Financiële basisgegevens opgeven

In elk bedrijf van de soort Financieel of Beide moet u de algemene financiële gegevens invoeren voordat u de financiële basisgegevens kunt definiëren. De algemene financiële gegevens omvatten bijvoorbeeld het boekjaar en het aantal boekingsperioden in het boekjaar.

De bedrijven in een multi-company omgeving moeten veel van de algemene financiële gegevens delen. U hoeft deze gegevens dus niet in elk bedrijf op te geven.

Bedrijven van het type Logistiek die met een financieel bedrijf zijn geïntegreerd, moeten de basisgegevens delen met het financiële bedrijf.

Groepsbedrijf

In een structuur met meerdere financiële bedrijven moet één financieel bedrijf het financiële groepsbedrijf zijn. U moet een aantal algemene financiële gegevens opgeven in de sessie Parameters groepsbedrijven (tfgld0501m000). De financiële bedrijven van een groep delen de gegevens van het financiële groepsbedrijf. Voor meer informatie over een groepsbedrijf raadpleegt u de sectie "Financieel bedrijf" in het hoofdstuk "Multicompany structuren" in de Gebruikershandleiding bedrijfsstructuren met meerdere vestigingen (U9504 NL).

U geeft de basisgegevens als volgt op:

  1. Wijzig het bedrijf in het bedrijf waarin u de gegevens wilt opgeven. Om het bedrijf te wijzigen, wijst u in het menu Meer naar LN-opties en klikt u op Bedrijf wijzigen.
    NB

    Als het bedrijf de gegevens deelt met een bedrijf waarvoor u de gegevens al hebt opgegeven, zijn de gegevens al aanwezig. In dat geval kunt u de bijbehorende stappen overslaan.

  2. Definieer het huidige boekjaar in de sessie Perioden (tfgld0105m000). Voer de volgende stappen uit:

    1. Klik op Nieuwe groep.
    2. Geef in het veld Periodesoort de boekingsperiode op.
    3. Geef het jaar op, bijvoorbeeld 2014.
    4. Selecteer in het betreffende menu de optie Einddatums per boekjaar.
    5. Geef de einddatums van het boekjaar en het bijbehorende belastingjaar op.
    NB

    Later kunt u deze sessie gebruiken om de boekingsperioden te definiëren voor financiële mutaties, rapportagemutaties en belastinggerelateerde mutaties.

  3. Geef in elk financieel bedrijf het groepsbedrijf en het historiebedrijf op in de sessie Bedrijfsparameters (tfgld0503m000). U moet een historiebedrijf (archiefbedrijf) koppelen aan elk financieel bedrijf.

    Als u slechts één financieel bedrijf gebruikt, komt het groepsbedrijf overeen met het huidige bedrijf.

    Op dit punt kunt u alleen het groepsbedrijf en het historiebedrijf opgeven. Later moet u deze sessie nogmaals uitvoeren om de financiële afdeling en de grootboekrekeningen voor de verschillende doelen in te voeren.

  4. Geeft de dimensies en het aantal boekingsperioden op die u wilt gebruiken in de sessie Parameters groepsbedrijven (tfgld0501m000).

    In een structuur met één financieel bedrijf is het financiële bedrijf zijn eigen groepsbedrijf. U moet nog steeds de gegevens invoeren in de sessie Parameters groepsbedrijven (tfgld0101s000).

    Alle financiële bedrijven van de groep gebruiken de dimensies die u voor het groepsbedrijf definieert. U kunt maximaal twaalf dimensies gebruiken voor het analyseren van uw kosten vanuit verschillende perspectieven.

    LN gebruikt de boekingsperioden om de financiële mutaties te groeperen. In de sessie Parameters groepsbedrijven (tfgld0501m000) moet u het aantal perioden in een jaar definiëren. U kunt bijvoorbeeld 52 (wekelijkse) verslagperioden, 12 (maandelijkse) boekingsperioden en vier (driemaandelijkse) belastingperioden hebben. Alle financiële bedrijven van de groep gebruiken de boekingsperioden die u definieert voor het groepsbedrijf.

  5. Definieer de einddatums van specifieke perioden in een boekjaar in de sessie Perioden (tfgld0105m000). Geef de einddatums op voor zoveel perioden als u hebt opgegeven in de sessie Parameters groepsbedrijven (tfgld0501m000).
  6. Definieer voor elk financieel bedrijf in de sessie Periodestatus (tfgld0107m000) de perioden waarin u mutaties kunt boeken. U kunt de status van elke periode afzonderlijk opgeven voor de verschillende financiële modules van LN, zoals Crediteurenadministratie en Debiteurenadministratie.
NB

In de sessie Periodestatus (tfgld0107m000) kunt u de perioden automatisch toevoegen:

  1. Selecteer de periodesoort en het jaar.
  2. Klik op Invoegen. LN vraagt of u alle perioden automatisch wilt invoegen.
  3. Klik op Ja.