Basisgegevens magazijnbeheer

Basisgegevens magazijnbeheer vormt het centrale onderdeel van Magazijnbeheer en wordt gebruikt om basisgegevens aan te maken voor alle mutaties in LN waarvoor een magazijnproces verplicht is.

  • Artikelen - magazijnbeheer

    In Artikelen - magazijnbeheer kunt u magazijnspecifieke gegevens definiëren en muteren voor alle artikelen die worden gebruikt in Magazijnbeheer. Deze gegevens zijn vereist voor alle activiteiten die gerelateerd zijn aan magazijnverwerking. In Artikelgegevens per magazijn kunt u artikelgegevens definiëren voor specifieke magazijnen.

  • Seriedragende artikelen

    In Magazijnbeheer kunt u met behulp van serienummers seriedragende artikelen traceren via ontvangsten, overboekingen, opslag of afgiften, waarvan de laatstgenoemde verplicht is. U kunt de herkomst van seriedragende artikelen traceren. De herkomst van een seriedragend artikel is bijvoorbeeld de inkooporder of de productieorder die heeft geresulteerd in de ontvangst van het seriedragend artikel, of de verkooporder of de werkorder die heeft geresulteerd in de afgifte van het seriedragend artikel.

  • Sjablonen voor registratie partij- en serienummers

    Registratiesjablonen voor partij- en serienummers worden gebruikt om de orderherkomsten en mutatiesoorten op te geven waarvoor serie- en/of partijnummers moeten worden geregistreerd. Dit geldt voor partij- en serienummers die niet in voorraad worden geregistreerd maar wel worden geregistreerd tijdens uitgifte, of zowel tijdens ontvangst als uitgifte.

  • Partijadministratie

    Met partijadministratie kunt u de herkomst van inkomende en uitgaande partijen traceren en achterhalen waar deze partijen worden gebruikt. Voor elke partij kunt u informatie vastleggen, zoals het partijnummer, de kopen-van relatie, de producent en het certificaatnummer. Deze informatie kunt u gebruiken voor de kwaliteitsborging. Als een artikel niet partijgestuurd is, worden in de magazijnvoorraad geen effectivity units vastgelegd.

  • Logistieke eenheden

    Een logistieke eenheid is een uniek te identificeren fysieke eenheid die bestaat uit emballage en inhoud. Een logistieke eenheid kan artikelen bevatten die zijn geregistreerd in Magazijnbeheer en andere logistieke eenheden.

  • Emballagedefinities

    Een configuratie van artikelen en de emballage (verpakking) ervan. Een emballagedefinitie voor een artikel kan bijvoorbeeld zijn dat een pallet 12 dozen bevat met in elke doos 4 stuks. Met een emballagedefinitie wordt opgegeven hoe artikelen moeten worden ingepakt. Bij gebruik van logistieke eenheden bepaalt de emballagedefinitie de structuur van de logistieke eenheid en de emballagegegevens voor de logistieke eenheden waarmee de artikelen worden ingepakt.

  • Hulpverpakking

    U kunt flexibele instellingen definiëren zodat de hoeveelheid in de hulpverpakking, op basis van de inhoud, het emballageartikel en child-emballageartikel, kan worden opgegeven in de component van de sjabloon van de logistieke eenheid. U kunt deze functionaliteit implementeren in de sessie Component sjabloon logistieke eenheid - hulpverpakking (whwmd4162m000).

  • Emballageartikelcodes relaties (whwmd4506m000)

    Emballageartikelcodes en emballageartikelclassificaties worden gedefinieerd voor specifieke relaties in de sessie Emballageartikelcodes relaties (whwmd4506m000). Deze emballageartikelcodes of emballageartikelclassificaties worden default gebruikt om de emballageartikelen van relaties te identificeren. Als deze ontbreken, worden de artikelcodes van relaties gebruikt die in de sessie Artikelcoderingssysteem - artikelen (tcibd0104m000) zijn gedefinieerd.

  • Volledige verpakking van materiaal

    Deze beperking kan worden toegepast op de materiaalhoeveelheden en de verpakkingsmethode van de artikelen die worden ontvangen door klanten. Autoproducenten accepteren bijvoorbeeld vaak alleen volledig verpakkingsmateriaal, zoals kratten, dozen en pallets. Per emballageniveau in een emballagestructuur kunt u opgeven of volledige verpakking vereist is voor alle niveaus binnen de emballagestructuur of alleen voor specifieke niveaus.

  • Verzendmateriaalrekeningen

    Verzendmateriaalrekeningen worden gebruikt om per adres uitgegeven en ontvangen emballageartikelen te registreren, om met relaties te communiceren over de hoeveelheden van en betalingen voor emballageartikelen, en om emballagemateriaalsaldi te bewaken.

    Als een externe relatie zoals een serviceprovider eigenaar is van de emballagematerialen, kunt u een verzendmateriaalrekening aanmaken voor deze relatie. In deze rekening kunt u opgeven dat zowel de emballagemateriaalmutaties tussen uw organisatie en de serviceprovider als die tussen uw organisatie en uw klanten of leveranciers worden geregistreerd.

    U kunt ook de beheergegevens van de serviceprovider voor de emballagemateriaalmutaties weergeven en indien nodig afstemmen op uw eigen beheergegevens.

