Orderspecifieke inspecties collectief bijwerken (qmptc0250m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de orderspecifieke gegevens van een reeks herkomstorders collectief toe te voegen, bij te werken of te verwijderen.

Het veld Bijwerk-modus heeft de waarde:

  • Toevoegen: nieuwe orderspecifieke inspectiegegevens worden gegenereerd vanuit de basisgegevens.
  • Bijwerken: de bestaande inspectiegegevens worden verwijderd, waarna nieuwe inspectiegegevens vanuit de basisgegevens worden gegenereerd.
  • Verwijderen: orderspecifieke inspectiegegevens worden verwijderd.
NB

Meestal toetst u een selectie in voor slechts één herkomst (tenzij die selectie meerdere herkomsten betreft). Heeft u meer dan één herkomst geselecteerd (zonder een selectie), dan worden alle orders van herkomst bijgewerkt.

Bijwerk-modus

Orderspecifieke inspectiegegevens kunnen op verschillende manieren worden gewijzigd:

1.

Een geïntegreerde module of een geïntegreerd pakket waarin een (inspectie)order is aangemaakt.

In het pakket Kwaliteit kan een inspectieorder gerelateerd worden aan verschillende herkomsten:

Verkoop
Voorraadinspectie
Productie (RPT)
Routing (RPT)
Service
Magazijnoverboekingen
Reparatieverkoop
Batch-reparatie
Reparatiewerk
Inkoop
Magazijnoverboeking (handmatig)
Niet van toepassing
Productie (JSC)
Stuklijstbeheer (BOM)
Routingbeheer (TI)
Verkoopafroepschema
Project
Inkoopafroepschema
Projectcontract
EP-verdeling
Voorraadinspectie
Bewerking

Een van een reeks stappen binnen een routing die achtereenvolgens moet worden uitgevoerd om een artikel te produceren.

Tijdens een routingbewerking worden de volgende gegevens verzameld:

  • De taak. Bijvoorbeeld, zagen.
  • De machine waarmee de taak wordt uitgevoerd (optioneel). Bijvoorbeeld, een zaagmachine.
  • De plaats waar de taak wordt uitgevoerd (afdeling). Bijvoorbeeld, houtbewerking.
  • Het aantal medewerkers dat nodig is voor het uitvoeren van de taak.

Met deze gegevens worden orderlooptijden berekend, productieorders gepland en kostprijzen berekend.

Bewerking

Een van een reeks stappen binnen een routing die achtereenvolgens moet worden uitgevoerd om een artikel te produceren.

Tijdens een routingbewerking worden de volgende gegevens verzameld:

  • De taak. Bijvoorbeeld, zagen.
  • De machine waarmee de taak wordt uitgevoerd (optioneel). Bijvoorbeeld, een zaagmachine.
  • De plaats waar de taak wordt uitgevoerd (afdeling). Bijvoorbeeld, houtbewerking.
  • Het aantal medewerkers dat nodig is voor het uitvoeren van de taak.

Met deze gegevens worden orderlooptijden berekend, productieorders gepland en kostprijzen berekend.