Laadplannen aanmaken

Lading opbouwen is de kernfunctionaliteit van Transport. Het ladingopbouwmechanisme wordt gebruikt om laadplannen aan te maken. Zie voor meer informatie over ladingopbouw Ladingopbouw.

Het aanmaken van een laadplan gaat als volgt:

  1. Start de sessie Plannen genereren (fmlbd0280m000).

    U kunt de sessie Plannen genereren (fmlbd0280m000) starten vanuit de volgende locaties:

    • Het menu Transportplanning. U kunt dit menu selecteren uit het menu Transport in de webbrowser.
    • De optie Plan genereren in het betreffende menu van de volgende sessies:

      • Grafisch planbord (fmlbd0215m000)
      • Transportorders (fmfoc2100m000)
      • Transportorderregels (fmfoc2101m000)
      • Plannen (fmlbd0110m000)
      • Opnieuw te plannen transportorderregels (fmlbd0120m000)

    Voor de laatstgenoemde sessies is de optie Plan genereren alleen beschikbaar voor transportorders met een lagere status dan In uitvoering.

    U moet de volgende stappen allemaal uitvoeren in de sessie Plannen genereren (fmlbd0280m000).

  2. Aan bestaand plan toevoegen?

    Schakel het selectievakje Aan bestaand plan toevoegen in indien de transportorders waarvoor u ladingen en zendingen wilt aanmaken, aan een bestaand laadplan moeten worden toegevoegd. Selecteer in het veld Omschrijving het laadplan waaraan de nieuwe ladingen en zendingen die u gaat aanmaken, moeten worden toegevoegd, of voer het zelf in.

  3. Selecteer de planningsmethode

    Selecteer het Planningsalgoritme dat u wilt gebruiken om uw laadplan aan te maken. Zie voor meer informatie Planningmethoden.

  4. Selecteer transportorders en transportorderregels waarop u uw laadplan wilt baseren

    U kunt de transportorders en transportorderregels waarvoor u het laadplan wilt aanmaken, als volgt selecteren:

    1. Selecteer de Transportafdeling van de transportorders waarop u uw laadplan wilt baseren. De transportorders van een laadplan moeten bij dezelfde Transportafdeling horen. Om ladingopbouw te kunnen uitvoeren, moet de gebruiker bevoegd zijn om de geselecteerde transportafdeling te gebruiken.
    2. Selecteer de Planninggroep van de transportorderregels waarop u uw laadplan wilt baseren. Om ladingopbouw te kunnen uitvoeren, moet de gebruiker bevoegd zijn om de geselecteerde planninggroep te gebruiken. Zoals beschreven in Transportorders groeperen, kan een transportafdeling meerdere planninggroepen hebben. De transportorderregels van de transportorders die zijn toegekend aan de transportafdeling, kunnen worden toegekend aan elk van de planninggroepen van de transportafdeling. Uw laadplan wordt alleen gebaseerd op transportorderregels die zijn toegekend aan de planninggroep die u hebt geselecteerd in de sessie Plannen genereren (fmlbd0280m000).
    3. Selecteer het bereik van transportorders waarop u uw laadplan wilt baseren. U kunt een selectie maken uit de transportorders die bij de geselecteerde transportafdeling horen. Default wordt het bereik van transportorders ingesteld op alle transportorders. Dit betekent dat LN alle transportorders van de geselecteerde transportafdeling en planninggroep selecteert om het laadplan aan te maken.
    4. Selecteer regels Transportorder. Indien u in de vorige stap een transportorder hebt geselecteerd, kunt u de transportorderregels specificeren van de transportorder die u wilt plannen. Default is het bereik van transportorderregels ingesteld op Alle transportorderregels.
      NB

      U kunt ladingopbouw uitvoeren voor transportorderregels indien de transportorderregels voldoen aan de volgende criteria:

      • Het selectievakje Transportplanning is ingeschakeld voor de transportorderregels of voor de daaraan gekoppelde entiteiten, zoals vervoerssoorten, transportmiddelgroepen, enzovoort.
      • De transportorderregels zijn niet geblokkeerd.
      • De status van de transportorderregel is VerwachtGepland of Geactualiseerd.
      • De laatste laaddatum van de transportorderregels is later dan de LN systeemdatum.
      • De laad- en losadressen zijn volgens hun kalender beschikbaar in de periode die is gedefinieerd door de tijdsintervallen voor laden en lossen.

