Historie inspectieorderregels (qmptc3506m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om de orderregels van een specifieke uitgevoerde inspectieorder op te vragen. De gegevens van de orderregels kunnen in de detailsessie worden opgevraagd.
- Inspectieorder
-
Een order op basis waarvan inspecties worden uitgevoerd op producten die worden ingekocht, geproduceerd of verkocht.
- Inspectieregel
-
Het regelnummer dat de inspectieorderregel identificeert.
- Aspect
-
Een onderdeel van een artikel. Bijvoorbeeld, een bout kan de aspecten kop en schroefdraad hebben. Een aspect kan één of meer kenmerken hebben. Een kop kan bijvoorbeeld een diameter en een lengte hebben en de schroefdraad een diameter en een kleur.
- Kenmerk
-
Een verwijzing naar een bijzondere kwaliteit of een onderscheidingsteken van een artikel of een onderdeel/component van een artikel. Bijvoorbeeld: diameter, lengte, gewicht.
- Document
-
Het document dat is gekoppeld aan de conformiteitsrapportage.
NBDit veld is alleen ingeschakeld als het selectievakje Parameters Kwaliteitsbeheer (qmptc0100m000).
is ingeschakeld in de sessieInfor LN vult de waarde op dit veld van de Kwaliteitsbeheerdocumenten (tcbcm0120m100) alleen in als het selectievakje is ingeschakeld.
- Soort kenmerk
-
De soort waarde die wordt gemeten.
- Kenmerkeenheid
-
De eenheid waarin het kenmerk van het artikel uitgedrukt wordt, bijvoorbeeld, meters, kilogrammen.
NBAls u Breuk of Geheel getal selecteert in het veld Soort kenmerk, is het verplicht om een waarde op te geven in het veld Kenmerk-eenheid. Als u Optie selecteert, kunt u het veld Kenmerk-eenheid leeg laten.
- Kenmerk voor algoritme
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt dit kenmerk gebruikt als variabele of constante in het algoritme van een ander kenmerk.
- Optieset
-
Een verzameling van mogelijke waarden van een kenmerk. Per waarde (optie) kunt u aangeven of die wel of niet acceptabel is.
De opties blauw en rood vormen samen een optieset.
Voorbeeld
Kenmerk pH-waarde Test Lakmoesproef Opties blauw = acceptabel rood = niet acceptabel - Methode
-
Het type kenmerkwaarde of de wijze waarop de kenmerkwaarde wordt berekend.
- Algoritme
-
Een expressie die gebruikt wordt om een kenmerk te berekenen door middel van andere variabelen of vaste kenmerken.
NBU kunt alleen gegevens invoeren op het veld Algoritme als u Algoritme hebt ingevoerd in het veld Methode. Toets de naam in van het algoritme dat wordt gebruikt voor het berekenen van het kenmerk.
- Werkelijke startdatum
-
De datum waarop de eerste gegevens zijn ingevoerd voor de inspectieorderregel. Deze datum wordt automatisch bijgewerkt in de sessie Testgegevens inspectieorders (qmptc1115m000) en kan niet worden gewijzigd.
- Werkelijke datum gereed
-
De datum waarop de inspectieorder is gereedgemeld. Deze datum wordt automatisch bijgewerkt in de sessie Orderinspecties gereedmelden/verwerken (qmptc1202m000) en kan niet worden gewijzigd.
- Test
-
Een controle die op een kenmerk wordt uitgevoerd. Aan een kenmerk kunnen een of meer tests worden gekoppeld.
- Testlocatie
-
De fysieke locatie waar testen plaatsvinden.
- Duurzaamheidsproef
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de duurzaamheid getest en kan het artikel na het testen niet meer worden gebruikt.
Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de duurzaamheid niet getest en is het artikel na het testen nog geschikt voor gebruik.
- Soort resultaat
-
Het soort resultaat dat door gebruiker wordt gemeld.
- Testeenheid
-
Eenheid die van toepassing is op de test. Bijvoorbeeld meter, liter of kilogram.
NBDe kenmerkeenheid is de default waarde. De testeenheid en de kenmerkeenheid moeten dezelfde grootheid hebben.
- Teststandaard
-
De standaardnorm die doorgaans voor de test wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, een DIN-norm.
- Kennisgebied
-
Specifieke kennis of bekwaamheid die een medewerker moet hebben om activiteiten uit te voeren. Bijvoorbeeld kennis van elektriciteit, specifiek materieel, enz.
- Medewerker
-
De persoon die de test op dit kenmerk uitvoert.
- Instrument
-
Het default instrument voor het meten van het kenmerk.
- Omschrijving
-
De omschrijving of naam die bij de code hoort.
- Instrumentnummer
-
Het instrumentnummer waarmee het instrument kan worden getraceerd.
