Voorbeeld van het groeperen van transportorders zonder matrix transportafdeling

Transportafdeling Amsterdam 1 verwerkt de transportplanning voor alle goederen die worden afgegeven en ontvangen door magazijn Amsterdam 1. Om de transportplanning soepel te laten verlopen, worden transportorders automatisch aangemaakt op basis van verkooporders. Indien een verkooporder goederen bevat die worden afgegeven door magazijn Amsterdam 1, wordt de transportorder die is aangemaakt op basis van de verkooporder automatisch toegekend aan transportafdeling Amsterdam 1.

Transportafdeling Amsterdam 1 heeft twee planninggroepen: planninggroep HMAT en planninggroep RMAT. Planninggroep HMAT heeft twee planners, die het transport voor gevaarlijke stoffen plannen. Planninggroep RMAT heeft vijf planners, die het transport van normale, niet-specialistische goederen plannen.

Indien een transportorder gevaarlijke stoffen bevat, wordt het transport verwerkt door planninggroep HMAT, en indien de goederen niet gevaarlijk zijn, wordt de planning gedaan door planninggroep RMAT. Indien een order zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke goederen bevat, worden de gevaarlijke stoffen gepland door planninggroep HMAT en de niet-gevaarlijke goederen door planninggroep RMAT.

In LN kan deze organisatiestructuur op verschillende manieren worden ondersteund. De volgende gegevensinstelling is een manier om dergelijke structuren te ondersteunen:

  1. Definieer in de sessie Transportafdelingen (fmfmd0180m000) de transportafdeling Amsterdam 1.
  2. Koppel in de sessie Artikelen - verkoop (tdisa0501m000) artikelen die zijn opgeslagen in magazijn Amsterdam 1 aan magazijn Amsterdam 1.
  3. Koppel in de sessie Magazijnen per transportafdeling (fmfmd0185m000) magazijn Amsterdam 1 aan transportafdeling Amsterdam 1.
  4. Definieer in de sessie Transportmiddelgroepen (fmfmd0150m000) de transportmiddelgroepen HMAT en RMAT. Transportmiddelgroep HMAT moet speciaal beveiligde vrachtwagens bevatten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Transportmiddelgroep RMAT moet gewone, niet speciaal uitgeruste vrachtwagens bevatten voor het transport van normale goederen. Let er op dat u, in plaats van transportmiddelgroepen, ook vervoerssoorten kunt gebruiken om deze voorwaarden in te stellen. Dit is afhankelijk van de wijze waarop u transportmiddelen categoriseert in transportmiddelgroepen en vervoerssoorten. Zie Het gebruik van transportmiddelgroepen en Het gebruik van vervoerssoorten voor meer informatie.
  5. Koppel in de sessie Artikelen - Vrachtbeheer (fmfmd1100m000) de transportmiddelgroep HMAT aan artikelen die zijn geclassificeerd als gevaarlijke stoffen, en koppel de transportmiddelgroep RMAT aan normale artikelen zonder speciale classificatie.
  6. Definieer in de sessie Planninggroepen (fmfoc0150m000) de planninggroepen HMAT en RMAT.
  7. Koppel in de sessie Planninggroep - transportafdeling (fmfoc1100m000) de planninggroepen HMAT en RMAT aan transportafdeling Amsterdam 1.
  8. Definieer in de sessie Planmatrixdefinities (fmfoc1110m000) de volgende matrixdefinities: DHMAT en RMAT, en selecteer matrixattribuut Transportmiddelgroep voor beide matrixdefinities.
  9. Koppel in de sessie Planmatrixdefinities per transportafdeling (fmfoc1115m000) beide matrixdefinities aan transportafdeling Amsterdam 1. De prioriteitsvolgnummers die u voor deze matrixdefinities instelt, hebben geen verdere consequenties omdat transportorderregels niet met beide attributen zullen overeenkomen. Dit wordt duidelijk gemaakt in het volgende punt.
  10. Definieer in de sessie Planmatrix (fmfoc1120m000) de volgende twee planmatrices:
    1. Planmatrix 1: selecteer matrixdefinitie HMAT en planninggroep HMAT en selecteer transportmiddelgroep HMAT.
    2. Planmatrix 2: selecteer matrixdefinitie RMAT en planninggroep RMAT en selecteer transportmiddelgroep RMAT.