Woordenlijst
inspectieorder
Een order op basis waarvan inspecties worden uitgevoerd op producten die worden ingekocht, geproduceerd of verkocht.
optieset
Een verzameling van mogelijke waarden van een kenmerk. Per waarde (optie) kunt u aangeven of die wel of niet acceptabel is.
De opties blauw en rood vormen samen een optieset.
Voorbeeld
Kenmerk | pH-waarde |
Test | Lakmoesproef |
Opties | blauw = acceptabel |
rood = niet acceptabel |
calibratie
Het ijken van een instrument om het geschikt te maken voor gebruik.
testgroep
Hiermee legt u de frequentie en grootte van steekproeven vast.
frequentie-eenheid
De eenheid waarin de steekproefgrootte wordt uitgedrukt.
herkomst
Een geïntegreerde module of een geïntegreerd pakket waarin een (inspectie)order is aangemaakt.
variabele
Een code die de waarde van een aspect of kenmerk vertegenwoordigt. Deze waarde wordt gebruikt in de expressie van een algoritme om de waarde van een ander aspect of kenmerk te berekenen.
kwaliteitscombinatie
Hiermee geeft u aan hoe inspectieorders worden gegenereerd en inspecties worden uitgevoerd.
Aan een kwaliteitscombinatie zijn de volgende gegevens gekoppeld:
- De module of het pakket waar de kwaliteitsinspecties vandaan komen.
- Het artikel of de kwaliteitsgroep waarop de kwaliteitsinspecties van toepassing zijn.
- De kwaliteitseisen waaraan moet worden voldaan (vastgelegd met behulp van de kwaliteitscode).
volgnummer
Het volgnummer van de inspectieorder aan de hand waarvan kenmerken worden getest met behulp van verschillende steekproeven.
frequentie
Het interval tussen twee steekproeven, uitgedrukt in de frequentie-eenheid.
Uitleg: op elke 100 stuks worden voor een nieuwe steekproef 10 stuks genomen. Er zijn dan 11 steekproeven van elk 10 stuks.
Voorbeeld
Steekproef | 10 stuks |
Frequentie | 100 stuks |
Orderhoeveelheid | 1150 stuks |
serienummer
Een uniek nummer dat door LN is gegenereerd om onderscheid te maken tussen de verschillende metingen die voor één steekproefhoeveelheid zijn uitgevoerd. Het aantal metingen is gebaseerd op de testhoeveelheid.
Voorbeeld
Steekproefhoeveelheid | 100 stuks |
Testhoeveelheid | 20 stuks |
Uitleg: u moet 5 steekproeven van elk 20 stuks nemen om een steekproefhoeveelheid van 100 stuks (100/20=5) te verkrijgen. Er worden dus 5 testregels gegenereerd, die elk een uniek volgnummer krijgen.
standaard testprocedure
De code waaraan gegevens zijn gekoppeld om te controleren of een artikel voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Met deze code kunt u veel tijd besparen, omdat een standaard testprocedure kan worden gebruikt voor een groep producten die aan dezelfde kwaliteitsnormen moeten voldaan en die op dezelfde wijze moeten worden getest.
steekproefregel
De regels die zijn gebaseerd op steekproefplannen. De regels bepalen hoe en wanneer steekproeven worden genomen alsmede de criteria voor de steekproef en het accepteren/afkeuren van het monster.
steekproefplan
Een plan dat wordt bepalend is voor:
- Grootte van steekproef(hoeveelheid)
- Norm voor te volgen inspecties.
