Details gebruikersprofiel (uigwt0102s000)

Opties > Instellingen > Nieuw

U kunt deze pagina gebruiken om gebruikerspecifieke instellingen in LN UI te bekijken en aan te passen.

Deze pagina bevat de volgende tabbladen:

  • LN-instellingen
  • EM-instellingen

    De velden op het tabblad EM-instellingen zijn alleen ingeschakeld als de beheerder van LN u toegang heeft gegeven tot de procesbrowser in Infor LN (Infor LN Enterprise Modeler).

  • Voorkeuren

De werkbalk bevat het menu Favorieten.

NB
  • Nadat u een van de instellingen op deze pagina hebt gewijzigd, dient u LN UI opnieuw te starten.
  • Afhankelijk van de autorisatie-instellingen kunnen bepaalde velden op het tabblad Voorkeuren alleen-lezen zijn.

    Zie Gebruikersprofielsjablonen.

Menu Favorieten

In de volgende tabel ziet u de opdrachten in het menu Favorieten:

Opdracht Omschrijving
Als favorieten importeren Met deze opdracht kunt u een bestand uploaden dat snelkoppelingen bevat die vanuit een van de volgende gebruikersinterfaceversies zijn geëxporteerd:
  • Web UI 10.10 of hoger
  • Worktop 2.5.20 of hoger
NB

Alleen UTF-8 geëncodeerde bestanden worden ondersteund!

Als u een geldig bestand selecteert, verschijnt de pagina Favorieten importeren (uigwt0102s010).

Zie Favorieten importeren (uigwt0102s010).

Als de startpagina van LN UI een venster met favorieten bevat, worden de geïmporteerde snelkoppelingen als favorieten van LN weergegeven.

Het dialoogvenster Snelkoppelingen exporteren in Worktop bevat het selectievakje Context boomstructuur ERP-sessie verwijderen. Als dit selectievakje is ingeschakeld, werkt de gegenereerde favoriet niet als u niet gemachtigd bent programma's op basis van sessiecode uit te voeren. De optie om programma's op basis van sessiecode uit te voeren, zit opgeslagen in uw sjabloon gebruikersgegevens, die in de meeste gevallen onder het beheer van de LN-beheerder valt.

Favorieten exporteren Hiermee worden de favorieten van LN UI geëxporteerd als de startpagina van LN een venster met favorieten bevat.

Tabblad LN-instellingen

De volgende tabel bevat een overzicht van de velden in het dialoogvenster LN-instellingen:

Veld Omschrijving
Omgevingsnaam De naam van de LN-omgeving waaraan dit gebruikersprofiel is gekoppeld.
Profielnaam De unieke naam voor dit gebruikersprofiel voor deze omgeving. In LN UI wordt automatisch een gebruikersprofiel aangemaakt met de naam Default, wanneer u LN UI voor het eerst opent.
Bshell-naam Als u een andere bshell dan de default bshell voor deze LN-omgeving wilt gebruiken, dient u de naam van de bshell te wijzigen.

De default bshell is door de LN UI-beheerder geconfigureerd.

Opdracht Desgewenst kunt u specifieke opdrachten voor de bshell opgeven.

Tabblad EM-instellingen

De volgende tabel bevat een overzicht van de velden op het tabblad EM-instellingen:

Veld Omschrijving
Uitgesloten subbedrijfsprocessen weergeven Geef een van de volgende waarden op:
Ja
De volgende processen worden weergegeven:
  • Bedrijfsprocessen die deel uitmaken van uw Enterprise Modeler-rol;
  • Bedrijfsprocessen die geen deel uitmaken van uw Enterprise Modeler-rol.
Nee
Alleen bedrijfsprocessen die deel uitmaken van uw Enterprise Modeler-rol worden weergegeven.
Leeg
De waarde van het veld Uitgesloten subbedrijfsprocessen weergeven in de sessie Parameters Enterprise Modeler (tgbrg0135s000) wordt gebruikt.
In oudere versies van de sessie Parameters Enterprise Modeler (tgbrg0135s000) ontbreekt het veld Uitgesloten subbedrijfsprocessen weergeven. In een dergelijk geval wordt Ja als defaultwaarde gebruikt.
Alleen hoofdprocessen weergeven Geef een van de volgende waarden op:
Ja
Alleen hoofdbedrijfsprocessen worden weergegeven.
Nee
Zowel hoofdbedrijfsprocessen als subprocessen worden weergegeven.
Leeg
De waarde van het veld Alleen hoofdbedrijfsprocessen weergeven in de sessie Parameters Enterprise Modeler (tgbrg0135s000) wordt gebruikt.
In oudere versies van de sessie Parameters Enterprise Modeler (tgbrg0135s000) ontbreekt het veld Alleen hoofdbedrijfsprocessen weergeven. In een dergelijk geval wordt Nee als defaultwaarde gebruikt.
DEM-menukeuzen weergeven Geef op welke menu-items uit Enterprise Modeler moeten worden weergegeven als opdrachten in het menu Processen/rollen.

