CRM – attributen in tekst-editor

Als u de teksteditor gebruikt om de layout van een brief te definiëren of een selectie-expressie aan te maken, kunt u attributen ophalen. Klik in het menu Opties van de teksteditor op Zoomsessie starten om een attribuut te selecteren.

Algemene notatie van een attribuut

Soorten attributen

  • R

    Het attribuut hoort bij een klant of een prospect.
  • P

    Het attribuut hoort bij een verkoopkans.
  • C

    Het attribuut hoort bij een contactpersoon.
  • A

    Het attribuut hoort bij een activiteit.

De algemene notatie van een attribuut ziet er als volgt uit: [X, attribuut].

De X staat hierbij voor (R, P, C of A). Het opgehaalde attribuut is altijd het attribuut voor een relatie (R). Als u het attribuut aan een contactpersoon wilt toekennen, moet u de "R" in "C" wijzigen, enzovoort.

Variabelen voor attributen

Als u attributen wilt gebruiken in een voorgedefinieerd verslag, kunt u de volgende variabelen (arrays) gebruiken:

  • label.data

    In deze array worden alle labels (omschrijvingen) van het attribuut opgeslagen. De lengte van een label is 40 tekens. Het maximum aantal labels is 25.
  • attribute.data

    In deze array worden alle (alfanumerieke) waarden opgeslagen (maximaal 25).
  • attribute.text

    In deze array worden alle tekstnummers vastgelegd (maximaal 10), die kunnen worden afgedrukt.

Voorbeeld

Voor de activiteit 'Bezoek' bestaan drie attributen:

Soort sfeer vriendelijk, normaal, vijandig
Begin van afspraak te vroeg, op tijd, te laat
Einde van afspraak te vroeg, op tijd, te laat

Aan attribuut twee is een tekst gekoppeld.

De volgende tekst kan worden afgedrukt:

tdsmi200.cact tdsmi200.dsca
label.data (1) : attribute.data (1)
label.data (2) : attribute.data (2)
label.data (3) : attribute.data (3)
Tekst label.data (2)
attribute.text (2)