Productieordergebonden inspectiegegevens

Inspectieorders worden gebruikt voor de inspectie van producten. De orders worden gegenereerd op basis van testcombinaties. Het inspectieproces voor artikelen met een testcombinatie is hetzelfde.

met LN kunt u ook orderspecifieke testprocedures definiƫren. Gegevens van orderspecifieke testprocedures bestaan uit de gekopieerde testcombinatie (d.w.z. de standaardinspectiegegevens) die u voor een bepaalde order in een specifiek scenario kunt wijzigen.

De orderspecifieke inspectieorder wordt nu gegenereerd. Het overige deel van de inspectieprocedure is gelijk aan wat beschreven is vanaf stap 2 (steeksteekproeven) innhet online onderwerp Orderinspecties.

Proces voor het genereren van orderspecifieke testprocedures

  1. U kunt orderherkomsten en de bijbehorende ordergegevens opgeven in de sessie Orderspecifieke testprocedures (qmptc0149m000).

    NB: Om orderspecifieke inspecties te implementeren als u een of meer selectievakjes voor orderspecifieke inspectiegegevens inschakelt in de sessie Parameters Kwaliteitsbeheer (qmptc0100m000). Deze parameters geven aan of orderspecifieke inspectiegegevens wel of niet voor een specifieke order van herkomst kunnen worden vastgelegd.

  2. Hiermee wordt de sessie Orderspecifieke inspecties (qmptc0150m000) gestart vanuit de sessie Orderspecifieke testprocedures (qmptc0149m000). U kunt orderspecifieke inspectieorders wijzigen, toevoegen of verwijderen in de detailsessie Orderspecifieke inspecties (qmptc0150m000).

  3. Hiermee wordt de sessie Orderspecifieke inspectieregels (qmptc0151m000) gestart vanuit de sessie Orderspecifieke inspecties (qmptc0150m000). U kunt nu de orderspecifieke inspectieregels definiƫren. Elke regel staat voor een kenmerk dat is gedefinieerd in de sessie Kenmerken testgroep (qmptc0137m000).