Verbindingsinstellingen

De belangrijkste eigenschappen van een profiel zijn de verbindingsinstellingen. Verbindingsinstellingen zijn vereist om verbinding te maken met Infor LN en moeten worden verstrekt door de systeembeheerder.

  • Op Windows-apparaten worden de verbindingsinstellingen rechtstreeks gekoppeld aan een profiel. Klik op Profielopties in het aanmeldscherm en vervolgens op de knop Verbindingsinstellingen als u de verbindingsinstellingen wilt wijzigen.
  • In Android/iOS bevat een profiel een of meer Omgevingen en zijn de verbindingsinstellingen gekoppeld aan een omgeving. Profielen kunnen worden onderhouden via de optie Profielen beheren in het aanmeldscherm. Omgevingen kunnen alleen worden onderhouden nadat u zich in Mobile Service hebt aangemeld voor een bepaald profiel via de optie Omgevingen in het menu. Selecteer een omgeving en klik op de optie Verbindingsinstellingen als u de instellingen wilt wijzigen.

Verbindingsinstellingen kunnen handmatig worden ingevoerd en gewijzigd. De eenvoudigste manier is een verbindingsinstellingenbestand te laden of een door de systeembeheerder verstrekte QR-code te scannen. Het laden van een bestand met verbindingsinstellingen of scannen van een QR-code is verplicht wanneer de authenticatie via ION API plaatsvindt (bijvoorbeeld wanneer verbinding wordt gemaakt met een multi-tenant cloudomgeving).

De volgende verbindingsinstellingen zijn vereist als er geen authenticatie via ION API plaatsvindt:

  • Gebruikersnaam: De gebruikersnaam om verbinding te maken met de Infor LN-backend. In het geval van een Single Sign On-omgeving (SSO) is dit de SSO-gebruikersnaam. Anders is het de LN backend-gebruikersnaam.
  • Wachtwoord: Het wachtwoord om verbinding te maken met de Infor LN-backend.
  • LN UI-server (URL): De URL van de Infor LN UI-server.
  • LN-omgeving: De omgeving waarin Infor LN actief is.
  • Bedrijf: Het logistieke databedrijf van LN.

Geef de volgende velden op als de authenticatie via ION API plaatsvindt:

  • Bedrijf: Het logistieke databedrijf van LN.
NB

Als uw organisatie gebruikmaakt van Mobile Device Management (MDM), is het misschien niet mogelijk om een LN UI-server en een LN-omgeving in te voeren. In dat geval is het veld Beheerde server beschikbaar en kan alleen een Managed Server worden geselecteerd. Dit is alleen op Android/iOS-apparaten van toepassing.