Planningsclusters voor meerdere vestigingen

Als de concepten van meerdere vestigingen zijn geactiveerd, zijn planningsclusters en vestigingen verplicht. Een planningscluster kan meerdere vestigingen bevatten, maar een vestiging kan aan slechts één planningscluster zijn gekoppeld.

Dit betekent dat Planning een ordergestuurde planning uitvoert voor de magazijnen van de vestigingen die aan het cluster zijn gekoppeld.

Wanneer Planning wordt uitgevoerd voor een cluster, worden de geaggregeerde levering en vraag voor alle magazijnen van de vestigingen die aan het cluster zijn gekoppeld, toegevoegd aan het default magazijn van het cluster. Als u de aanvulling van een specifiek magazijn in het cluster wilt plannen, kunt u kanban, TPOP of Orderadvies genereren (SIC) gebruiken.

Als Planning afzonderlijk moet worden uitgevoerd voor een of meer magazijnen op een bedrijfslocatie, moeten er afzonderlijke vestigingen en planningsclusters worden ingesteld voor het magazijn of de magazijnen waarvoor u de planning wilt uitvoeren.

Voorbeeld

Klant X heeft een locatie XYZ waar productie- en serviceactiviteiten plaatsvinden.

De productie vindt plaats in productiehal ABC, die verschillende afdelingen omvat: een ontvangstmagazijn voor inkoopmaterialen, een productiemagazijn en een magazijn voor eindproducten. Het ontvangstmagazijn voor inkoopmaterialen levert aan het productiemagazijn, dat vervolgens aan de afdelingen levert.

Ter ondersteuning van de serviceactiviteiten worden reserveonderdelen en andere servicegerelateerde artikelen opgeslagen in het servicemagazijn SW1.

Servicebureau SO1 is verantwoordelijk voor servicemagazijn SW1. De voorraad van magazijn SW1 wordt uitsluitend voor servicedoeleinden gebruikt. Deze voorraad mag niet worden gebruikt voor productie.

Daarom worden de orderplanning en het aanmaken van inkooporders voor servicemagazijn SW1 uitgevoerd door servicebureau SO1, afzonderlijk van de planning die plaatsvindt voor de magazijnen van productiehal ABC.

Om dit mogelijk te maken, worden afzonderlijke planningsclusters en afzonderlijke vestigingen ingesteld voor servicemagazijn SW1 en productiehal ABC. De reden hiervan is dat een vestiging niet meer dan één planningscluster kan bevatten.

Locatie XYZ heeft dus de volgende vestigingen en planningsclusters:

  • Planningscluster PL1 en vestiging PRD1 voor productiehal ABC.
  • Planningscluster PL2 en vestiging SRV1 voor magazijn SW1 en servicebureau SO1.

Voor beide planningsclusters wordt gebruikgemaakt van orderplanning, maar de planning wordt voor elk cluster afzonderlijk uitgevoerd. Binnen vestiging PRD1 levert het ontvangstmagazijn voor inkoopmaterialen aan het productiemagazijn via Kanban.

Voor elke vestiging moeten alle gegevens, zoals de artikelgegevens, afzonderlijk worden ingesteld.

Doorgaans leidt het uitvoeren van planning voor alle magazijnen binnen één vestiging en één cluster tot lagere voorraadniveaus en lagere prijzen. Als klant X voor deze optie kiest, zou deze één vestiging en cluster kunnen instellen die naast de magazijnen van de productiehal ook het servicemagazijn omvat. Het servicemagazijn zou vervolgens via magazijnplanning, zoals TPOP, kunnen worden aangevuld.

In dit voorbeeld weegt de behoefte van klant X om een afzonderlijke planning uit te voeren voor het servicemagazijn, zwaarder dan het voordeel van kosteneffectiviteit en een meer gestroomlijnde structuur dat via centrale planning kan worden bereikt.