificaat gewist en uitgeschakeld.

Belastingland

Het land dat wordt gebruikt voor belastingdoeleinden.

Eigen belastingnummer

Een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren. De belastingdienst kent de belastingnummers toe aan de geregistreerde bedrijven. Uw relaties moeten hun belastingnummer aan u geven. Relaties zonder belastingnummer worden beschouwd als particulieren.

Belasting

De belastingcode die van toepassing is op de inkooporderregel.

NB

Voor kosten- en serviceartikelen kunt u een groepsbelastingcode gebruiken. De groepsbelastingcode moet voldoen aan de voorwaarden van de classificatie van de relatie. Bovendien moet de functionaliteit voor belastinginhouding van toepassing zijn voor het financiële bedrijf van het inkoopbureau op de inkooporder.

Belastingland relatie

Het land waarin de relatie het belastingnummer heeft.

Belastingnummer relatie

Het belastingnummer van de relatie.

NB

Het belastingnummer van de relatie is datumgebonden. Om het juiste belastingnummer voor de relatie te bepalen en weer te geven, gebruikt LN de geplande ontvangstdatum.

Reden vrijstelling

De reden waarom uw bedrijf is vrijgesteld van verkoopbelasting.

NB

• Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Uitgebreid op Parameters belasting (tctax0100m000) staat.
• De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000).
• De redencode moet van het type Belastingvrijstelling zijn en moet geldig zijn op de datum op het veld Orderdatum.

Vrijstellingscertificaat

Uw eigen certificaat voor belastingvrijstelling.

NB

• LN drukt de redenen voor de vrijstelling af op facturen.
• Dit veld is alleen van toepassing als de parameter Niveau belastingvrijstelling in de sessie Uitgebreid op Parameters belasting (tctax0100m000) staat.
• De default waarde op dit veld wordt bepaald door de methode waarmee belastinggegevens worden opgehaald. Deze methode wordt gedefinieerd in het groepsvak Zoekvolgorde belasting-library's van de sessie Parameters belasting (tctax0100m000).

Classificatie logistieke kosten

Attribuut waarmee gebruikers een logistieke mutatie kunnen koppelen aan een specifieke verzameling logistieke kosten, waarbij de voor die mutatie geldende instellingen voor logistieke kosten worden overruled. Indien nodig kunnen gebruikers een classificatie voor logistieke kosten opgeven en deze classificatie voor de mutatie gebruiken.

Bedrag logistieke kosten

Het totaal van alle kosten voor de inkoop van een artikel tot aan de aflevering en ontvangst in een magazijn. Logistieke kosten zijn bijvoorbeeld transportkosten, verzekeringskosten, in- en uitvoerrechten en afhandelingskosten.

In LN kunnen logistieke kosten deel uitmaken van meerdere verzamelingen logistieke kosten.

Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.

Het adres waar de goederen worden ontvangen.

De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde kopen-van relatie.

Het adres van de verzenden-van relatie.

De contactpersoon van de verzenden-van relatie.

De volledige naam van de contactpersoon.

De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.

Het punt waarop het wettelijk eigendom wijzigt. Op dit punt gaat het risico over van de verkoper naar de koper.

Statistische import-/exportgegevens die niet als standaardinformatie aanwezig zijn in LN, maar die vereist zijn op de sales-listing of Intrastat-aangifte door enkele lidstaten van de EU.

U kunt maximaal 15 gegevensvelden toevoegen aan de statistische Intrastat-gegevens door ze te definiëren als een extra Intrastat-informatieset. U kunt de extra Intrastat-informatiesets toewijzen aan magazijnorderregels.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het detail van de inkooporderregel meegenomen wanneer de leveranciersbeoordeling wordt uitgevoerd.

De Vestiging van de subcontractor.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het huidige detailgegeven van de inkooporderregel geannuleerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan deze inkooporderregel niet worden geannuleerd omdat de regel één of meer termijnbetalingsregels voor een leverancier bevat met als status Vrijgegeven of Gefactureerd. Wanneer deze regels de status Verwerkt krijgen, wordt de inkooporderregel geannuleerd.

Voor inkooporderregels waarvoor dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u corrigerende termijnbetalingsregels opgeven in de sessie Termijnbetalingen leverancier (tdpur5120m000) om de gefactureerde bedragen te crediteren.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de inkooporderregel geblokkeerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn notities over onderhandelingen gekoppeld aan deze orderregelgegevens.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is tekst gekoppeld aan de orderregelgegevens.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is naleving internationale handelsregelgeving van toepassing op de regel.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn bij de budgetcontrole afwijkingen vastgesteld voor de orderregel.

