Het proces voor gereedmelden via scannen

Het proces wordt gestart wanneer er logistieke eenheid-ID's worden gegenereerd voor een productieorder. Als een ID voor een logistieke eenheid wordt gegenereerd, wordt het bijbehorende etiket voor de logistieke eenheid tegelijk afgedrukt.

Default wordt de logistieke eenheid-ID afgedrukt voor het knooppunt op het onderste niveau van de sjabloon voor de logistieke eenheid van de emballagedefinitie die voor het eindproduct is gedefinieerd. Als de sjabloon voor de logistieke eenheid bijvoorbeeld het knooppunt Pallet op het bovenste niveau en het knooppunt Doos op het onderste niveau bevat, worden voor het doosniveau de logistieke eenheid-ID's afgedrukt.

Het default aantal logistieke eenheid-ID's dat wordt afgedrukt, wordt berekend door de totale hoeveelheid van de productieorderregel te delen door het totale aantal emballageartikelen dat op doosniveau is gedefinieerd.

Het werkelijke aantal logistieke eenheid-ID's dat nodig is, kan groter of kleiner zijn dan het default aantal bij onder- of overproductie. U kunt het vereiste aantal logistieke eenheid-ID's opgeven op het veld Hoeveelheid van de sessie Logistieke eenheden voor productie genereren (whwmd5230m500).

De maximumhoeveelheid die de logistieke eenheid kan bevatten en het emballageartikel worden ook afgeleid van het onderste niveau van de sjabloon voor de logistieke eenheid.

Er worden logistieke eenheden gegenereerd in de sessie Logistieke eenheden voor productie genereren (whwmd5230m500). U kunt de sessie Logistieke eenheden voor productie genereren (whwmd5230m500) openen vanuit de volgende sessies:

  • Productieorders (tisfc0501m000)
  • Productieordergroep - productieorders (tisfc0501m100)
  • Planning werkcel (tirpt4102m200)

In deze sessies selecteert u de productieorder waarvoor u logistieke eenheden wilt genereren en start u de sessie Logistieke eenheden voor productie genereren (whwmd5230m500) via het betreffende menu.

U kunt ook etiketten afdrukken in de sessie Etiketten voor productie afdrukken (whwmd5430m500).

In de sessie Orders gereedmelden (tisfc0520m000) kunt u een logistieke eenheid gereedmelden. U kunt de gehele logistieke eenheid of een deel van de totale hoeveelheid van de logistieke eenheid gereedmelden. Als minder dan de totale hoeveelheid van de logistieke eenheid gereed wordt gemeld, moet u de etiketten van de logistieke eenheden opnieuw afdrukken. U kunt de etiketten opnieuw afdrukken in de sessie Etiketten voor productie afdrukken (whwmd5430m500). In deze sessie kunt u opgeven dat er alleen etiketten worden afgedrukt voor gewijzigde logistieke eenheden. Deze optie is beschikbaar voor versiegestuurde logistieke eenheden.

NB

Etiketten worden automatisch opnieuw afgedrukt als etiketten volgens de inslagprocedure moeten worden afgedrukt.

Een nieuw gegenereerde logistieke eenheid krijgt de status In productie.

Wanneer een logistieke eenheid gereed wordt gemeld, wordt de status van de logistieke eenheid gewijzigd. Als de gehele etikethoeveelheid van de logistieke eenheid gereed wordt gemeld, verandert de status van de logistieke eenheid van In productie in Productie gereedgemeld. De originele etikethoeveelheid wordt weergegeven op het veld Etikethoeveelheid van de sessie Logistieke eenheden productieorders (tisfc0506m000).

Als een deel van de hoeveelheid van de logistieke eenheid gereed wordt gemeld, blijft de status van de logistieke eenheid In productie. Als de volledige etikethoeveelheid van de logistieke eenheid of een deel van de hoeveelheid van de logistieke eenheid is gereedgemeld en het selectievakje Rechtstreeks naar magazijn verzenden in de sessie Orders gereedmelden (tisfc0120s000) is ingeschakeld, wordt de status van de logistieke eenheid gewijzigd in Naar magazijn verzonden.

