Instrumenten (qmptc0108m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om instrumenten op te vragen die worden gebruikt voor het testen van artikelen op een bepaald kenmerk.

In de detailsessie kunt u instrumenten aanmaken en/of muteren.

Instrument

Een gereedschap waarmee kwaliteitscontroles worden uitgevoerd om bepaalde kenmerken van een artikel te testen.

Voorbeeld

Instrument zuurmeter
Kenmerk pH-waarde
Instrumentnummer

Het instrumentnummer waarmee het instrument kan worden getraceerd.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Instrumentengroep

De code van de instrumentengroep. De groep instrumenten met vergelijkbare kenmerken.

Testlocatie

De fysieke locatie waar testen plaatsvinden.

Kennisgebied

Specifieke kennis of bekwaamheid die een medewerker moet hebben om activiteiten uit te voeren. Bijvoorbeeld kennis van elektriciteit, specifiek materieel, enz.

Eenheid kleinst meetbare hoeveelheid

De eenheid waarin de kleinst meetbare waarde wordt uitgedrukt.

De grootheid van de kleinst meetbare eenheid moet gelijk zijn aan die van de eenheid van het kenmerk waarvoor dit instrument wordt gebruikt.

Voorbeeld

Een micrometer.

Met een micrometer kunt u metingen uitvoeren met een nauwkeurigheid van 10 micrometer. Dus voert u de micrometer in op het veld Eenheid kleinst meetbare hoeveelheid en 10 op het veld Kleinst meetbare hoeveelheid.

Kleinst meetbare hoeveelheid

De nauwkeurigheidsgraad van het meetinstrument.

Voorbeeld

Een micrometer.

Met een micrometer kunt u metingen uitvoeren met een nauwkeurigheid van 10 micrometer. Dus voert u de micrometer in op het veld Eenheid kleinst meetbare hoeveelheid en 10 op het veld Kleinst meetbare hoeveelheid.

Soort interval

Het interval tussen twee opeenvolgende calibraties. Het interval geeft aan wanneer de volgende calibratie plaatsvindt: na n dagen of na n keren te zijn gebruikt.

Interval (dagen/keren gebruikt)

Geeft aan wanneer de calibratie plaatsvindt;

Als u Tijd hebt geselecteerd op het veld Soort interval, toetst u het aantal dagen in.

Als u Aantal keren gebruikt hebt geselecteerd op het veld Soort interval, toetst u het aantal keren in.

Geblokkeerd voor kalibratie

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, blokkeert u het instrument voor calibratie. Een geblokkeerd instrument kan niet voor inspecties worden gebruikt.

Een instrument wordt automatisch geblokkeerd als het voor calibratie geselecteerd is via de sessie Instrumenten kalibreren (qmptc3201m000). Als een instrument is geblokkeerd, kunt u geen gegevens muteren die betrekking hebben op de calibratie.

Een instrument kan worden gedeblokkeerd met de sessie Kalibratiedatums instrumenten (qmptc3202m000).

Laatste kalibratiedatum

De laatste keer dat het instrument is gecalibreerd.

Volgende kalibratiedatum

De datum van de volgende calibratie van het instrument.

Dit veld is alleen van toepassing als u Tijd hebt geselecteerd op het veld Soort interval.

Volgende kalibratiedatum = Laatste kalibratiedatum+ Interval (dagen/keren gebruikt)

of

Volgende kalibratiedatum = huidige datum + Interval (dagen/keren gebruikt)

Volgende kalibratie (aantal keren gebruikt)

Geeft aan hoeveel keer het instrument kan worden gebruikt voordat de volgende calibratie plaatsvindt.

Dit veld is alleen van toepassing als u Aantal keren gebruikt hebt geselecteerd op het veld Soort interval.

Volgende kalibratie (aantal keren gebruikt) = Interval - Werkelijk aantal keren gebruikt

Werkelijk aantal keren gebruikt

Het aantal keren of het aantal dagen dat het instrument voor testdoeleinden is gebruikt sinds de laatste calibratie.

NB

De waarde van dit veld wordt beïnvloed door de sessies Testgegevens inspectieorders (qmptc1115m000) en Kalibratiedatums instrumenten (qmptc3202m000).