U kunt alleen doorgaan met de inkooporderprocedure als de budgetafwijkingen zijn verholpen. U kunt bijvoorbeeld het regelbedrag wijzigen of de gekoppelde verdeling over budgetrekeningen wijzigen in de sessie Verdeling over budgetrekeningen (tcbgc1100m000).

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het detail van de inkooporderregel goedgekeurd door een bevoegde medewerker.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is uitbesteding van bewerkingen of uitbesteding van artikelen van toepassing op het artikel.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en deze orderregelgegevens een naleveringsregel vormen, is tekst gekoppeld aan de naleveringsregel.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een peg distributie gekoppeld aan deze Inkooporderregel.

De orderhoeveelheid die de leverancier nodig heeft.

De eenheid waarin de benodigde hoeveelheid wordt uitgedrukt.

De orderhoeveelheid die de leverancier nodig heeft, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De orderhoeveelheid die de leverancier heeft bevestigd.

De eenheid waarin de Bevestigde hoeveelheid wordt uitgedrukt.

De orderhoeveelheid die de leverancier heeft bevestigd, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de Bevestigde hoeveelheid door de inkoper geaccepteerd. Er zijn geen verdere onderhandelingen met de leverancier mogelijk.

De verkopen-aan relatie waaraan dit leveringsobject via hard-pegging is gekoppeld.

LN kan de artikelen die door de huidige order zijn geleverd, gebruiken om een order af te handelen voor de verkopen-aan relatie die wordt weergegeven op dit veld. LN gebruikt deze artikelen niet voor een andere relatie.

De soort order waaraan deze order via hard pegged is gekoppeld.

Toegestane waarden

Service (handmatig)

Reparatieverkooporder

reparatieverkooporder

Reparatieverkoop (handmatig)

Reparatiewerkorder

reparatieorder

Reparatiewerkorder (handmatig)

Verkooporder

verkooporder

Verkoopafroepschema

verkoopafroepschema

Niet van toepassing

Verkoop (handmatig)

Serviceorder

serviceorder

De order of orderregel waaraan de artikelen op deze order via hard-pegging zijn gekoppeld.

De referentiecode waaraan dit leveringsobject via hard-pegging is gekoppeld.

LN kan alleen de artikelen die met de huidige order zijn geleverd, gebruiken om te voldoen aan een vraag die is gespecificeerd met de referentie op dit veld.

LN kan dit veld op twee manieren gebruiken:

• Als het veld Verkopen-aan relatie is ingevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een referentiecode vast te leggen die is gedefinieerd door een klant.
• Als het veld Verkopen-aan relatie leeg is, gebruikt LN het veld Referentie om een interne referentie vast te leggen.

U kunt een referentiecode gebruiken om een verzameling artikelen aan elkaar te koppelen, zelfs als deze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld als sommige van de artikelen naar een subcontractor worden getransporteerd en later weer worden geretourneerd.

De identificatie van de opties en kenmerken voor een geconfigureerd artikel. De ID wordt gebruikt in de artikelspecificatie om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.

Klik op Optielijst om de opties en kenmerken van het geconfigureerde artikel op te vragen in de sessie Optielijst (tcibd4522m000).

De unieke identificatie van een activiteit.

/baanerp/tp/glossary/glossary#Element.tp

/baanerp/tp/glossary/glossary#000017

Een kostencomponent is een door de gebruiker gedefinieerde kostencategorie.

Kostencomponenten hebben de volgende functies:

• Uitsplitsen van de kostprijs, verkoopprijs of waarderingsprijs van een artikel.
• Vergelijken van de voorgecalculeerde en werkelijke productieorderkosten.
• Berekenen van de productieresultaten.
• Weergeven van de verdeling van uw kosten over de verschillende kostencomponenten in de module Cost Accounting.

Kostencomponenten kunnen de volgende kostensoorten betreffen:

• Bewerkingskosten
• Materiaalkosten
• Toeslag
• Algemene kosten
• Niet van toepassing

Een eigenschap van een inkooporder waarmee u het type inkoop kunt vaststellen en daarmee het soort betaling. Deze eigenschap wordt gebruikt om de inkoop op de correcte rekening in de Crediteurenadministratie te boeken als de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een inkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type inkoop dat is gekoppeld aan de inkooporderregel.

Overeenkomsten met betrekking tot de manier waarop facturen worden betaald.

De betalingscondities omvatten:

• De periode waarbinnen de facturen moeten worden betaald.
• De verleende korting als een factuur wordt betaald binnen de aangegeven periode.

