Validatieregels

U kunt validatieregels voor zendingen definiëren op basis van specifieke magazijnordersoorten of zendingen die zijn verzonden naar specifieke verkopen-aan of verzenden-aan relaties. Zendingsvalidatie is optioneel of verplicht.

Een zending wordt gevalideerd op basis van een validatieregel. Een validatieregel bestaat uit een of meer validatieregels.

Een validatieregel bestaat uit één validatiecontrole, bijvoorbeeld “Worden de leveringsvoorwaarden aangeven op de zending?" Een validatieregel is dus een set van een of meer validatiecontroles.

De volgende soorten validatieregels zijn beschikbaar:

  • Generieke validatieregels
  • Validatieregels voor relaties

Om te bepalen welke zendingen moeten worden gevalideerd, wordt een generieke validatieregel gekoppeld aan een magazijnordersoort en wordt een validatieregel voor de relatie gekoppeld aan een verzenden-aan of verkopen-aan relatie.

Als een generieke validatieregel is gekoppeld aan een ordersoort, moeten zendingen die zijn gegenereerd op basis van magazijnorders van deze ordersoort, worden gevalideerd op basis van de validatieregel van de ordersoort.

Als een validatieregel voor een relatie is gekoppeld aan een verzenden-aan of verkopen-aan relatie, worden zendingen die naar de verzenden-aan of verkopen-aan relatie zijn verzonden, gevalideerd op basis van de validatieregel die aan de relatie is gekoppeld.

Verplichte of optionele validatie

Als u verplichte zendingsvalidatie wilt definiëren voor zendingen op basis van een specifieke ordersoort, schakelt u de selectievakjes Bevriezen verplicht en Validatie zending in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) in voor de ordersoort. Als u de validatieregel wilt opgeven op basis waarvan de zendingen moeten worden gevalideerd, koppelt u een generieke validatieregel aan de ordersoort of definieert u validatieregels voor de verzenden-aan of verkopen-aan relaties van de zendingen.

Als u een generieke validatieregel aan de ordersoort koppelt in het veld Regel in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000), worden zendingen gevalideerd op basis van deze regel. Als er geen validatieregel aan de ordersoort is gekoppeld, moeten zendingen worden gevalideerd op basis van de relatievalidatieregels die aanwezig zijn voor de verzenden-aan of verkopen-aan relatie van de zending.

Als u optionele zendingsvalidatie wilt definiëren voor zendingen, schakelt u het selectievakje Validatie zending uit voor de ordersoort waarop de zendingen zijn gebaseerd, en definieert u regels voor het valideren van relaties voor de verzenden-aan of verkopen-aan relatie van de zending.

NB

Er moeten validatieregels beschikbaar zijn voor de magazijnordersoort of de verzenden-aan of verkopen-aan relatie van een zending.

Als validatie van de zending verplicht is voor de magazijnordersoort van een zending, maar er geen validatieregel is gekoppeld aan de ordersoort en er geen relatieregels zijn gedefinieerd voor de verzenden-aan of verkopen-aan relatie van de zending, wordt een foutmelding weergegeven.

Validatieregels

Een generieke validatieregel of een validatieregel voor een relatie bestaat uit een of meer validatieregels. Een validatieregel is een controle die wordt uitgevoerd op een veld, bijvoorbeeld het veld Leveringscondities. Beschikbare controles zijn bijvoorbeeld: “Bevat het veld een waarde?" of "Bevat het veld de waarde ABC?"

Generieke validatieregels

Generieke validatieregels worden gedefinieerd in de sessie Validatieregels (whwmd1151m000).

Validatieregels voor relaties

Validatieregels voor relaties worden gedefinieerd in de sessies Validatieregels (whwmd1151m000) en Validatieregels per relatie (whwmd1156m000). De sessie Validatieregels (whwmd1151m000) wordt gebruikt als een sjabloon voor regels van relaties.

Definieer eerst een validatieregel in de sessie Validatieregels (whwmd1151m000) en geef een relatie op in de sessie Validatieregels per relatie (whwmd1156m000). De validatieregel wordt gekopieerd naar de validatieregel van de relatie. Als u meer relaties opgeeft, wordt de validatieregel ook naar deze relaties gekopieerd.

Velden en validatiecontroles

Als u een validatieregel wilt definiëren in de sessie Validatieregels (whwmd1151m000), moet u het veld selecteren dat moet worden gevalideerd en het type controle dat moet worden uitgevoerd om het veld te valideren.

Het te valideren veld wordt geselecteerd in een databasetabel. De beschikbaarheid van de velden waaruit u moet kiezen, is afhankelijk van de databasetabel en de soort validatiecontrole die u selecteert.

Als u bijvoorbeeld de tabel Zendingen (whinh430) en validatiecontrole Veld aanwezig selecteert, zijn de meeste velden in de tabel Zendingen (whinh430) beschikbaar. Als u bijvoorbeeld de tabel Zendingen (whinh430) selecteert, kunt u het veld Vervoerder/LDV (inh430.carr) selecteren.

