Door leveranciers beheerde voorraden
Door de leverancier beheerde voorraad (Vendor Managed Inventory of VMI) is een methode voor voorraadbeheer waarbij de leverancier meestal de voorraad van de klant of de onderaannemer beheert. Soms is de leverancier ook verantwoordelijk voor het plannen van leveringen. Het is ook mogelijk dat de klant de voorraad beheert maar de leverancier verantwoordelijk is voor het plannen van leveringen. Bovendien kan voorraadbeheer of voorraadplanning worden uitbesteed aan een logistieke dienstverlener (LDV) Zie voor meer informatieLogistieke dienstverleners (LDV's) - registratie emballageartikelen.
De leverancier of de klant is eigenaar van de voorraad die wordt geleverd door de leverancier. Vaak gaat het eigendom van de voorraad van de leverancier op de klant over wanneer de klant de voorraad verbruikt, maar het eigendom van de voorraad kan ook worden gewijzigd op andere momenten, die contractueel zijn vastgelegd.
Wanneer voorraad door de leverancier wordt beheerd, worden de interne kosten voor planning en het aankopen van materialen verlaagd en kan de leverancier de eigen voorraad beter beheren door een betere zichtbaarheid voor de supply chain.
VMI-scenario's
De VMI-oplossing van LN kan aan alle soorten bedrijfstakken worden aangepast, maar is met name gericht op de supply chain van de elektronische industrie. In de praktijk zijn er talloze scenario's mogelijk die allemaal onder de noemder VMI vallen en waarin de rol van de leverancier verder reikt dan alleen het verkopen en leveren van goederen aan de klant. Zie voor meer informatieOverzicht van VMI-bedrijfsscenario's Logistic Service Providers (LSP) - Registratie emballageartikelen.
Betrokken partijen
In de meeste VMI-scenario's kunt u de volgende partijen onderscheiden:
- Leverancier
- Contractproducent
- Klant
De leverancier levert componenten aan de contractproducent. De contractproducent gebruikt de componenten om artikelen te produceren voor de klant. De contractproducent heeft dan ook een dubbele rol: klant van de leverancier (van componenten) enerzijds en leverancier (van artikelen) van de klant anderzijds. In LN is de stroom tussen de leverancier van componenten en de contractproducent, en de stroom tussen de contractproducent en de klant voor de eindproducten gedefinieerd als een relatie van leverancier tot klant. De contractproducent is gedefinieerd als klant van de leverancier van componenten en als leverancier van de klant voor de eindproducten.
In sommige scenario's is er nog een partij: de logistiek dienstverlener of LDV. De LDV voert diverse activiteiten uit met betrekking tot magazijnbeheer.
Rollen
Bij al deze scenario's gaat het om de volgende vragen:
- Wie voert het magazijnbeheer uit?
- Wie voert de leveringsplanning uit?
- Wie is de financieel eigenaar van de goederen?
In LN moet u de verantwoordelijkheden van uw organisatie, leveranciers en overige relaties definiëren. De contracten die gedefinieerd zijn door artikel, relatie en magazijn bevatten gegevens die relevant zijn voor al deze verantwoordelijkheden. Zie de volgende secties voor informatie over het instellen van VMI-functionaliteit:
- VMI-klantrol - instelling
- VMI-leveranciersprognose - instelling
In een volledig VMI-scenario is de leverancier bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de leveringsplanning en het magazijnbeheer. Leveringsplanning is gebaseerd op de openstaande verkooporders en de vraagprognose van de klant. Zie de Gebruikershandleiding leveringsplanning door leverancier (U9482A) voor meer informatie over LN-functionaliteit die ondersteuning biedt voor leveringsplanning door de leverancier.
De leverancier is de eigenaar van de goederen totdat deze worden verbruikt door de klant. Op het moment van het verbruik wordt de klant de eigenaar en moet er betaling plaatsvinden. Normaal gesproken gebruikt de klant een proces voor selfbilling om met een vast interval, zoals eenmaal per maand, geaggregeerde betalingen uit te voeren.
De leverancier gebruikt verkooporders of verkoopafroepschema's om de goederen aan de klant te verkopen. Deze corresponderen met de inkooporders of inkoopafroepschema's van de klant.
Voorbeeld
De leverancier kent de behoeften van de klant en plant een wekelijkse levering van 1000 artikelen X. De leverancier levert artikel X af bij magazijn A, dat zich bij de klant bevindt, maar door de leverancier wordt beheerd. De klant voert regelmatig een afroep uit voor de afgifte van artikel X uit magazijn A. De leverancier verzorgt dan de uitslag van de goederen en brengt deze naar de productielocatie van de klant. Op dat moment wordt de klant eigenaar van de goederen en is er betaling verschuldigd.
VMI-magazijn
In het voorafgaande voorbeeld is magazijn A het VMI-magazijn. In de VMI-scenario's die door LN worden ondersteund, wordt het VMI-magazijn gedefinieerd in het ERP-systeem van de klant en het ERP-systeem van de leverancier.
Voor de partij die verantwoordelijk is voor het magazijnbeheer, wordt het VMI-magazijn gedefinieerd als een normaal magazijn dat volledige magazijnfunctionaliteit biedt. Voor de partij die niet verantwoordelijk is voor het magazijnbeheer, wordt het VMI-magazijn gedefinieerd als een administratief magazijn.
Administratief magazijn is geen magazijnsoort die u kunt definiëren in LN. Als u een magazijn wilt definiëren als een administratief magazijn, schakelt u in de sessie Magazijnen (whwmd2500m000) het selectievakje Voorraadbeheer uit.
In het voorafgaande voorbeeld is magazijn A dan ook als een normaal magazijn gemodelleerd in het ERP-systeem van de leverancier. In het ERP-systeem van de klant is magazijn A als een administratief magazijn gemodelleerd.
Omdat het VMI-magazijn en het administratieve magazijn zich in verschillende systemen bevinden, die door verschillende partijen worden beheerd, worden deze niet gesynchroniseerd.
Zie voor meer informatieVMI-magazijninstellingen.
Voorraadeigendom
In een niet-VMI supply chain wordt een klant eigenaar van de gekochte goederen op het moment dat de goederen in het magazijn van de klant worden ontvangen. In diverse VMI-scenario's blijft de leverancier na levering in het VMI-magazijn eigenaar van de goederen totdat de klant de goederen gebruikt.
Het moment waarop de eigendom van de goederen overgaat van de leverancier naar de klant, wordt vastgelegd in het contract tussen de leverancier en de klant. In de module Voorwaarden en condities het pakket Algemeen kunt u regels voor eigendomswijziging definiëren. Zie voor meer informatieVoorraadeigendom in Magazijnbeheer en Overzicht van voorwaarden en condities.