- Vaste kenmerkwaarde
-
De waarde van een constante (d.w.z. een vast kenmerk) die wordt gebruikt in algoritmen.
Bijvoorbeeld: Kenmerk Zwaartekracht heeft als Vaste kenmerkwaarde 13,4
NBDit geldt alleen als het veld Methode op Vast staat. Als het veld Soort kenmerk op Geheel getal staat, wordt de vaste kenmerkwaarde afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Gebruikersinvoer Afgeronde waarde 5 11 4 10 6 11 - Kenmerkstandaard
-
De standaardnorm die doorgaans voor kenmerken wordt gebruikt. Dit veld dient alleen om informatie te verschaffen.
Bijv. een DIN-norm of ISO-norm.
- Waardetype
-
De soort waarde van het kenmerk.
Toegestane waarden
- Norm
- Nominaal
- Niet van toepassing
- Diagramnaam
-
De code van de chartnaam waarop de nominale waarden van toepassing zijn.
NBDit veld is alleen beschikbaar als de optie Nominaal is geselecteerd op het veld Waardetype.
- Type chart
-
De code van het charttype waarvoor de nominale waarden van toepassing zijn.
NBDit veld is alleen beschikbaar als de optie Nominaal is geselecteerd op het veld Waardetype.
- Standaard tolerantie
-
De code van de standaardtolerantie die is gekoppeld aan de reeks nominale waarden.
NBDit veld is alleen beschikbaar als de optie Nominaal is geselecteerd op het veld Waardetype.
- Nominale waarde
-
De nominale waarde van het kenmerk, uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBDit veld is alleen beschikbaar als de optie Nominaal is geselecteerd op het veld Waardetype.
U kunt de waarde op dit veld opgeven indien het veld Soort kenmerk is ingesteld op Optie en deze waarde niet wordt gebruikt om het inspectieresultaat te bepalen.
Als de invoer betrekking heeft op testregels voor kwaliteit ( Soort resultaat is Kwalitatief voor de bijbehorende inspectieorderregel), wordt deze waarde alleen gebruikt om de informatie weer te geven en niet om de inspectieresultaten te bepalen.
- Norm
-
De norm is de gewenste kwaliteit van dit kenmerk, uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBDit veld is niet van toepassing als u Vast invoert op het veld Methode of Optie op het veld Soort kenmerk.
U kunt de waarde op dit veld opgeven indien het veld Soort kenmerk is ingesteld op Optie en deze waarde niet wordt gebruikt om het inspectieresultaat te bepalen.
Als de invoer betrekking heeft op testregels voor kwaliteit ( Soort resultaat is Kwalitatief voor de bijbehorende inspectieorderregel), wordt deze waarde alleen gebruikt om de informatie weer te geven en niet om de inspectieresultaten te bepalen.
- Norm
-
De norm is de gewenste kwaliteit van dit kenmerk, uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBDit veld is niet van toepassing als u Vast invoert op het veld Methode of Optie op het veld Soort kenmerk.
- Bovengrens
-
Toets de hoogste kenmerkwaarde in waarvoor de kwaliteit acceptabel is. Deze wordt uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBHet veld Bovengrens moet groter zijn dan of gelijk zijn aan de waarde van het veld Norm.
U kunt de waarde op dit veld opgeven indien het veld Soort kenmerk is ingesteld op Optie en deze waarde niet wordt gebruikt om het inspectieresultaat te bepalen.
Als de invoer betrekking heeft op testregels voor kwaliteit ( Soort resultaat is Kwalitatief voor de bijbehorende inspectieorderregel), wordt deze waarde alleen gebruikt om de informatie weer te geven en niet om de inspectieresultaten te bepalen.
- Bovengrens
-
De grootheid waarin het artikel of de goederen worden beheerd. Bijvoorbeeld, een hoeveelheid hout kan uitgedrukt worden in lengte door de eenheid meter te gebruiken, of in volume door de eenheid kubieke meter te gebruiken.
- Ondergrens
-
Toets de laagste kenmerkwaarde in waarvoor de kwaliteit acceptabel is. Deze wordt uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBHet veld Ondergrens moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de waarde van het veld Norm.
U kunt de waarde op dit veld opgeven indien het veld Soort kenmerk is ingesteld op Optie en deze waarde niet wordt gebruikt om het inspectieresultaat te bepalen.
Als de invoer betrekking heeft op testregels voor kwaliteit ( Soort resultaat is Kwalitatief voor de bijbehorende inspectieorderregel), wordt deze waarde alleen gebruikt om de informatie weer te geven en niet om de inspectieresultaten te bepalen.
- Ondergrens
-
Toets de laagste kenmerkwaarde in waarvoor de kwaliteit acceptabel is. Deze wordt uitgedrukt in de kenmerkeenheid.
NBHet veld Ondergrens moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de waarde van het veld Norm.