De nominale waarde en de margefunctionaliteit implementeren

U implementeert als volgt de nominale waarde en de margefunctionaliteit:

  1. Maak een inspectieorder aan voor een gerelateerde order van een willekeurige herkomst. De order moet een standaardtestprocedure omvatten en er moeten margelimieten zijn opgegeven.
  2. Selecteer de inspectieorderregel in de sessie Inspectieorder (qmptc1100m100) op het tabblad met regels om de inspectieregeldetails te bekijken in de sessie Inspectieorderregels (qmptc1101m000).
  3. Ga als volgt te werk in de sessie Inspectieorderregels (qmptc1101m000):
    • Klik op tabblad Limieten.
    • Bekijk de testgegevens (diagramnaam, diagramsoort, margelimiet, de nominale waarde en de boven- en benedengrenzen voor marge) die LN default instelt op basis van wat is opgegeven in de sessie Kenmerken standaard testprocedures (qmptc0115m000).
  4. Geef in de sessie Inspectieorder (qmptc1100m100) op het tabblad Testgegevens een meetwaarde op die tussen de boven- en benedenlimieten voor marge ligt.
  5. LN geeft in de sessie Inspectieorder (qmptc1100m100) het inspectieresultaat de waarde OK.
    NB

    Als er een waarde is opgegeven die boven of onder het bereik ligt, wordt het testresultaat ingesteld op Niet OK.

  6. Meld de inspectieorde gereed en verwerk de orderinspectie.
  7. Bekijk de resulterende gegevens en de impact die het inspectieproces heeft in de gerelateerde herkomstordersessies.