Bevroren zones prognose

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u ongewenste wijzigingen in de prognose voor de korte termijn kunt voorkomen.

Wijzigingen in de prognose voor de korte termijn voorkomen

Als een leverancier de levering voor de klant plant in een VMI-omgeving, maakt de leverancier gebruik van de prognose die van de klant wordt ontvangen. Als de klant de prognose voor de korte termijn wijzigt, is het mogelijk dat de leverancier het plan niet meer op tijd kan aanpassen.

De volgende problemen kunnen optreden:

  • Als de klant een nieuwe revisie van de prognose stuurt waarin de prognose onverwachts is verhoogd, is het mogelijk dat de leverancier het productieniveau niet op tijd kan aanpassen omdat de doorlooptijden van de leverancier te lang zijn.
  • Als de klant de prognose onverwachts verlaagt, is het mogelijk dat de leverancier met een grote voorraad ongebruikte componenten en halffabrikaten blijft zitten.

Om deze problemen te voorkomen, kunnen de klant en de leverancier overeenkomen dat de klant de prognose niet mag verhogen of verlagen gedurende een bepaalde periode. U definieert deze periode in een overeenkomst voor voorwaarden en condities.

NB

Deze beperkingen worden niet afgedwongen door LN. U kunt de beperkingen handmatig opheffen.

Bevroren zones instellen

De bevroren zone wordt gedefinieerd op het veld Bevroren zone - en het veld Bevroren zone + in de sessie Voorwaarden en condities planning (tctrm1135m000). Zowel de leverancier als de klant moet deze velden definiƫren.

Het veld Bevroren zone - beperkt de vrijheid van de klant om een prognose te verlagen.

Het veld Bevroren zone + beperkt de vrijheid van de klant om een prognose te verhogen.

Beide parameters worden gedefinieerd als een aantal kalenderdagen, gerekend vanaf de huidige datum.

Voorbeeld

De leverancier wil ten minste 14 dagen van tevoren op de hoogte worden gesteld als de vraag wordt verlaagd. De leverancier wil ten minste 21 kalenderdagen van tevoren op de hoogte worden gesteld als de vraag wordt verhoogd.

Om deze beperking in te stellen, moeten de leverancier en de klant het veld Bevroren zone - op 14 en het veld Bevroren zone + op 21 zetten.

Zie Berekening bevroren zone prognose voor uitgebreide voorbeelden van deze berekeningen.

De bevroren zones gebruiken

Klant

Wanneer u de prognose fiatteert, controleert LN de bevroren zone door de prognose te vergelijken met de eerder verzonden revisie. Als de prognose is verhoogd in de bevroren zone+ of is verlaagd in de bevroren zone-, wordt u gevraagd of u de revisie wilt fiatteren.

Om te bepalen wat LN moet doen als een prognose is gewijzigd in de bevroren zone, gebruikt u het selectievakje Prognosewijzigingen in bevroren zone fiatteren in de sessie Prognose naar leverancier fiatteren (cpvmi0202m000).

Als u een prognose fiatteert die in strijd is met de beperkingen van de bevroren zones, is het mogelijk dat de leverancier weigert uw prognose te fiatteren.

Leverancier

Als u de prognose accepteert die u van uw klant hebt ontvangen, controleert LN de bevroren zone door de ontvangen prognose te vergelijken met de eerder ontvangen revisie. Als de prognose is verhoogd in de bevroren zone+ of verlaagd in de bevroren zone-, vraagt het systeem of u de revisie wilt fiatteren.

NB

Om de laatste dag van de bevroren zone te bepalen, gebruikt LN de datum waarop u de prognose hebt ontvangen als peildatum.

Om te bepalen wat LN moet doen als een prognose is gewijzigd in de bevroren zone, gebruikt u het selectievakje Prognosewijzigingen in bevroren zone accepteren in de sessie Prognose van klant accepteren (cpvmi0206m000).