Inslag

Het inslagproces wordt gebruikt voor het ontvangen en opslaan van goederen in een magazijn. Als u goederen in een magazijn wilt ontvangen en opslaan, kunt u de inslagorderregels verwerken waarop de goederen worden weergegeven. U kunt ook de logistieke eenheden verwerken waarmee de goederen zijn ingepakt. Zowel inslagorderregels als logistieke eenheden worden verwerkt conform de door de gebruiker gedefinieerde magazijnprocedures. Als u voor de verwerking van goederen logistieke eenheden gebruikt, worden de aan de logistieke eenheden gerelateerde orderregels op de achtergrond bijgewerkt.

  • Runnummer

    Een runnummer is een code die wordt toegekend aan een groep magazijnorderregels wanneer deze worden geadviseerd. In LN wordt een runnummer toegekend of gegenereerd als een gebruiker tijdens het genereren van een inslag- of uitslagadvies voor een groep magazijnorderregels het runnummer niet handmatig invoert of selecteert.

    Voor inslag kan de gebruiker per run plaatsingslijsten genereren en bevestigen. Voor uitslag kan de gebruiker per run uitslagadviezen vrijgeven, magazijnbonnen genereren en magazijnbonnen bevestigen.

  • Inslagadviezen genereren en wegzetten

    Inslagadvies is een lijst die door LN wordt gegenereerd en waarmee wordt aangegeven op welke locatie ontvangen goederen moeten worden opgeslagen. Hierbij wordt rekening gehouden met opslagcondities, blokkeringen, enzovoort. Inslagadviezen bestaan uit instructies om ontvangen artikelen naar een magazijn te verplaatsen. Een voorbeeld van een inslagadviesregel: Neem 10 stuks van artikel A van locatie Ontvangst 3 en zet deze weg op locatie Bulk 5.

    Inslagadviezen worden meestal gegenereerd op basis van de magazijnprocedure die is gedefinieerd voor de magazijnorderregels die zijn gerelateerd aan de ontvangstregels, inspectieregels of logistieke eenheden waarvoor inslagadviezen moeten worden aangemaakt. U kunt ook handmatig inslagadviezen genereren. LN slaat voor niet-locatiegestuurde magazijnen de inslagadviesstap over.

  • Overzicht van ontvangst- en inslaginspectieprocedures

    De magazijninslagstroom bestaat uit de volgende default procedures:

    • Ontvangst
    • Inspectie
  • Plaatsingslijst

    Een plaatsingslijst geeft het magazijn of de locaties aan waar goederen moeten worden opgeslagen. Een plaatsingslijst wordt door magazijnpersoneel gebruikt om de ontvangen artikelen op de juiste locatie in het magazijn op te slaan. De plaatsingslijsten worden voor elk runnummer en voor elke opslagronde weergegeven.

  • Retourcertificaten

    Retourcertificaten worden gegenereerd voor ontvangsten die zijn gebaseerd op retourverkooporders. U kunt een voorlopige versie van een retourcertificaat afdrukken voordat u de definitieve versie afdrukt die naar de klant wordt verzonden.

  • Pegdistributie in de inslag- en inspectieprocessen

    Het ontvangen van project-gepegde goederen in een magazijn leidt tot voorraadmutaties die zijn gebaseerd op de onderliggende pegdistributie van de gerelateerde ontvangstregel. Dit resulteert in een update van de gepegde voorraadniveaus. De geplande hoeveelheid van de inslagorderregel, die de peggegevens bevat, wordt ook bijgewerkt. Er worden voor elke peg ook geplande voorraadmutaties gegenereerd.

  • Velden met additionele informatie

    U kunt velden met extra informatie definiëren en deze koppelen aan tabellen van LN. De inhoud van deze extra velden kan worden overgedragen tussen tabellen van LN, waardoor gebruikers extra informatie kunnen invoeren in verkoopafroepschema's of verkooporders. De extra informatie in de magazijnorderkop kan worden opgehaald vanuit het herkomstobject, zoals een inkooporder of een inkoopafroepschemakop, of handmatig worden opgegeven.

  • Etikettering aan assemblagelijn

    Sommige velden van de verkopen-aan relatie kunnen worden afgedrukt op verpakkingsetiketten, wanneer de ontvangst van eindproducten van productie is bevestigd. Op die manier wordt geprobeerd om foutieve etikettering tegen te gaan door verpakkingsetiketten te plaatsen tijdens de productie of ontvangst in plaats van op het verzenddock.

    De velden van de verkopen-aan relatie worden opgehaald uit de vraagorder, bijvoorbeeld de verkooporder of het verkoopafroepschema, waarvoor de productieorder van het artikel is geïnitieerd.