    5. Selecteer desgewenst een bereik van routeplannen of standaardroutes om een laadplan aan te maken voor de transportorderregels waaraan de geselecteerde routeplannen of standaardroutes worden toegewezen.

      In de sessie Standaardroute / routeplan aan transportorderregel toewijzen (fmfoc2280m000) kunt u routeplannen of standaardroutes toewijzen aan transportorderregels.

      Het aanmaken van laadplannen voor specifieke routeplannen of standaardroutes bespaart tijd, omdat deze laadplannen alleen de transportorderregels bevatten waaraan de opgegeven routeplannen of standaardroutes worden toegewezen. Planning op basis van een beperkt gegevensvolume is gunstig voor de systeemprestaties en zorgt ervoor dat het planningsmechanisme sneller werkt.

    6. Selecteer het bereik van Status van de transportorders waarop u het laadplan wilt baseren. Transportorders met statussen binnen het geselecteerde bereik worden in het laadplan opgenomen. U kunt de statussen VerwachtGepland en Geactualiseerd selecteren. Default wordt het bereik voor de Status in deze velden ingesteld van Verwacht tot Geactualiseerd.
    7. Selecteer de Geplande laaddatum en de Geplande losdatum. Transportorders met laaddatums en losdatums binnen het geselecteerde bereik worden in het laadplan opgenomen. Default wordt het bereik voor de geplande laad- en losdatums in deze velden ingesteld op alle datums.
  5. Selecteer de planningsopties

    De volgende planningsopties zijn beschikbaar:

    • Opnieuw plannen van transportorders

      Zie voor meer informatie Gewijzigde geactualiseerde transportorders opnieuw plannen en Apart opnieuw plannen of in geplande transportorders opnemen.
    • Geplande datums zending gebaseerd op

      Zie voor meer informatie Opties voor bepalen van geplande datums.
    • Selectiecriterium vervoerder/LDV

      In dit veld kunt u opgeven of het ladingopbouwmechanisme moet zoeken naar de snelste, de goedkoopste of de kortste optie voor het transport van de goederen in de ladingen en zendingen van het laadplan. Kortst betekent hier dat de vervoerder wordt geselecteerd die de kortste afstand aflegt om de goederen af te leveren op de losadressen. Zie de help van het veld Selectiecriterium vervoerder/LDV voor meer informatie.
    • Laadplan afkomstig uit FM

      Indien u deze optie selecteert, worden de wijzigingen die door Magazijnbeheer zijn aangebracht in ladingen en zendingen die door Transport zijn aangemaakt, gecontroleerd door Transport. Indien bijvoorbeeld Magazijnbeheer een door Transport aangemaakte zending wil verplaatsen naar een andere lading, voert Transport een controle uit op verschillende gegevens van de lading en de zending, zoals de laadcapaciteit van de transportmiddelgroep van de lading en of de vervoerssoort van de lading en de zending overeenkomen, enz.
    • Transportmiddel in meerdere plannen toestaan

      Zie voor meer informatie Transportmiddelen selecteren.
    • Additionele kosten berekenen

      Indien u deze optie selecteert, worden er additionele kosten berekend indien deze van toepassing zijn op een van de transportorders uit het geselecteerde bereik. Zie voor meer informatie Additionele kosten toekennen.
    • Gedetailleerd logbestand planning

      Indien u deze optie selecteert, wordt er additionele informatie over het laadplan gegenereerd terwijl het laadplan wordt aangemaakt. Deze informatie bevat gegevens over de stappen die door het ladingopbouwmechanisme worden uitgevoerd om het laadplan aan te maken en over eventuele fouten die tijdens dit proces zijn opgetreden. De berichten in het planningslogbestand worden gegroepeerd per gecombineerde transportorder.
    • Verslagen

      Indien u deze optie selecteert, wordt er een standaardverslag over het laadplan gegenereerd.
  6. Start het ladingopbouwproces

    Nadat u de transportorders en additionele opties hebt geselecteerd, klikt u op Genereren om het ladingopbouwproces te starten.