Planning op basis van aantal leverdagen

Doel van de planningsmethode

Deze planningsmethode is een variant van de planningsmethode Minimum en maximum voorraad.

Deze planningsmethode moet ervoor zorgen dat de voorraad van de klant voldoende is om de bedrijfsactiviteiten van de klant te garanderen als er tijdelijke leveringsproblemen optreden. Het voorraadniveau moet voldoende zijn om te garanderen dat de klant zijn bedrijfsactiviteiten een bepaald aantal dagen kan blijven uitvoeren indien alle leveringen plotseling worden stopgezet.

Onderwijl voorkomt u met deze methode dat de voorraad verouderd raakt omdat de geleverde hoeveelheid niet meer zal zijn dan de benodigde hoeveelheid.

Relevante parameters

De volgende velden op het tabblad Planning van de sessie Voorwaarden en condities - regels (tctrm1620m000) bepalen hoe deze methode wordt toegepast.

• Min-max voorraadniveaus gebruiken
• Specificatie min-max
• Min-max aantal dagen
• Minimum factor
• Maximum factor

Om de planningsmethode in dit onderwerp te gebruiken, zet u het veld Specificatie min-max op Aantal dagen.

Minimum niveaus, maximum niveaus of beide

Om de levering aan de klant te plannen met deze methode, zet u het veld Min-max voorraadniveaus gebruiken op Minimum niveaus, Maximum niveaus, of Minimum en maximum niveaus.

Minimum factor en maximum factor

Bij deze planningsmethode kunt u de ondergrens en de bovengrens bepalen waartussen de voorraad mag fluctueren.

Berekening

Wanneer de klant een prognoserevisie fiatteert, worden het maximum niveau en het minimum niveau bevroren voor die revisie.

Voor elke prognoseperiode voert LN de volgende stappen uit:

1. LN telt de waarde van het veld Min-max aantal dagen op bij de startdatum van de desbetreffende prognoseperiode. Hierdoor wordt de horizondatum gedefinieerd.

2. LN berekent de som van de prognoses voor elke prognoseperiode tussen de startdatum van de aangegeven prognoseperiode en de horizondatum.

   Als de horizondatum midden in een prognoseperiode valt, gebruikt LN een evenredig gedeelte van de prognose voor die prognoseperiode.

   Alleen de startdatums van de prognoseperioden worden vastgelegd. De einddatum van een prognoseperiode wordt afgeleid van de startdatum van de volgende prognoseperiode. Daardoor is de lengte van de laatste prognoseperiode niet bekend. In deze berekening neemt LN aan dat de laatste prognoseperiode even lang is als de voorgaande prognoseperiode.

3. De effectieve minimum voorraad voor de relevante prognoseperiode is de som van de prognosewaarden vermenigvuldigd met de waarde van Minimum factor.
4. De effectieve maximum voorraad voor de relevante prognoseperiode is de som van de prognosewaarden vermenigvuldigd met de waarde van Maximum factor.