Integratie-tools

LN bevat verschillende integratiehulpprogramma's. Met deze hulpprogramma's kunt u uw LN-omgeving integreren met andere applicaties of andere LN-omgevingen.

  • Office Integration

    Met behulp van de integratie met Office kunt u LN integreren met MS Word and MS Excel.
  • Contacten en kalenders

    U gebruikt deze module om de gegevenssynchronisatie te configureren tussen MS Exchange en de klantrelatiebeheer-applicaties van LN.
  • Gegevens uitwisselen

    M.b.v. de module Exchange kunt u gegevens importeren in of exporteren tussen verschillende installaties van LN.
  • Triggeren

    De Triggering-module is een kleine componenten in LN waarmee een andere locatie of applicatie op de hoogte wordt gesteld van een event in LN.
  • Synchronisatie

    De synchronisatieserver implementeert het publiceren van event-berichten voor LN. Deze publicatie vindt plaats door het aanmaken van een synchronisatieobject voor een business-object. Een synchronisatieobject is de selectie van een business-object m et de bijbehorende componenten, attributen en (optioneel) een filter. Het synchronisatieobject maakt het mogelijk om een synchronisatie voor het geselecteerde business-object runtime uit te voeren.
  • Events publiceren

    De bedrijfsgegevens en methoden in LN worden ingedeeld in business-objects. Een business-object, ook wel een BSE genoemd (business data entity) kan events publiceren als er zich wijzigingen in de gegevens hebben voorgedaan. Een client-applicatie kan verzoeken om wijzigingen aan te brengen in een te publiceren business-object. Dit betekent dat als een instance van een business-object wordt aangemaakt of een bestaande instance van een business-object wordt gewijzigd of verwijderd, er een event wordt gepubliceerd voor het aanmaken, wijzigen of verwijderen van een business-object. De synchronisatieserver maakt het mogelijk om deze events vanuit LN te publiceren.
  • Objectconfiguratiebeheer

    Gebruik deze module om per objecttype aan te geven of werkstroomautorisatie en goedkeuringslogica van toepassing is op een business-object. Als een object moet worden goedgekeurd, geactiveerd of gevalideerd via ION Workflow, wordt er een Status werkstroomwerkstroomstatus weergegeven in de relevante LN-sessie.