Prijsmatrices inkoop (tdpcg0130m020)

Deze sessie kunt u gebruiken om prijsmatrices voor de matrixsoort Inkoopprijs op te vragen, in te voeren en te muteren.

Prijsmatrix

Het nummer van de prijsmatrix.

NB
  • Prijsmatrixdefinities kunnen worden opgegeven in de sessie Matrixdefinities (tdpcg0110m000).
  • LN kan alleen naar prijsmatrices zoeken als u een zoekprioriteit voor de matrixdefinitie hebt opgegeven in de sessie Matrixprioriteiten (tdpcg0120m000).
Volgorde

Het volgnummer voor de prijsmatrix, dat telkens wanneer u de relevante prijsmatrix opgeeft automatisch met één wordt verhoogd.

Omschrijving

De omschrijving van de prijsmatrix.

Ingangsdatum

De eerste datum en tijd waarop de prijsmatrix geldig is. De default ingangsdatum is gelijk aan de systeemdatum.

Vervaldatum

De laatste datum waarop de prijsmatrix geldig is. Als u geen datum opgeeft, blijft deze kortingsmatrix altijd geldig.

Prijsboekcode

Een entiteit waarin u prijsgegevens kunt opslaan die gedurende een bepaalde periode gelden.

Een prijsboek bevat de volgende elementen:

  • De koptekst van een prijsboek, met de code, de soort en het gebruik van het prijsboek.
  • Een of meerdere prijsboekregels met de artikelen.

Aan een prijsboek kan een kortingsschema met staffels voor hoeveelheden of waarden worden gekoppeld.

Prijsfactor

Een prijsfactor wordt gebruikt om de basisprijs uit het prijsboek te verhogen of te verlagen bij het berekenen van de prijs per eenheid. Voor de prijsfactor moet een positieve waarde worden opgegeven.

De prijsfactor voor een verhoging met 10% is bijvoorbeeld 1,10 en de prijsfactor voor een verlaging met 15% is 0,85.

Artikel

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
Uitbesteed

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt deze prijsmatrix gebruikt om inkoopprijzen voor uitbesteding op te halen.

NB

Dit veld is alleen beschikbaar als de gekoppelde matrixdefinitie Uitbesteed als een matrixattribuut heeft.

Parent-relatie prijzen

De parent-relatie die wordt gebruikt om een groep leveranciers met dezelfde prijzen of prijsovereenkomsten te classificeren.

Inkoopordersoort

Een code waarmee de aard of de functie van een order en derhalve ook van het bericht, wordt aangeduid.

Voorbeelden:

  • Normale order versus retourorder
  • Factuur versus creditnota

De classificatie die bepaalt welke sessies (in welke volgorde) onderdeel zijn van de orderprocedure. U kunt ook een van de volgende categorieën aan de ordersoort toekennen: kostenorder, haalorder, retourorder en uitbestedingsorder.

Ordersoortcodes zijn vereist in de ERP EDI-berichten die gerelateerd zijn aan een enkelvoudige order. Aan enkelvoudige orders gerelateerde EDI-berichten dienen voor de verwerking van:

  • Orders (ANSI X12 850, UN/EDIFACT ORDERS).
  • Orderwijzigingen (ANSI X12 860, UN/EDIFACT ORDCHG).
  • Orderbevestigingen (ANSI X12 855 en 865, UN/EDIFACT ORDRSP).
  • Facturen (ANSI X12 810, UN/EDIFACT INVOIC).
Betaalwijze

De wijze waarop de betaling (inkoopfactuur) of de incasso (verkoopfactuur) plaatsvindt. De betaalwijze definieert gegevens zoals het maximumbedrag, de soort vervaldatum, of vreemde valuta toegestaan zijn en welke gegevens afgedrukt moeten worden op het verslag.

Deze gegevens zijn defaults die u zonodig kunt wijzigen op de order of factuur.

Leveringscondities

De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.

