Algoritmen (qmptc0121m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om algoritmen weer te geven.

In de detailsessie kunt u instrumenten definiëren en/of muteren.

NB

Bij het definiëren van een nieuw algoritme, kunt u het veld Expressie pas vullen nadat u de volgende procedure hebt uitgevoerd:

  • Definieer in deze sessie een algoritme.
  • Indien er geen variabelen zijn vastgelegd, definieer dan de variabelen van de expressie in de sessie Algoritme-variabelen (qmptc0123m000).
  • Koppel de variabelen aan het algoritme in de sessie Algoritmevariabelen (qmptc0122m000).
  • Selecteer het algoritme waaraan u een expressie wilt koppelen in de sessie Algoritmen (qmptc0121m000), en vul het veld Expressie in.

Op het veld Expressie kunt u een expressie definiëren die variabelen met verschillende kenmerkeenheden bevat.

Zo kunt u voor het berekenen van de inhoud van een vat de volgende expressie intoetsen:

oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters)

Zorg er wel voor dat de expressie wordt geconverteerd naar de algoritme-eenheid die u op het veld Algoritme-eenheid hebt ingevuld. Voor het intoetsen van bijvoorbeeld cm3 op het veld Algoritme-eenheid moet u op het veld Expressie de volgende expressie intoetsen:

oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters) * 100

Voor het formuleren van een algoritme-expressie kunt u gebruikmaken van maximaal 99 variabelecodes (zie de sessie Algoritme-variabelen (qmptc0123m000)). Elke gewenste variabele kan worden gedefinieerd en aan een code worden toegekend in de subsessie Algoritmevariabelen (qmptc0122m000).

NB

Als de expressie voor een algoritme niet geldig is, kan het algoritme niet worden gebruikt in sessies Inspectieorderregels (qmptc1101m000) en Orderspecifieke inspectieregels (qmptc0151m000). Als u een algoritme definieert, moet u de algemene gegevens invoeren en die eerst opslaan met de optie Bijwerken. Daarna kunt u pas een expressie intoetsen.

Algoritme

Een expressie die gebruikt wordt om een kenmerk te berekenen door middel van andere variabelen of vaste kenmerken.

Zoekargument

/baanerp/tp/glossary/glossary#000001

Expressie

Geeft aan hoe de algoritmewaarde wordt berekend.

U kunt een expressie vastleggen die variabelen met verschillende kenmerkeenheden bevat. Zo kunt u voor het berekenen van de inhoud van een vat de volgende expressie intoetsen:

oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters)

Zorg er echter wel voor dat de expressie wordt omgerekend naar de algoritme-eenheid die op het veld Algoritme-eenheid wordt ingevoerd. Voor het intoetsen van bijvoorbeeld cm3 op het veld Algoritme-eenheid moet u op het veld Expressie de volgende expressie intoetsen:

oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters) * 100

Algoritme-eenheid

De eenheid waarin het resultaat van de algoritme-berekening wordt uitgedrukt.

Note: 

Na het intoetsen van een algoritme controleert LN de eenheden van het algoritme en de bijbehorende kenmerken, omdat de eenheden dezelfde grootheid moeten hebben. LN controleert niet of de juiste omrekeningsfactoren worden gebruikt.