Voorbeeld: cumulatieve orderlooptijd (COLT)

LN gebruikt deze COLT-waarden om de minimum lengte van de orderhorizon en de planningshorizon te berekenen:

  • De niet-kritische cumulatieve orderlooptijd (niet-kritische COLT) wordt gebruikt voor het bijwerken van een orderhorizon van een artikel.
  • De totale cumulatieve orderlooptijd (COLT) wordt gebruikt voor het bijwerken van de planningshorizon.

Deze online-handleiding geeft uitleg over de cumulatieve doorlooptijd (COLT) en de niet-kritische COLT.

Niet-kritische cumulatieve orderlooptijd

De niet-kritische cumulatieve orderlooptijd (niet-kritische COLT) van een artikel is gelijk aan de langste van de volgende doorlooptijden:

  • De inkoopdoorlooptijd van het artikel. Zie voor meer informatie Berekening van inkoopdoorlooptijden.
  • De niet-kritische cumulatieve productiedoorlooptijd van het artikel. Voor meer informatie, zie Niet-kritische cumulatieve productiedoorlooptijd.

Een reden voor het berekenen van een niet-kritische COLT is als volgt. Stel dat een artikel de volgende planningshorizon heeft:

OH Orderhorizon
MPH Hoofdplanningshorizon
C Huidige datum
X Behoefte

De orderplanning wordt dan gebruikt om de behoeften op de korte termijn te dekken. De hoofdplanning dekt de behoeften op de lange termijn. Zolang behoefte X binnen de hoofdplanningshorizon valt, wordt de behoefte alleen gedesaggregeerd naar de kritische componenten van het artikel. De desaggregatie naar niet-kritische componenten vindt alleen plaats als de behoefte terechtkomt binnen de orderhorizon van het artikel. Als dat het geval is, moet de totale doorlooptijd van het artikel en de bijbehorende niet-kritische componenten binnen de orderhorizon vallen, anders wordt de order te laat geleverd.

Regels

Voor artikelen die kritisch zijn in de hoofdplanning (zie de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000)) en een artikelhoofdplan hebben, gelden de volgende regels:

  • De planningshorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de totale COLT van het artikel.
  • De orderhorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de niet-kritische COLT van het artikel.

Voor artikelen die kritisch zijn in de hoofdplanning (zie de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000)) en die geen artikelhoofdplan hebben, gelden de volgende regels:

  • De planningshorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de totale COLT van het artikel.
  • De orderhorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de totale COLT van het artikel.

Voor artikelen die niet kritisch zijn in de hoofdplanning (zie de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000)), gelden de volgende regels:

  • De orderhorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de totale COLT van het artikel.
  • De planningshorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de orderhorizon van het artikel.

Tevens geldt voor niet-kritische artikelen de volgende regel:

  • De orderhorizon van het artikel moet ten minste gelijk zijn aan de orderhorizon van het dichtstbijzijnde parent-artikel in de stuklijststructuur.

Voor meer informatie over deze regel, zie Synchronisatie van orderhorizonnen tussen stuklijstniveaus.

Cumulatieve orderlooptijd

Artikel A bestaat uit de componenten X, Y en Z. Component X en Y worden ingekocht bij een relatie. Component Z bestaat uit de subcomponenten Z-1 en Z-2. Deze subcomponenten worden ook ingekocht bij een relatie.

Artikel Doorlooptijd (dagen)
A 2
X 5
Y 2
Z 1
Z-1 7
Z-2 9

De doorlooptijden omvatten de veiligheidstijd, de extra doorlooptijd en de doorlooptijd van de uitslag.

De COLT van artikel Z is 10 dagen (1 + 9). De COLT van artikel A is 12 dagen (2 + 10).

Stel dat het artikel ook wordt ingekocht en dat de levertijd in de sessie Artikelen - inkoop (tdipu0101m000) 21 dagen is. Dit aantal wordt omgerekend naar 15 werkdagen. De COLT van artikel A is dan 15 dage in plaats van 12 dagen.