Productsoort

Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens, die gebruikt worden als sorteer- en selectiecriterium. De productsoort is bedoeld voor het classificeren van artikelen met gelijke kenmerken voor productiedoeleinden.

Productlijn

Een groep producten gemaakt door dezelfde producent, die vergelijkbaar zijn maar verschillen in details zoals maat, vorm, kleur, enzovoort. Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens die voornamelijk worden gebruikt als een selectiecriterium voor artikelen bij rapportage.

Productklasse

Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens voor het onderscheiden van verschillende groepen artikelen binnen een productlijn. De productklassen worden voornamelijk gebruikt als selectiecriterium voor rapportage.

Producent

Een leverancier van eindproducten. Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens voor het sorteren en selecteren.

Prijsgroep

Een groep artikelen waarop dezelfde prijsbepalingskenmerken van toepassing zijn.

Artikelgroep

Een groep artikelen met vergelijkbare kenmerken. Elk artikel behoort tot een bepaalde artikelgroep. De artikelgroep wordt in combinatie met de artikelsoort gebruikt om artikeldefaults in te stellen.

Valuta

Een algemeen geaccepteerd ruilmiddel, zoals munten, bankbiljetten en andere financiële middelen.

De volgende soorten valuta zijn beschikbaar in LN:

  • Eigen valuta, die intern door bedrijven wordt gebruikt voor het berekenen van kosten, vastleggen van begrotingen en het registreren van belastingbedragen
  • Mutatievaluta, die wordt gebruikt bij mutaties met relaties, zoals orders en facturen.
Regio

Een regio wordt gebruikt om relaties, klanten, leveranciers en medewerkers te groeperen op basis van hun geografische locatie.

Kopen-van relatie

De relatie waarbij u goederen of diensten bestelt. Meestal is dit een verkoopafdeling bij de leverancier. De definitie omvat de default prijs- en kortingsovereenkomsten, defaults voor inkooporders, leveringsvoorwaarden en de gerelateerde verzenden-van en factureren-door relatie.

Factureren-door relatie

De relatie die facturen stuurt naar uw organisatie. Meestal is dit de debiteurenadministratie bij de crediteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van uw organisatie, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen en de gerelateerde betalen-aan relatie.

Inkoopbureau

Een bedrijfsonderdeel in uw organisatie dat verantwoordelijk is voor het inkopen van benodigde materialen en diensten voor uw organisatie. U wijst nummergroepen toe aan het inkoopbureau.

Kopen-van soort

Een manier om relaties met vergelijkbare kenmerken te groeperen, bijvoorbeeld relaties uit lidstaten van de EU of relaties waarvoor specifieke douaneregels gelden.

NB

Een soort relatie is niet hetzelfde als een relatierol of een financiële relatiegroep.

Bepalend

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de hoeveelheid en de waarde van de orderregel meegenomen wanneer de totale orderwaarde wordt berekend. De totale orderwaarde bepaalt of een orderkorting kan worden toegepast op de order.

In aanmerking

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, als een orderkorting kan worden toegepast op een order: de orderregel is geschikt voor het toepassen van orderkorting wanneer die korting wordt verdeeld over de orderregels.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, komt de orderregel niet in aanmerking voor orderkorting wanneer de orderkorting wordt verdeeld over de orderregels. Andere regels van dezelfde order kunnen in dat geval wel in aanmerking komen voor de korting.

Stoppen na vinden van korting

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en een korting wordt gevonden, wordt het proces voor het ophalen van de korting gestopt.

Prijslijst

Lijst met default prijzen en kortingen voor klanten en leveranciers. U kunt prijslijsten koppelen aan artikelen en artikelgroepen, en aan verkopen-aan en kopen-van relaties.

Orderherkomst

De bron van de informatie waarop een order is gebaseerd, zoals sessies van LN of door de gebruiker gedefinieerde bronnen, zoals telefoon, e-mail, enzovoort.