Een proces optimaliseren via Quick Flow

Quick Flow wordt voor een menuoptie in een sessie als volgt geactiveerd:

  1. Controleer of Quick Flow door de optie wordt ondersteund. Dit gaat als volgt:
    1. Start de betreffende sessie.
    2. Open het menu met de gewenste menuoptie.
    3. Als Quick Flow wordt ondersteund door de menuoptie, verschijnt er een selectievakje achter de optie. Als dit selectievakje leeg is, dan wordt Quick Flow ondersteund, maar is nog niet geactiveerd voor deze optie. Ga verder met de volgende stap.
      NB

      Als het selectievakje een bliksempictogram bevat, dan is Quick Flow al geactiveerd voor deze optie.

  2. Sla de default instellingen voor de menuoptie op. Dit gaat als volgt:
    1. Selecteer de menuoptie. Het bijbehorende dialoogvenster wordt weergegeven.
    2. Geef de default instellingen op in het dialoogvenster.
    3. Klik op het tandwielpictogram in dialoogvenster en selecteer Defaults opslaan.
    4. Sluit het dialoogvenster.
  3. Open nogmaals het menu met de gewenste menuoptie. Selecteer het selectievakje naast de menuoptie. Er wordt een bliksempictogram weergegeven in het selectievakje. Quick Flow is nu voor de menuoptie ingeschakeld.
  4. Test het resultaat. Dit gaat als volgt:
    1. Selecteer een of meerdere records in het raster van de sessie.
    2. Selecteer de menuoptie waarvoor u Quick Flow hebt ingeschakeld. Het bijbehorende instellingendialoogvenster wordt overgeslagen.

Voorbeeld

Het menu Afdrukken in de sessie Correctieorders (whinh5120m000) bevat de optie Correctieorders. Als u deze optie selecteert, wordt de sessie Correctieorders afdrukken (whinh5420m000) gestart. De sessie bevat meerdere tabbladen waarop u een apparaat selecteert en selecties en verschillende opties voor het rapport opgeeft. U gebruikt Quick Flow om deze tabbladen over te slaan, zodat het rapport direct wordt afgedrukt.

De tabbladen van de sessie Correctieorders afdrukken (whinh5420m000) onderdrukken:

  1. Start de sessie Correctieorders (whinh5120m000).
  2. Open het menu Afdrukken van de sessie. Voer daartoe een van de volgende stappen uit:
    • Klik op de Pijl omlaag als deze wordt weergegeven naast de knop Afdrukken in de werkbalk.
    • Selecteer Acties > Afdrukken als er geen Pijl omlaag is geselecteerd.

    Er wordt een leeg selectievakje weergegeven achter de optie Correctieorders. Dit geeft aan dat Quick Flow wordt ondersteund, maar nog niet is geactiveerd voor deze optie.

  3. Selecteer de optie Correctieorders in het menu Afdrukken. De sessie Correctieorders afdrukken (whinh5420m000) wordt gestart. Voer in deze sessie de volgende stappen uit:
    1. Geef de defaultinstellingen op in de sessietabbladen Apparaat en Opties.
    2. Klik op het tandwielpictogram in de werkbalk van de sessie.
    3. Selecteer Defaults opslaan.
    4. Sluit de sessie Correctieorders afdrukken (whinh5420m000) wordt.
  4. Ga terug naar de sessie Correctieorders (whinh5120m000).
  5. Open het menu Afdrukken van de sessie nogmaals en schakel het selectievakje in naast de optie Correctieorders. Er wordt een bliksempictogram weergegeven in het selectievakje. Quick Flow is nu ingeschakeld voor de optie Correctieorders.
  6. Selecteer een of meerdere records in het raster van de sessie Correctieorders (whinh5120m000) en selecteer Correctieorders in het menu Afdrukken. Het rapport Correctieorders wordt direct afgedrukt.