U kunt een of meer van de volgende waarden selecteren:

Help
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor elke door de klant gedefinieerde helptekst uit de Enterprise Modeler-repository en uit het projectmodel. De selectie bestaat onder meer uit helpteksten voor bedrijfsprocessen en voor activiteiten.
URL
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor elke URL die voor een bedrijfsproces of activiteit wordt opgegeven.
Ondersteuningsapplicatie
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor alle ondersteuningsapplicaties.
Gebaseerd op bestand
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor alle op bestanden gebaseerde applicaties die zijn opgegeven in de bedrijfsprocessen.
App op ondersteuningsapp
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor alle applicaties die zijn opgegeven in ondersteuningsapplicaties en waarmee een koppeling is gemaakt in het bedrijfsproces of de activiteit.
Handmatige activiteit
Er wordt een menuopdracht weergegeven voor alle handmatige activiteiten.
Periodieke applicatie
Type DEM-menukeuze weergeven als Geef op hoe de bepaalde typen menu-items in Enterprise Modeler worden weergegeven in het navigatiezijmenu. Als een applicatie meerdere malen in een DEM-proces voorkomt, wordt voor die applicatie slechts één menuopdracht weergegeven.

U kunt een van de volgende waarden selecteren:

Label
Het elementtype wordt weergegeven als een label naast de menuopdracht.
Pictogram
Het elementtype wordt weergegeven als een pictogram naast de menuopdracht.
Label en pictogram
Het elementtype wordt weergegeven als beide, zowel als een pictogram als een label, naast de menuopdracht.
Geen
Het elementtype wordt niet weergegeven.
DEM-bedrijf is altijd hetzelfde als het ERP-bedrijf Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het Enterprise Modeler-bedrijf gewijzigd wanneer het LN-bedrijf in LN UI wordt gewijzigd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, is het Enterprise Modeler-bedrijf afhankelijk van de optie Default DEM-model gebruiken.

Default DEM-model gebruiken Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden het default ingestelde DEM-model en -bedrijf gebruikt. Deze zijn op de server voor deze gebruiker geconfigureerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, moet u de Enterprise Modeler-instellingen opgeven in de volgende velden.

Bedrijf Het Enterprise Modeler-bedrijfsnummer.
Model Het DEM-model.
Versie De Enterprise Modeler-versie.
Optimalisatiefase De Enterprise Modeler-optimalisatiefase.

Tabblad Voorkeuren

In de volgende tabel ziet u welke velden het tabblad Voorkeuren heeft:

Veld Omschrijving
Thema Om de weergave van LN te wijzigen, kunt u één van de volgende vooraf gedefinieerde thema's selecteren:
  • Licht
  • Donker
  • Hoog contrast

Als u dit veld leeg laat, wordt het thema toegepast dat de beheerder voor de LN-omgeving heeft gedefinieerd.

Als een aangepast thema is gedefinieerd en gepubliceerd via de Editor voor aangepast thema (uigwt0108m000), dan bevat dit veld de extra optie Aangepast.

Als Aangepast is geselecteerd, wordt het aangepaste thema toegepast op uw gebruikersinterface.

Als u gemachtigd bent om de Editor voor aangepast thema (uigwt0108m000) te gebruiken, kunt u deze starten via het menu Opties.

De machtiging om de Editor voor aangepast thema (uigwt0108m000) te gebruiken kan worden geconfigureerd in de sessie Sjabloon gebruikersgegevens (ttams1110m000).

Thema navigatiemenu Om de weergave van het navigatiemenu te wijzigen, kunt u één van de volgende vooraf gedefinieerde thema's selecteren:
  • Wit
  • Grafiet
  • Amber
  • Amethist
  • Hemelsblauw
  • Smaragdgroen
  • Robijnrood
  • Leisteen
  • Turquoise

Als een aangepast thema is gedefinieerd en gepubliceerd via de Editor voor aangepast thema (uigwt0108m000), dan bevat dit veld de extra optie Aangepast. Selecteer deze optie om het aangepaste thema voor het navigatiemenu te activeren.

Lettertype Met deze optie kunt u het lettertype wijzigen.

Geef een van de volgende waarden op:

  • Klassiek

    Het lettertype Arial/Helvetica wordt gebruikt. Dit is het default lettertype.

  • Modern

    Het lettertype Source Sans Pro wordt gebruikt. Als er geen lettertypen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van een beperkte internetverbinding, wordt in plaats daarvan het default lettertype Arial/Helvetica gebruikt.

Pictogrammen Met deze optie kunt u de pictogrammen wijzigen.

Geef een van de volgende waarden op:

  • Klassiek

    De klassieke pictogrammenset wordt gebruikt. Dit is de default pictogrammenset.