De voltooide logistieke eenheid krijgt de status In voorraad als de eenheid is weggezet in de voorraad.

Wanneer uitslagadvies wordt gegenereerd voor een herkomstverkooporder of verkoopafroepschemaregel, wordt de logistieke eenheid geadviseerd omdat de specificaties van de logistieke eenheid en de herkomstorderregel overeenkomen.

Dit komt omdat de specificaties van de herkomstverkooporder of het verkoopafroepschema worden overgezet naar de productieorder wanneer de productieorder wordt aangemaakt. Deze worden vervolgens van de productieorder naar de logistieke eenheid gekopieerd.

Indien toegestaan volgens de instellingen, kunnen niet-logistieke eenheden, dat wil zeggen logistieke eenheden zonder specificaties, worden geadviseerd voor herkomstorders als logistieke eenheden met overeenkomende specificaties niet beschikbaar zijn in de voorraad.

Indien de herkomstorder een verkoopafroepschema met referenties is, worden de referenties afgedrukt op het etiket voor de logistieke eenheid. Er kunnen alleen logistieke eenheden met referenties worden geadviseerd als het selectievakje Referentie bindend in de sessie Logistieke gegevens verkoopcontractregel (tdsls3102m000) is ingeschakeld.

De referentiegegevens zijn opgenomen in de velden Referentie, Verpakkingsreferentie A en Verpakkingsreferentie B van de logistieke eenheid. Deze velden worden gekopieerd vanuit het oorspronkelijke verkoopafroepschema wanneer de logistieke eenheden worden gegenereerd.

Wanneer het uitslagadvies wordt vrijgegeven, worden er etiketten afgedrukt voor de logistieke eenheden op het hogere niveau op basis van de sjabloon voor logistieke eenheden van het eindproduct. Als de sjabloon voor logistieke eenheden bijvoorbeeld uit de sjabloon op het bovenste niveau Pallet en het onderste niveau Doos bestaat, worden voor het palletknooppunt etiketten afgedrukt.

Naar productie retourneren

In de sessie Orders gereedmelden (tisfc0520m000) kunt u een logistieke eenheid retourneren naar productie, dat wil zeggen het productiemagazijn, nadat de logistieke eenheid is opgeslagen in het magazijn voor eindproducten en de status van de logistieke eenheid In voorraad of Gedeeltelijk gereserveerd is.

Dit gebeurt door een logistieke eenheid gereed te melden met een negatieve hoeveelheid. Als een logistieke eenheid gereed wordt gemeld met een negatieve hoeveelheid, wordt voor de logistieke eenheid in de voorraad automatisch een uitslagadvies gegenereerd.

Als een deel van de hoeveelheid van de logistieke eenheid naar productie wordt geretourneerd, neemt de hoeveelheid van de logistieke eenheid af en wordt de te retourneren hoeveelheid geadviseerd en verzonden naar het productiemagazijn zonder logistieke eenheid.

Als de totale oorspronkelijke etikethoeveelheid van de logistieke eenheid naar productie wordt geretourneerd, wordt de volledige logistieke eenheid geadviseerd en naar het productiemagazijn verzonden. De status van de logistieke eenheid wordt dan ingesteld op Productie gereedgemeld en de logistieke eenheid wordt gekoppeld aan een inslagorderregel. De originele etikethoeveelheid wordt weergegeven op het veld Etikethoeveelheid van de sessie Logistieke eenheden productieorders (tisfc0506m000) en de inslagorderregel wordt weergegeven in de sessie Inslagproces logistieke eenheid (whinh2113m000).

Logistieke eenheid afsluiten

U kunt een logistieke eenheid afsluiten als de status In productie is en als de logistieke eenheid geen gereedgemelde artikelen bevat. Nieuwe logistieke eenheid-ID's en nieuwe etiketten moeten worden afgedrukt voor de artikelen in de afgesloten logistieke eenheid.

Als een productieorder wordt afgesloten, worden ook de gerelateerde logistieke eenheden met de status In productie afgesloten.