Orderpromotiematrices (tdpcg0130m220)
Deze sessie kunt u gebruiken om promotiematrices voor de matrixsoort Orderpromoties op te vragen, in te voeren en te muteren.
- Matrixsoort
-
Hiermee wordt de soort van een matrixdefinitie gedefinieerd. De matrixsoort is gekoppeld aan een set matrixattributen.
De volgende matrixsoorten zijn beschikbaar in Prijsbeheer:
- Verkoopprijs
- Korting verkoopregel
- Totale korting verkoop
- Inkoopprijs
- Korting inkoopregel
- Totale korting inkoop
- Verrekenprijs
- Regelpromoties
- Orderpromoties
- Transporttarief (klant)
- Transporttarief (vervoerder)
Elke soort heeft een eigen selectie attributen. De combinatie van maximaal zes attributen identificeert de matrixdefinitie van een matrixsoort.
- Promotiematrix
-
Het nummer van de promotiematrix.
NB- Promotiematrixdefinities kunnen worden opgegeven in de sessie Matrixdefinities (tdpcg0110m000).
- LN kan alleen naar promotiematrices zoeken als u een zoekprioriteit voor de matrixdefinitie hebt opgegeven in de sessie Matrixprioriteiten (tdpcg0120m000).
- Volgorde
-
Het volgnummer voor de promotiematrix, dat telkens wanneer u de relevante promotiematrix opgeeft automatisch met één wordt verhoogd.
- Omschrijving
-
De omschrijving van de promotiematrix.
- Ingangsdatum
-
De eerste datum waarop de promotiematrix geldig is. De default ingangsdatum is gelijk aan de systeemdatum.
- Vervaldatum
-
De laatste datum waarop de promotiematrix geldig is. Als dit veld niet wordt ingevuld, blijft deze promotiematrix altijd geldig.
- Promotie
-
De promotie waarvoor de matrix is aangemaakt.
- Verzenden-aan relatie
-
De relatie waarnaar u de bestelde goederen verzendt. Die is meestal een distributiecentrum of magazijn van de klant. De definitie bevat het default magazijn van waaruit u de goederen wilt verzenden, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde verkopen-aan relatie.
- Factureren-aan relatie
-
De relatie waarnaar u facturen stuurt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van de debiteur, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen, en de gerelateerde betalen-door relatie.
- Afzetkanaal relatie
-
Een verkoop- of distributiekanaal dat gebruikt wordt om goederen aan klantgroepen toe te wijzen.
U kunt afzetkanalen koppelen aan verkopen-aan relaties en aan artikelen. Afzetkanalen kunnen worden gebruikt in verband met vrije voorraad (available-to-promise, ATP).
U kunt een bepaald ATP-volume toekennen aan een afzetkanaal. Dit volume beperkt de vrije voorraad voor dat afzetkanaal tot een maximum.
- Orderherkomst
-
De bron van de informatie waarop een order is gebaseerd, zoals sessies van LN of door de gebruiker gedefinieerde bronnen, zoals telefoon, e-mail, enzovoort.
- Verkopen-aan branche
-
Een groep klanten, leveranciers of medewerkers die in dezelfde bedrijfstak werken.
Branches kunnen gebruikt worden als selectiecriterium bij het genereren van verslagen of overzichten van statistische en historische gegevens.
- Ordersoort
-
Een code waarmee de aard of de functie van een order en derhalve ook van het bericht, wordt aangeduid.
Voorbeelden:
- Normale order versus retourorder
- Factuur versus creditnota
De classificatie die bepaalt welke sessies (in welke volgorde) onderdeel zijn van de orderprocedure. U kunt ook een van de volgende categorieën aan de ordersoort toekennen: kostenorder, haalorder, retourorder en uitbestedingsorder.
Ordersoortcodes zijn vereist in de ERP EDI-berichten die gerelateerd zijn aan een enkelvoudige order. Aan enkelvoudige orders gerelateerde EDI-berichten dienen voor de verwerking van:
- Orders (ANSI X12 850, UN/EDIFACT ORDERS).
- Orderwijzigingen (ANSI X12 860, UN/EDIFACT ORDCHG).
- Orderbevestigingen (ANSI X12 855 en 865, UN/EDIFACT ORDRSP).
- Facturen (ANSI X12 810, UN/EDIFACT INVOIC).
- Verkoopbureau
-
Een bedrijfsonderdeel, duidelijk gedefinieerd in het bedrijfsmodel, voor het beheren van verkooprelaties met zakenrelaties. Het verkoopbureau wordt gebruikt om de locaties te identificeren die verantwoordelijk zijn voor de verkoopactiviteiten van de organisatie.
- Parent-relatie prijzen
-
De parent-relatie die wordt gebruikt om een groep klanten met dezelfde prijzen of prijsovereenkomsten te classificeren.
- Prijslijst
-
Lijst met default prijzen en kortingen voor klanten en leveranciers. U kunt prijslijsten koppelen aan artikelen en artikelgroepen, en aan verkopen-aan en kopen-van relaties.
- Betaalwijze
-
De wijze waarop de betaling (inkoopfactuur) of de incasso (verkoopfactuur) plaatsvindt. De betaalwijze definieert gegevens zoals het maximumbedrag, de soort vervaldatum, of vreemde valuta toegestaan zijn en welke gegevens afgedrukt moeten worden op het verslag.
Deze gegevens zijn defaults die u zonodig kunt wijzigen op de order of factuur.
- Leveringscondities
-
De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.
- Verkopen-aan soort
-
Een manier om relaties met vergelijkbare kenmerken te groeperen, bijvoorbeeld relaties uit lidstaten van de EU of relaties waarvoor specifieke douaneregels gelden.
NBEen soort relatie is niet hetzelfde als een relatierol of een financiële relatiegroep.
- Regio
-
Een regio wordt gebruikt om relaties, klanten, leveranciers en medewerkers te groeperen op basis van hun geografische locatie.
- Valuta
-
Een algemeen geaccepteerd ruilmiddel, zoals munten, bankbiljetten en andere financiële middelen.
De volgende soorten valuta zijn beschikbaar in LN:
- Eigen valuta, die intern door bedrijven wordt gebruikt voor het berekenen van kosten, vastleggen van begrotingen en het registreren van belastingbedragen
- Mutatievaluta, die wordt gebruikt bij mutaties met relaties, zoals orders en facturen.
- Promotiegroep
-
De promotiegroep waartoe de promotie behoort.