  • Modern

    De moderne pictogrammenset wordt gebruikt.

Informatiedichtheid scherm Geef de instellingen voor de gewenste informatiedichtheid van het scherm op. Met deze instellingen kunt u de verticale ruimte wijzigen op alle forms.

Toegestane waarden:

  • Compact: hoogste informatiedichtheid
  • Default: normale informatiedichtheid
  • Comfortabel: laagste informatiedichtheid
Sessies in nieuw browservenster starten Geef een van de volgende waarden op:
  • Ingeschakeld: Als u LN-sessies start, wordt elke sessie in een apart browservenster weergegeven. U kunt niet meerdere sessies in één browservenster openen.
  • Uitgeschakeld: Als u LN-sessies start, worden alle sessies in hetzelfde browservenster weergegeven als LN UI.
Aantal te scrollen rijen met elke draai aan muiswieltje Geef het aantal rasterrijen aan waarmee per draai aan het muiswieltje moet worden gescrold.
Navigatiemenu automatisch uit- en invouwen U kunt deze optie gebruiken om het navigatiezijmenu automatisch uit en in te vouwen.

Mogelijke waarden:

Ingeschakeld
Als het menu is verborgen, wordt het menu uitgevouwen wanneer u de muis naar de linkerrand van het scherm beweegt. Zo lang de muis in het uitgevouwen menugedeelte van het scherm blijft, wordt het menu weergegeven. Wanneer u de muis weg beweegt van het navigatiemenu, wordt het menugedeelte van het scherm automatisch weer ingevouwen.
Uitgeschakeld
Het menu wordt niet automatisch uit- en ingevouwen.
Zichtbaarheid van zoompictogrammen in overzichtssessies U kunt deze optie gebruiken om het uiterlijk aan te passen van zoompictogrammen in overzichtssessies.

Mogelijke waarden:

Alleen zichtbaar bij muisaanwijzer erop
Het zoompictogram is alleen zichtbaar als de muisaanwijzer boven een bewerkbaar zoekveld is geplaatst. Dit is het standaard gedrag.
Altijd zichtbaar voor bewerkbare velden
Het zoompictogram is altijd zichtbaar voor bewerkbare zoekvelden.
Altijd zichtbaar
Het zoompictogram is altijd zichtbaar voor alle zoekvelden.
Volgorde sessiehistorie Dit veld kan afhankelijk van de instellingen van de gebruikersprofielsjabloon verborgen zijn.

Geef een van de volgende waarden op:

  • Recentelijk gebruikt: Op de startpagina worden de sessies die voorheen werden gebruikt geordend op volgorde van meest recente starttijd.
  • Vaak gebruikt: Op de startpagina worden de sessies die voorheen werden gebruikt geordend op volgorde van meest naar minst gebruikt.
Voorleesmodus Dit veld geeft aan of de voorleessoftware van JAWS wordt ondersteund.

Mogelijke waarden:

Uitgeschakeld
LN UI ondersteunt de voorleessoftware van JAWS niet.
Ingeschakeld
LN UI schakelt enkele instellingen in waardoor LN UI in combinatie met een JAWS-voorlezer en lokaal geïnstalleerd aangepast JAWS-script kan worden gebruikt. Voor JAWS 17, gecombineerd met Internet Explorer 11, wordt ondersteuning aangeboden. Voor een optimale gebruikservaring raden wij aan LN UI in zelfstandige modus te gebruiken.
Ingeschakeld (inclusief raster)
LN UI schakelt enkele instellingen in waardoor LN UI direct in combinatie met een JAWS-voorlezer kan worden gebruikt. JAWS 2020 wordt ondersteund in combinatie met Microsoft Edge 85.x en Chrome 85.x of hoger. Voor een optimale gebruikservaring raden wij aan LN UI in zelfstandige modus te gebruiken.
NB

Deze functionaliteit wordt alleen ondersteund in het Duits. Zie Infor Support Portal KB 1974288.

Snelle selectie van items in lijsten Dit veld bepaalt hoe er in lijsten wordt omgegaan met opgegeven toetsenbordtekens.

Mogelijke waarden:

Uitgeschakeld
Als u een toetsenbordteken opgeeft, wordt er een zoekvenster geopend, en worden alle items met dat teken weergegeven.

Gebruik pijltje omhoog en pijltje omlaag om te bladeren in het geval er meer dan één item wordt weergegeven.

Druk op Tab of Enter om de selectie te bevestigen.

Ingeschakeld
Als u een toetsenbordteken opgeeft, wordt het eerste item dat met dit teken begint, geselecteerd. Als u het teken nogmaals invoert, wordt het volgende item dat met dit teken begint (als dit er is), geselecteerd.

Gebruik pijltje omhoog en pijltje omlaag om door alle items in de lijst te bladeren.

Als het zoekvenster zichtbaar is, drukt u op Tab of Enter om de selectie te bevestigen.