  • Aanvulmatrices

    Met de aanvulmatrix kunt u automatisch de hoeveelheid artikelen op picklocaties bewaken. Op basis van de aanvulmatrix kunt u automatisch magazijnorders genereren en direct verwerken om picklocaties aan te vullen. De aanvulmatrices worden gedefinieerd door picklocaties aan bulklocaties te koppelen.

  • Magazijnen

    Het magazijn is de plaats waar alle ontvangen goederen worden opgeslagen afkomstig uit inkoop, productie, enzovoort. Deze goederen worden op een later tijdstip uit het magazijn opgehaald voor productie, verkoop, service of transport naar een ander magazijn. U kunt een magazijn desgewenst onderverdelen in locaties of zones.

  • Locaties

    Locaties zijn de secties van het magazijn waar de artikelen feitelijk worden opgeslagen. Locaties kunnen desgewenst rechtstreeks aan een artikel of een artikelgroep worden toegekend op basis van opslagcondities. Het gebruik van locaties binnen een magazijn is niet verplicht. De volgende soorten locaties worden onderscheiden:

    • Ontvangstlocatie
    • Inspectielocatie
    • Bulklocatie
    • Uitslaglocatie
    • Picklocatie
    • Quarantainelocatie
  • Zones

    Een zone is een gedeelte van het magazijn dat kan worden toegekend aan specifieke medewerkers of voertuigen. Elke locatie kan aan een zone worden toegekend. Locaties die met andere locaties of locaties die met hetzelfde of een soortgelijk doel werken, kunnen worden gegroepeerd in zones.

  • Magazijnprocedures

    Een magazijnprocedure omvat verschillende stappen die activiteiten worden genoemd. Met deze activiteiten wordt vastgelegd hoe magazijnorders of logistieke eenheden worden verwerkt.

  • Magazijnordersoorten

    Een code waarmee de soort magazijnorder wordt aangegeven. Magazijnordersoorten worden geclassificeerd per voorraadmutatiesoort. De voorraadmutatiesoort die u aan een magazijnordersoort toevoegt, bepaalt welke soort(en) magazijnprocedure(s) u aan de magazijnordersoort kunt koppelen. Met de default magazijnprocedure die u aan een magazijnordersoort koppelt, wordt bepaald hoe de magazijnorders of logistieke eenheden waaraan de ordersoort is toegewezen, worden verwerkt in het magazijn. U kunt de default procedure wel wijzigen voor afzonderlijke magazijnorders of -orderregels.

  • Uitslagorderregels bijwerken, annuleren of verwijderen

    Op het tabblad Uitslagproces van de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) kunt u opgeven tot aan welke fase in het uitslagproces het is toegestaan om uitslagorderregels bij te werken, te annuleren of te verwijderen.

  • Assemblagekits

    Een assemblagekit is een orderafhankelijke set artikelen die samen moeten worden afgeleverd bij het jobshop-magazijn. Om op te geven welke artikelen deel moeten uitmaken van een assemblagekit, moet u de assemblagekit koppelen aan een magazijn/artikelcombinatie. U kunt assemblagekits alleen gebruiken als de toeleveringsmethode voor de magazijn/artikelcombinatie ordergestuurd/SILS is.

  • Prognosemethoden

    LN bevat verschillende prognosemethoden, die u kunt aanpassen aan de behoeften van uw organisatie.

  • Voorraadwaardering

    Een methode om de voorraadwaarde te berekenen. De voorraad wordt op de vaste prijs of op de werkelijke ontvangstprijs gewaardeerd. Omdat de voorraadwaarde in de loop der tijd kan veranderen, moet ook de ouderdom van de voorraad worden geregistreerd. De volgende voorraadwaarderingsmethoden zijn beschikbaar:

    • Kostprijs
    • Moving Average Unit Cost (MAUC)
    • FIFO
    • LIFO
    • Partijprijs (partij)
    • Prijs seriedragend artikel
  • Etiketlayout en afdrukken

    U kunt labelindeling en afdrukken gebruiken om labels aan te maken en te muteren voor verschillende doeleinden met betrekking tot verschillende processen in LN.

  • Etikettering aan assemblagelijn

    Sommige velden van de verkopen-aan relatie kunnen worden afgedrukt op verpakkingsetiketten, wanneer de ontvangst van eindproducten van productie is bevestigd. Op die manier wordt geprobeerd om foutieve etikettering tegen te gaan door verpakkingsetiketten te plaatsen tijdens de productie of ontvangst in plaats van op het verzenddock.

  • Opslagcondities

    Met opslagcondities kunt u voorkomen dat artikelen worden opgeslagen op ongeschikte locaties.

  • Calamiteiten

    U kunt de volgende opties gebruiken om beschadigde of verloren gegane gegevens te herstellen na een calamiteit:

    • Geplande voorraadmutaties opnieuw opbouwen
    • Voorraad controleren en repareren (whwmd6290m000)
    • Hoeveelheid in transito controleren en herstellen
    • Saldi kostenpegoverdr. (proj.) controleren en herstellen (whwmd2260m100)
  • Integration with WMS

    U kunt parameters instellen voor integratie met Module Infor Magazijnbeheer of een ander magazijnbeheersysteem (WMS).