Kostenaspecten van terugbetalingen

De ingeleende voorraad wordt terugbetaald tegen de waarde waartegen deze werd ingeleend.

De ingeleende en uitgeleende voorraad hebben geen invloed op de projectkosten. Voor het uitleenproject wordt de uitgeleende voorraad geretourneerd tegen de oorspronkelijke waarde. Voor het inleenproject, wordt het verschil tussen de terugbetalingswaarde en de aanvullingswaarde geboekt naar Projectkosten & verplichtingen/OHW-kostenĀ en niet naar de projectkosten. Overdrachten voor in-/uitlening en terugbetaling zijn niet-facturabele mutaties.

Voorbeeld

De voorraadwaarderingsmethode is MAUC (Moving-Average Unit Cost) per project.

Project A heeft vier artikelen geleend van project B tegen een waarde van 10 per artikel. De ingeleende artikelen zijn intussen afgegeven om te voldoen aan een jobshopbehoefte, waardoor er geen voorraad meer over is. Vervolgens wordt project A aangevuld met vier artikelen. De artikelen zijn duurder geworden: de waarde per artikel is nu 30. Na aanvulling heeft project A een voorraadwaarde van 4 * 30 = 120. Vervolgens wordt de overboeking voor de terugbetaling uitgevoerd. De ingeleende artikelen worden geretourneerd naar project B tegen de waarde 40, die gelijk is aan de waarde waartegen de artikelen zijn geleend. De voorraad van project A wordt 0. Het verschil tussen de aanvullingswaarde en de terugbetalingswaarde (120 - 40 = 80) wordt geboekt naar de Projectkosten & verplichtingen/OHW-kostenĀ van project A.

Voor het uitleenproject is het resultaat van de terugbetaling dat de totale voorraadwaarde en de waarde per artikel weer hetzelfde zijn als die was voordat de voorraad werd uitgeleend.

NB

In het geval van gedeeltelijke terugbetalingen kunnen de waarden van de termijnen verschillen.