Basisgegevens transport

Basisgegevens transportbasisgegevens worden gebruikt om Transport op de gewenste manier te laten werken. Transport omvat de volgende basisgegevens:

  • Transportafdelingen en planninggroepen per gebruiker

    De transportafdeling en de planninggroep spelen een vitale rol in het groeperen van transportorders en bij de ladingopbouw. Een lading is de grootste consignatie waarvoor Transport het transport plant. Een lading bestaat uit een aantal artikelen die worden vervoerd met een bepaald soort voertuig, naar een bepaalde bestemming, op een bepaalde datum/tijd en via een specifieke route. Transportafdelingen zijn verantwoordelijk voor de planning of uitbesteding van het transport van de op de orders vermelde goederen. Planninggroepen worden gebruikt om transportorderregels te groeperen in zendingen en ladingen, of in transportorderclusters.

  • Adressen

    De adressen die gemuteerd worden in Transport komen voort uit Algemeen. U kunt aan elk adres specifieke transportgerelateerde gegevens toevoegen, zoals:

    • Regio's
    • Zendingsprocedures
    • Doorlooptijden, inclusief marges voor laad- en losdatums/-tijden
    • Afstanden tussen adressen
  • Doorlooptijden adressen

    Adresgegevens omvatten doorlooptijden voor laden en lossen en marges voor laad- en losdatums. Doorlooptijden van adressen geven de tijd aan die nodig is voor het laden en lossen op adressen, inclusief marges voor het laden en lossen. Marges geven de tijdspanne aan die u mag afwijken van de geplande laad- of losdatums.

  • Artikelen

    Wanneer verkooporders, inkooporders, geplande distributieorders of magazijnorders transport vereisen, kunt u transportorders aanmaken op basis van deze orders. Transportorders worden automatisch, per batch of soms handmatig aangemaakt. Tijdens dit proces worden de transportorders voorzien van specifieke transportgerelateerde informatie.

  • Transportmiddelgroepen

    Transportmiddelgroepen worden gebruikt om artikelen op transportorderregels die moeten worden vervoerd, te groeperen in zendingen en ladingen of transportorderclusters, en om de kosten voor transport te bepalen. Elk transportmiddel dat is gedefinieerd in Transport hoort bij een transportmiddelgroep.

    Een transportmiddelgroep is een classificatie die transportmiddelen onderverdeelt in groepen, zoals:

    • Bestelwagens
    • Vrachtwagens
    • Containerschepen
    • Vrachtvliegtuigen

    Voor elke transportmiddelgroep kan de gemiddelde snelheid en het laadvermogen gedefinieerd worden.

  • Combinatiecodes

    U kunt combinatiecodes gebruiken om te voorkomen dat de mechanismen voor ladingopbouw en transportorderclustering ladingen of clusters aanmaken voor ongewenste combinaties van artikelen.

  • Vervoerssoorten

    Een vervoerssoort is een code die verwijst naar transportcondities en transporteigenschappen. U kunt vervoerssoorten gebruiken om ervoor te zorgen dat de artikelen worden vervoerd via geschikte transportmiddelen en om de vervoerskosten vast te stellen.

  • Transportklassen

    Transportklassen worden gebruikt om transportorderregels te groeperen per planninggroep en om de vervoersprijs van een artikel vast te stellen. Transportklassen worden hoofdzakelijk toegepast in de VS. Een transportklasse is de classificatie van een artikel wat betreft:

    • Productdichtheid (gewicht per m²)
    • Opslag (afmeting, gewicht en vorm)
    • Afhandeling
    • Aansprakelijkheid (artikelwaarde)
  • Transportordersoorten

    U kunt transportordersoorten gebruiken om de transportorders te classificeren en om transportorders en transportorderregels te groeperen per planninggroep. Dit stelt het ladingopbouwmechanisme in staat laadplannen op te bouwen uit de gegroepeerde transportorders.

  • Servicegraden transport

    Een transportservicegraad wordt gebruikt om de duur van het transport uit te drukken. Deze worden toegevoegd aan de transportorders, orderregels en zendingen door gebruik te maken van transportordersoorten. U kunt transportservicegraden gebruiken om de transportkosten van een lading of het vrachttarief voor een transportorder vast te stellen.

  • Gebruik van volume- en gewichtsklassen

    Een volumeklasse wordt toegekend aan een bereik van volumes, bijvoorbeeld van 1 liter tot en met 10 liter. Volumeklassen kunnen worden gebruikt om de planninggroep van transportorderregels te bepalen. Een gewichtsklasse wordt toegekend aan een bereik van gewichten, bijvoorbeeld van 10 kilogram tot en met 50 kilogram. Een klassecode is een code waarmee volume- en gewichtsklassen worden aangeduid.

  • Transportafdelingsmatrixen

    Een matrix transportafdeling wordt gebruikt om transportafdelingen aan transportorders te koppelen. Dit is een integraal onderdeel van het ladingopbouwproces. Transportorders groeperen met behulp van matrices transportafdeling en/of magazijnen

  • Planmatrixen en matrixdefinities

    Een planmatrix is een verzameling van attributen en waarden die dienen als selectiecriteria voor een planninggroep. Wanneer een transportorder aan een transportafdeling is toegekend, worden de orderregels van de transportorder toegekend aan de planninggroepen van de transportafdeling. Om de planninggroep voor een transportorderregel te bepalen, worden planmatrices gebruikt.

  • Extra kosten toekennen

    Een additionele kostenset bestaat uit een code en een omschrijving. U moet aan elke additionele kostenset een of meer selectiecriteria en een of meer kostenartikelen koppelen. In de kostenartikelen worden de werkelijke additionele kostenbedragen opgeslagen. De criteria voor zendingsregels en clusterregels waarvoor extra kosten moeten worden berekend, worden gemuteerd in additionele kostensets. Indien een zendingsregel of clusterregel overeenkomt met de criteria van een additionele kostenset, worden er additionele kosten toegevoegd aan de zendingsregel of clusterregel. Deze kosten zijn bijv. kosten verbonden met extra handling, enz.

  • Tariefbasisnummers en tariefboeken

    Een tariefbasisnummer in LN is een code waarmee een combinatie van een of meer van de volgende attributen wordt aangeduid: Een tariefbasisnummer in is een code waarmee een combinatie van een of meer van de volgende attributen wordt aangeduid:

    • Transportklasse
    • Transportmiddelgroep
    • Vervoerssoort
    • Planninggroep
  • Zones

    Transporttarieven zijn gebaseerd op afstanden en zones en op een aantal andere optionele elementen, zoals gewicht, servicegraad of vervoerder. Een zone bestaat uit de volgende elementen:

    • Zoneaanduiding
    • Zonesoort
    • Vervoerder
    • Zone-informatie
  • Routeplannen

    Een routeplan is een netwerk van laad- en losadressen, waarvan één adres een poolinglocatie is. Een routeplan kan bestaan uit meerdere deeltrajecten. Elk deeltraject, of onderdeel van de route, kan op een verschillende manier worden afgehandeld, afhankelijk van de opgegeven transportcategorie en transportgroep. Routeplannen zijn gekoppeld aan adressen.

  • Standaardroutes

    Een standaardroute is een vaste route die wordt afgelegd met een bepaalde frequentie, bijvoorbeeld wanneer een vrachtwagen afleveradressen bezoekt volgens een vast schema, of in het geval van een trein- of veerdienst. Transport via standaardroutes kost meestal minder dan vervoer via variërende routes.