- De voor het artikel vereiste prioriteit van de inspectie.
inspectienorm
De normen (voorbeeld ISO, DIN, MIL, enz.) die worden gehanteerd tijdens het testen van een of meer kenmerken van een product om per kenmerk te bepalen of het product voldoet aan de vereiste kwaliteitseisen.
prioriteit inspectie
De voor het artikel vereiste prioriteit van de inspectie. U kunt op basis van de werkelijke inspectieresultaten het prioriteitsniveau van de inspectie dat betrekking heeft op een artikelkenmerk, handmatig en/of automatisch verhogen of verlagen U kunt het prioriteitsniveau op een van de volgende waarden zetten:
- Normaal
- Gereduceerd
- Verhoogd
inspectieniveau
Het niveau waarop inspecties worden uitgevoerd.
steekproef-iteraties
Het aantal iteraties dat vereist is om het steekproefproces te voltooien.
iteratie
Het aantal keren dat een proces wordt herhaald om ervoor te zorgen dat aan de inspectienormen wordt voldaan:
geaccepteerde hoeveelheid
Het deel van de steekproefhoeveelheid dat na het testen is geaccepteerd.
afgekeurde hoeveelheid
Het deel van de steekproefhoeveelheid dat na het testen is afgekeurd.
testhoeveelheid
Het deel van de steekproefhoeveelheid dat wordt getest. Voorbeeld: Een monster van 5 kg wordt getest (1 kg per keer).
codeletter
Letters dienen ter bepaling van de verschillende codeletters die op een steekproefregel van toepassing zijn.
type diagram
Het type diagram bepaalt hoe het diagram eruit ziet. Bijvoorbeeld de dikte van de lijnen, de hoogte van de staven en de kleuren. In LN zijn default de volgende typen diagrammen aanwezig:
- Staaf
- Laag
- Lijn
- Cirkel
- Spreiding
- Gestapeld
expressie
Geeft aan hoe de algoritmewaarde wordt berekend. U kunt een expressie vastleggen die variabelen met verschillende kenmerkeenheden bevat.
Voorbeeld
De inhoud van een vat wordt berekend met de volgende expressie:
oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters)
Zorg er wel voor dat de expressie wordt geconverteerd naar de algoritme-eenheid die u op het veld Algoritme-eenheid hebt ingevuld. Als u bijvoorbeeld cm3 hebt ingevuld op het veld Algoritme, moet u op het veld Expressie de volgende expressie invoeren:
oppervlakte (in cm2) * hoogte (in meters) * 100
niet-conformiteitsrapport
Dit is een rapport over de niet-conforme materialen tijdens magazijninspecties of bij het verplaatsen van materialen of als het materiaal op voorraad ligt.
verbeterplan (CAP)
Het plan met details van de acties die worden uitgevoerd ter voorkoming van niet-conformiteit of defecten. Het plan is gebaseerd op het rapport niet-conforme materialen (NCMR).
codelettertabel
Letters dienen ter bepaling van de verschillende codeletters die op een steekproefregel van toepassing zijn. De verschillende codeletters bevinden zich in de tabel.
Structuur
Een structuur is een combinatie van een systeem of subsysteem en een defectcode. Deze structuur kan worden gekoppeld aan verschillende combinaties van systemen/subsystemen en defecten.
Categorie
De prioriteit die betrekking heeft op de ernstigste gevolgen voor een defectmodus.
Defectmodus
De modus waarin een artikel of bewerking niet voldoet aan de gewenste functies en de bijbehorende vereisten of deze niet biedt.
Optreden van probleem
De waarschijnlijkheid dat in het geanalyseerde artikel van het defect sprake is en de bijbehorende oorzaak.
Opsporingsinstrumenten
Verwijst naar de instrumenten die worden gebruikt om een oorzaak, defectmodus of gevolg op te sporen.
Gevolg
Een gevolg is het effect van het defect aan het systeem.
Prioriteitnummer risico
Een numerieke classificatie van het risico van elk potentieel defect en de oorzaak. Het nummer geeft de prioriteit van het gevolg aan, de waarschijnlijkheid van het optreden van het defect en de waarschijnlijkheid van opsporing van het defect.
RangPrioriteitsnummer risico = Classificatie categorie * Voorvalsclassificatie * Opsporingsclassificatie
Aanbevolen acties
De taken of activiteiten die worden aanbevolen om het risico dat betrekking heeft op de potentiële oorzaken van defecten te reduceren of te elimineren.