Prognose (VMI)

Levenscyclus van prognosegegevens

Tijdens een ordergestuurde planning genereert Planning geplande productieorders, geplande inkooporders en geplande distributieorders om aan de vraag te voldoen. Als een planartikel echter wordt ingekocht bij een VMI-leverancier, genereert Planning geen geplande orders voor dat artikel. Planning genereert een prognose in plaats van geplande orders.

De klant verzendt de prognose naar de leverancier.

De leverancier gebruikt de prognose om de levering te plannen en de bevestigde levering te berekenen (optioneel).

Voorwaarden en condities

Om gebruik te maken van een door leverancier beheerde voorraad (VMI), moeten de leverancier en de klant een overeenkomst voor voorwaarden en condities definiëren, die wordt opgeslagen in de module Voorwaarden en condities in het pakket Algemeen. Een overeenkomst voor voorwaarden en condities wordt aan een contract gekoppeld. De leverancier slaat dit contract als verkoopcontract op en de klant slaat het contract als inkoopcontract op.

Zie voor meer informatieOverzicht van voorwaarden en condities.

Aggregatieperiode

Over het algemeen aggregeert de klant de prognose naar prognoseperioden, bijvoorbeeld één dag, één week of vijf weken. De lengte van de prognoseperioden wordt gedefinieerd in de overeenkomst voor voorwaarden en condities. De klant kan ook gedetailleerde vraaggegevens verzenden zonder de prognose naar perioden te aggregeren.

Goedkeuring

Nadat LN de prognose heeft berekend, kan de klant de prognose desgewenst handmatig wijzigen. Voordat LN de prognose naar de leverancier verzendt, moet de klant de gegevens fiatteren.

Als een prognoserevisie is gefiatteerd, kunt u die prognoserevisie niet meer wijzigen, tenzij u de fiattering ongedaan maakt. Als een prognoserevisie naar de leverancier is verzonden, kunt u de fiattering niet meer ongedaan maken.

Revisies

De klant kan elk gewenst aantal prognoseberichten verzenden. Elk herzien prognosebericht krijgt een revisienummer dat met één is verhoogd. U kunt opgeven of en hoeveel eerdere revisies moeten worden opgeslagen voor referentiedoeleinden.

Als de leverancier een bericht met een bevestigde levering naar de klant verzendt, blijft de relatie met de prognoserevisie waarop de bevestigde levering is gebaseerd, behouden.

Bevroren zones voor prognoses

De klant en de leverancier kunnen overeenkomen dat de prognose voor de korte termijn niet mag worden verhoogd of verlaagd. Deze beperking zorgt ervoor dat de leverancier voldoende tijd heeft om het leveringsplan aan te passen als dat nodig is.

Zie voor meer informatie Bevroren zones prognose.

Totale prognose en bevestigd deel van de prognose

U kunt desgewenst de prognose opsplitsen in een bevestigde prognose en een niet-bevestigde prognose. De leverancier kan deze gegevens op verschillende manieren gebruiken. De leverancier kan bijvoorbeeld de interne productieplannen op de totale prognose baseren en de aanvulling voor de klant op de bevestigde prognose baseren.

Als er meer verkoopgegevens beschikbaar komen en de klant nieuwe prognoserevisies verzendt, kunnen de niet-bevestigde prognoses geleidelijk worden vervangen door bevestigde prognoses.

Zie voor meer informatie Bevestigde en niet-bevestigde prognose.

Acties van de leverancier

De leverancier moet de ontvangen prognose accepteren voordat de prognose in het planningsproces kan worden meegenomen. U kunt ook instellen dat alle prognoses automatisch moeten worden geaccepteerd.

De leverancier gebruikt de prognose voor het volgende:

• Het berekenen van de bevestigde levering, die vervolgens naar de klant wordt verzonden.
• Het genereren van de geplande distributieorders om de voorraad in het magazijn van de klant aan te vullen.

Zie voor meer informatie Planningsmethoden (VMI).