De betalingscondities stellen u in staat om het volgende te berekenen:

• De datum waarop moet worden betaald
• De datum waarop de kortingsperioden vervallen
• Het kortingsbedrag

Default waarde

Voor het ophalen van default waarden wordt de volgende methode toegepast:

• Als de inkooporderregel wordt gegenereerd op basis van een leveringscontract, worden de default betalingscondities uit de contractkop opgehaald.
• Als de inkooporderregel wordt gegenereerd op basis van een offerteaanvraag, worden de default betalingscondities uit de offerteaanvraag opgehaald.
• Als de inkooporderregel een retourorderregel is, worden de default betalingscondities opgehaald uit het veld Betalingscondities voor creditnota's in de sessie Factureren-door relatie (tccom4122s000).
• Als de inkooporderregel op basis van een andere herkomst is gegenereerd of handmatig is ingevoerd, worden de default betalingscondities in deze volgorde bepaald:
  1. Als aan de inkooporderregel een contract is gekoppeld, worden de default betalingscondities uit de contractkop opgehaald.
  2. De default betalingscondities worden uit de inkooporderkop opgehaald.

Een manier om te definiëren hoe factuurbedragen moeten worden betaald. Hierbij inbegrepen zijn de betaalwijzen die van toepassing zijn op verschillende delen van het factuurbedrag en de valuta voor de betaling.

Bijvoorbeeld: u kunt een betalingsovereenkomst definiëren op basis waarvan het eerste deel van het factuurbedrag via de bank wordt betaald volgens betaalwijze PM1, 40 procent van het resterende bedrag volgens betaalwijze PM2 en de overige 60 procent volgens betaalwijze PM3, die kan bestaan uit een te betalen wissel.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt selfbilling gebruikt voor inkooporderregels die u afgeeft aan de kopen-van relatie.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de inkoopfactuur aangemaakt door de kopen-van relatie en ontvangen door uw bedrijf.

U kunt voor een inkooporderregel het moment aangeven waarop een selfbilling-factuur moet worden gegenereerd.

• Inspectie

  Selfbilling-facturen kunnen worden gegenereerd nadat de goederen zijn geïnspecteerd en goedgekeurd.

• Ontvangst

  Selfbilling-facturen kunnen worden gegenereerd nadat de goederen zijn ontvangen of verbruikt.

Als het selectievakje Selfbilling is ingeschakeld, moet u een methode voor selfbilling selecteren, waarmee u de manier bepaalt waarop selfbilling wordt uitgevoerd.

De methode voor selfbilling bepaalt onder meer de criteria voor het samenstellen van de factuur, het factureringsinterval en het uitvoermedium.

Gebruik dit veld om de betaling te definiëren tussen het inkoopbureau, dat de inkooporder afgeeft, en de leverancier.

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de sessie Voorwaarden en condities orders (tctrm1130m000).

Toegestane waarden

Betalen bij ontvangst

Betalen bij gebruik

Geen betaling

Niet van toepassing

De eigenaar van het inkooporderregelartikel.

Er kan alleen een eigenaar worden opgegeven als het veld Betaling op Betalen bij gebruik of Geen betaling staat, als de inkooporderregel een VMI-leveringsregel met rechtstreekse levering is of als uitbesteding van service van toepassing is op de regel.

Default waarde

Deze default eigenaar wordt als volgt bepaald:

• Betaling is Betalen bij gebruik

  Als default waarden opgehaald uit Kopen-van relatie in deze sessie.

• Betaling is Geen betaling

  Als default waarden opgehaald uit Kopen-van relatie in deze sessie.
• Als de inkooporderregel door klanten geleverd materiaal bevat, die als defaultwaarden zijn opgehaald van de verkopen-aan relatie van de verkooporder voor de vraag op het hoogste niveau.

• VMI rechtstreekse levering

  Als default waarden opgehaald uit de Verkopen-aan relatie van de gekoppelde verkooporder.

• Uitbesteding service

  De default waarde wordt opgehaald uit de gekoppelde serviceorder of werkorder.

Gebruik dit veld om de eigendom van goederen te definiëren als goederen moeten worden geretourneerd.

Afhankelijk van de waarde op het veld Betaling van de inkooporder is de eigenaar het bedrijf ( Betalen bij ontvangst), de leverancier ( Betalen bij gebruik) of de klant ( Geen betaling). Met behulp van de waarde op het veld Eigendom retouren bepaalt Magazijnbeheer welke voorraad moet worden geretourneerd.