Als u de tabel Zendingen (whinh430) en validatiecontrole Gerelateerd veld selecteert, moet u een veld selecteren in de tabel Zendingen en vervolgens het veld selecteren dat moet worden gevalideerd vanuit de referentietabel van het veld dat u hebt geselecteerd in de tabel Zendingen.

Als u bijvoorbeeld het veld Leveringscondities (whinh430.cdec) in de tabel Zendingen (whinh430) selecteert, kunt u een veld selecteren in de referentietabel van het veld Leveringsvoorwaarden (whinh430.cdec).

De referentietabel van het veld Leveringscondities is de tabel Leveringsvoorwaarden (tcmcs041). In de tabel Leveringsvoorwaarden (tcmcs041) kunt u het veld Tekst of Omschrijving selecteren.

NB

De gerelateerde velden Artikel en Relatie hebben meerdere referentietabellen waaruit u het veld kunt selecteren dat moet worden gevalideerd.

Validatieregels definiëren

  1. Als u zendingsvalidatie wilt implementeren, schakelt u het selectievakje Validatie zending in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000) in.
  2. Definieer een validatieregel in de sessie Validatieregels (whwmd1150m000).

    Schakel het selectievakje Generiek in als de validatieregel generiek moet zijn. Generieke validatieregels worden gekoppeld aan een magazijnordersoort.

  3. Klik op de pijl om de validatieregel te openen in de sessie Validatieregel (whwmd1650m000). Het tabblad Regels van deze sessie verwijst naar de sessie Validatieregels (whwmd1151m000) en het tabblad Relaties verwijst naar de sessie Validatieregels per relatie (whwmd1156m000).

  4. Klik op het tabblad Regels op Nieuw om een validatieregel toe te voegen. Het regelnummer wordt gegenereerd.
  5. Geef de omschrijving van de validatieregel op.
  6. Selecteer in het veld Tabel de brontabel. Dit is de databasetabel waaruit het te valideren veld moet worden geselecteerd of het veld waarvan u de referentietabel wilt selecteren.

  7. Selecteer in het veld Validatiecontrole de validatiecontrole die moet worden uitgevoerd. Selecteer de validatiecontrole Gerelateerd veld als het veld dat moet worden gevalideerd, moet worden geselecteerd uit een referentietabel.
  8. Selecteer in het veld Veld het veld dat moet worden gevalideerd of selecteer het veld van waaruit de referentietabel moet worden geselecteerd. De referentietabel van het geselecteerde veld wordt weergegeven in het veld Tabel.
  9. Als u validatiecontrole hebt geselecteerd van Gerelateerd veld in stap 7, selecteert u in het veld Validatiecontrole de validatiecontrole die u wilt uitvoeren op het gerelateerde veld.
  10. Selecteer in het veld Veld het veld dat u wilt valideren uit de referentietabel.
  11. Zie de sessiehelp van de sessie Validatieregels (whwmd1151m000) en de sessie Validatieregels per relatie (whwmd1156m000) voor meer informatie over de velden van deze sessies.
  12. Als de validatieregel deel moet uitmaken van een relatieregel, klikt u op het tabblad Relaties in de sessie Validatieregel (whwmd1650m000).
  13. Klik op Nieuw in het tabblad Relaties.
  14. Geef een verzenden-aan of verkopen-aan relatie op en klik op de pijl om de regel te openen. De validatieregel uit de sessie Validatieregels (whwmd1151m000) wordt gekopieerd naar de validatieregel van de relatie.
  15. Herhaal de vorige stap om de validatieregel toe te voegen aan meer relaties.

Parent-/child-validatiecontroles definiëren

U kunt ook validatiecontroles definiëren die een voorwaarde bevatten. Als bijvoorbeeld het veld Transportmiddelgroep (afleveren) aanwezig is, moet het veld Transportmiddel levering ook aanwezig zijn. De voorwaarde "Indien een transportmiddelgroep aanwezig is" is de parent-controle en "Transportmiddel levering" is de child-controle.

De parent, dat wil zeggen de voorwaarde die in dit voorbeeld wordt gecontroleerd, is gedefinieerd als “Veld aanwezig: Transportmiddelgroep (levering)” en child-voorwaarde wordt gedefinieerd als "Veld aanwezig: Transportmiddel levering.” De verbinding tussen de parent- en child-validatiecontrole wordt weergegeven met het regelnummer en het volgnummer van de validatieregels. Het regelnummer van de validatiecontroles is identiek en voor de child-voorwaarde wordt het volgnummer ingesteld op 1.

  1. Definieer een validatieregel met brontabel Ladingen, validatiecontrole Veld aanwezig en doelveld Transportmiddelgroep (afleveren) zoals beschreven in de vorige procedure.

  2. Klik in de sessie Validatieregel (whwmd1650m000) op Nieuw om een nieuwe validatieregel te definiëren.

  3. Geef in het veld Regel een regelnummer op dat identiek is aan het regelnummer van de vorige regel. Het veld Volgnummer krijgt nummer 1 wanneer u doorgaat met het definiëren van de validatieregel.
  4. Geef de brontabel Ladingen (whinh440), de validatiecontrole Veld aanwezig en het doelveld Transportmiddel levering op, zoals wordt beschreven in de vorige procedure.
  5. Koppel indien nodig de validatieregel aan relaties.