Kalendercode (tcccp0110m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de kalendercodes op te vragen en te muteren aan de hand waarvan kalenders worden aangeduid.

In deze sessie definieert u de algemene kalendergegevens zoals de startdatum, de einddatum en de parent-kalender.

De detailsessie Kalendercode (tcccp0110m000) biedt de volgende opties waarmee u de kalenderinstellingen verder kunt specificeren:

  • Werktijden kalender bijwerken (tcccp0226m000)

    U kunt inzoomen op deze sessie, waarin u de kalender kunt bijwerken voor specifieke beschikbaarheidssoorten of voor een specifieke tijdspanne.
  • Werktijden per kalender (tcccp0120m000)

    U kunt inzoomen op deze sessie, waarin u de instellingen voor de werktijdsoorten en de capaciteit van een kalender kunt opvragen en muteren.
  • Kalenderuitzonderingen (tcccp0144m000)

    U kunt inzoomen op deze sessie, waarin u terugkeerpatronen per kalender kunt definiƫren voor uw kalender.

U kunt de bovenstaande opdracht ook selecteren via het betreffende menu. Als u wilt inzoomen op de sessie Beschikbaarheidssoorten per kalender (tcccp0150m000) en beschikbaarheidssoorten aan uw kalender wilt toevoegen, schakelt u in de overzichtssessie de optie Beschikbaarheidssoorten per kalender in via het betreffende menu.

Als u een kalender met alle bijbehorende gegevens wilt verwijderen, selecteert u de kalendercode en klikt u op Verwijderen in het betreffende menu.

Kalendercode

De code waarmee de kalender wordt aangeduid.

Parent-kalender

De parent-kalender van de huidige kalender.

Voor datums die niet in deze kalender zijn gedefinieerd, past LN de parent-kalender toe.

Om een consistente kalenderstructuur te waarborgen, is het aan te bevelen de kalenders voor alle delen van uw organisatie direct of indirect af te leiden van de kalendercode die u als bedrijfskalender hebt geselecteerd.

Een child-kalender moet binnen de doorlooptijd van de parent-kalender liggen. De startdatum van een child-kalender kan dus niet eerder zijn dan de startdatum van de parent-kalender en de einddatum van de child-kalender kan niet later zijn dan de einddatum van de parent-kalender.

Startdatum kalender

De velden Startdatum kalender en Einddatum kalender geven aan welke doorlooptijd op deze kalender van toepassing is.

Een child-kalender moet binnen de doorlooptijd van de parent-kalender liggen. De startdatum van een child-kalender kan dus niet eerder zijn dan de startdatum van de parent-kalender en de einddatum van de child-kalender kan niet later zijn dan de einddatum van de parent-kalender.

Voor de doorlooptijd tussen de startdatum en de einddatum geeft LN gegevens over de werktijden en capaciteit weer in de sessie Werktijden per kalender (tcccp0120m000).

Einddatum kalender

De velden Startdatum kalender en Einddatum kalender geven aan welke doorlooptijd op deze kalender van toepassing is.

Een child-kalender moet binnen de doorlooptijd van de parent-kalender liggen. De startdatum van een child-kalender kan dus niet eerder zijn dan de startdatum van de parent-kalender en de einddatum van de child-kalender kan niet later zijn dan de einddatum van de parent-kalender.

Voor de doorlooptijd tussen de startdatum en de einddatum geeft LN gegevens over de werktijden en capaciteit weer in de sessie Werktijden per kalender (tcccp0120m000).