CRM – attributen

Attributen worden gebruikt om onderscheidende informatie vast te leggen voor (potentiële) relaties, contactpersonen, verkoopkansen of activiteiten en om gegevens te segmenteren wanneer een batchselectie wordt opgegeven voor het genereren van activiteiten, standaardbrieven of flexibele verslagen.

U kunt attributen koppelen aan de volgende business objects:

  • Relaties
  • Contactpersonen
  • Verkoopkansen
  • Activiteiten

Ga als volgt te werk om attributen en attribuutsets op te geven:

  1. Attributen aanmaken

    U maakt attributen aan in de sessie Attributen (tdsmi0550m000).

    Notities

    • De velden op het tabblad Referentie zijn optioneel.
    • Attributen zijn vergelijkbaar met andere velden in LN. Zo kunt u een rekenmachine gebruiken voor attributen voor gehele en gebroken getallen, op dezelfde manier als voor standaard numerieke LN-velden. Voor datumattributen kunt u de kalender gebruiken.
    • Als een attribuut van de soort Optie is, geeft u de opties in de sessie Opties per attribuut (tdsmi0151m000) op.
  2. Attribuutsets aanmaken

    U kunt meerdere attributen koppelen aan een business object. Als u meerdere attributen wilt koppelen, gebruikt u de sessie Attributensets (tdsmi0152m000) om attribuutsets aan te maken.

  3. Attributen koppelen aan attribuutsets

    U koppelt de attributen aan de attribuutsets in de sessie Attributen per attributenset (tdsmi0153m000). Een attribuut kan aan meerdere attribuutsets worden gekoppeld.

    Attribuutsets kunnen worden toegevoegd aan de volgende sessies:

    • Attributen per relatie (tdsmi1101m000)
    • Attributen per verkoopkans (tdsmi1111m000)
    • Attributen per contactpersoon (tdsmi1123m000)
    • Attributen per activiteit (tdsmi2101m000)
  4. Attributen koppelen aan business objects

    U kunt attributen als volgt koppelen aan business objects:

    • Door default attribuutsets te definiëren in de sessie Defaults per gebruiker (tdsmi0520m000) of de sessie Parameters CRM (tdsmi0100m000).
    • Door een attribuutset collectief toe te voegen aan meerdere relaties, verkoopkansen, enzovoort in de sessie Attributen collectief toevoegen (tdsmi2210m000).
    • Door activiteiten collectief toe te voegen aan meerdere relaties, verkoopkansen, enzovoort in de sessie Activiteiten collectief toevoegen (tdsmi2210m100). Activiteiten die u toevoegt in deze sessie, moeten zijn gebaseerd op een activiteitensjabloon waaraan een attribuutset is gekoppeld in de sessie Activiteitensjablonen (tdsmi0155m000).
    • Door handmatig attributen toe te voegen aan specifieke business objects.

      U kunt attributen afzonderlijk of per attribuutset toevoegen in de volgende sessies:

      • Relatie (tccom4100s000)

        U kunt attributen toevoegen aan een relatie op het tabblad Extra attributen. Dat tabblad verwijst naar de sessie Attributen per relatie (tdsmi1101m000).
      • Verkoopkans (tdsmi1610m000)

        U kunt attributen toevoegen aan een verkoopkans op het tabblad Extra attributen. Dat tabblad verwijst naar de sessie Attributen per verkoopkans (tdsmi1111m000).
      • Contactpersoon (tccom1640m000)

        U kunt attributen toevoegen aan een contactpersoon op het tabblad Extra attributen. Dat tabblad verwijst naar de sessie Attributen per contactpersoon (tdsmi1123m000).
      • Activiteiten (tccom6100m000)

        U kunt attributen toevoegen aan een activiteit op het tabblad Extra attributen van de sessies Afspraak (tccom6600m100), Call (tccom6600m200), Taak (tccom6600m300) en Mailing (tccom6600m400). Het tabblad verwijst naar de sessie Attributen per activiteit (tdsmi2101m000).
  5. Waarden voor attributen opgeven

    Op het tabblad Extra attributen van de sessies Relatie (tccom4100s000), Verkoopkans (tdsmi1610m000), Contactpersoon (tccom1640m000) en Activiteiten (tccom6100m000) kunt u waarden opgeven voor de attributen.

    Afhankelijk van de attribuutsoort is er mogelijk een rekenmachine of kalender beschikbaar wanneer u waarden opgeeft. Als het attribuut zodanig is ingesteld, moet u een waarde opgeven.

Voorbeeld

  • Attributen gekoppeld aan relaties

    Een bedrijf besluit te controleren of zijn leveranciers een ISO 9000-certificatie hebben. Het bedrijf kan dan een attribuut genaamd ISO 9000? aanmaken en dit koppelen aan de leveranciers om deze informatie bij te houden. Het bedrijf stelt de default waarde voor deze expressie op Nee.
  • Attribuut gekoppeld aan een activiteit

    Een bedrijf heeft een activiteit aangemaakt die wordt gebruikt om klachten van het magazijn over leveranciers bij te houden. Aan deze activiteit is een attribuutset genaamd KLACHT = Klachten gekoppeld. De attribuutset bevat de informatie die het bedrijf wil bijhouden voor elk probleem. Een van de attributen is een veld waarin de magazijnmedewerker de reactie van de leverancier beoordeelt. De beschikbare waarden zijn Prima, Goed, Matig en Niet acceptabel.
  • Attribuutset

    Een bedrijf houdt elk jaar een enquête onder de klanten. Elk van de vragen in de enquête wordt aangemaakt als een attribuut en alle vragen worden gegroepeerd in een attribuutset.