Toegestane waarden

Eigendom bedrijf

eigendom van bedrijf

In consignatie

in consignatie

Eigendom klant

eigendom van klant

Retour zoals afgegeven

Wanneer artikelen uit de productieomgeving worden teruggestuurd naar het magazijn, bijvoorbeeld omdat minder artikelen waren benodigd dan voor productie waren vrijgegeven, wordt de oorspronkelijke eigenaar van het moment van afgifte weer de eigenaar (tenzij de artikelen beschadigd zijn).

Uitgesteld

De datum waarop de eigendom overgaat van leverancier naar klant is nog onbekend. De wijzigingsdatum wordt bepaald nadat de artikelen zijn gepickt en is afhankelijk van zowel de typen magazijnen die betrokken zijn bij de goederenoverboeking als van de overeenkomst tussen leverancier en klant.

Niet van toepassing

De voorraad is eigendom van uw eigen organisatie. De eigendomswerking is alleen toepassing bij voorraad die geen eigendom is van de eigen organisatie.

Gebruik dit veld om de betaling te definiëren tussen het inkoopbureau, dat de inkooporder afgeeft, en het magazijn, dat de inkooporder ontvangt.

Het veld is alleen van toepassing als het inkoopbureau en het magazijn bij verschillende enterprise-eenheden horen.

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de sessie Voorwaarden en condities orders (tctrm1130m000).

Toegestane waarden

Betalen bij ontvangst

Betalen bij gebruik

Geen betaling

Niet van toepassing

Gebruik dit veld om de betaling te definiëren tussen het inkoopbureau, dat de inkooporder afgeeft, en de klant.

Dit veld is geldig als er op de locatie van de leverancier een inkooporder wordt aangemaakt voor rechtstreekse levering van goederen door derden aan een VMI-magazijn bij de klant.

Default waarde

Als aan het magazijn een verkopen-aan relatie is gekoppeld, wordt de default waarde voor dit veld opgehaald uit de sessie Voorwaarden en condities orders (tctrm1130m000).

Toegestane waarden

Betalen bij ontvangst

Betalen bij gebruik

Geen betaling

Niet van toepassing

De code van de inkooporderbevestiging.

Een nummer dat wordt gebruikt om wijzigingen toe te wijzen aan een inkooporder of een verkooporder.

De reden die kan worden toegewezen aan een gewijzigde (regel van een) inkoopdocument of verkoopdocument.

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de volgende velden in de sessie Parameters inkooporders (tdpur0100m400):

• Default wijzigingsredencode voor toevoegen orderregel
• Default wijzigingsredencode voor wijzigen orderregel
• Default wijzigingsredencode voor annuleren orderregel

De indicator voor het soort wijziging van een gewijzigde inkoopdocument(regel) of verkoopdocument(regel).

Default waarde

De default waarde voor dit veld wordt opgehaald uit de volgende velden in de sessie Parameters inkooporders (tdpur0100m400):

• Default wijzigingssoort voor toevoegen orderregel
• Default wijzigingssoort voor wijzigen orderregel
• Default wijzigingssoort voor annuleren orderregel

De datum en tijd waarop het laden op de verzenden-van locatie is gepland.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan er een transportorder worden gegenereerd op basis van de detailgegevens van de inkooporderregel.

Een entiteit waarmee de duur van het transport wordt uitgedrukt, zoals: levering binnen twaalf uur. Een servicegraad transport (optioneel) wordt als volgt gebruikt:

• Als een factor waarmee de transportkosten van een lading worden bepaald.
• Als een factor waarmee het transporttarief van een transportorder wordt bepaald.

Voer een servicegraad in om er zeker van te zijn dat in de transportorder dezelfde servicegraad wordt gebruikt als in de inkooporder.

Een optie in Vracht waarmee kan worden voorkomen dat het ladingopbouwmechanisme de vervoerder overschrijft die door de gebruiker voor een bepaalde transportorderregel is geselecteerd.

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

De reisroute vanaf uw magazijn naar het verzenden-aan of verzenden-van magazijn van de relatie en vice versa. U kunt routes gebruiken om relaties te groeperen die gevestigd zijn in hetzelfde gebied of langs een gunstige route.

U kunt adressen rangschikken op routes om zo magazijnbonnen en verzendbonnen die op route zijn gesorteerd, af te drukken.

Additioneel veld

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Klik op Uitgebreide extra gegevens om alle velden met additionele informatie op te halen die zijn gekoppeld aan het inkoopdocument in de sessie Extra additionele informatie (tcstl2110m000).