RRP-run, artikelselectie

• Net-change planning

  Voor elk planartikel registreert LN of er sinds de laatste simulatie een wijziging is opgetreden, zoals een wijziging in de stuklijst of in de vraaggegevens. LN legt ook vast wat de vroegste datum is waarop een wijziging is opgetreden (de net-change datum).

  U kunt met de orderplanningssessies alleen die artikelen plannen waarvoor de planningsgegevens sinds de laatste planningsrun zijn gewijzigd.

• Bottom-up artikelselectie

  De gevolgen van een wijziging in de beschikbaarheid van bepaalde kritische componenten die wordt gebruikt in een groot aantal eindproducten, kan zichtbaar worden gemaakt met een bottom-up artikelselectie.

  Tijdens een bottom-up planningsrun plant LN elk artikel waarvoor de beschikbaarheid van het oorspronkelijk geselecteerde planartikel van belang is.

• Top-down artikelselectie

  Deze wordt gebruikt om een volledige planningsrun voor verkooporders met een hoge prioriteit uit te voeren, bijv. voor een geavanceerd klantspecifiek (engineer-to-order) eindproduct.

  Tijdens een top-down planningsrun, plant LN elk inkoopartikel en elk halffabrikaat waarvan de tijdige beschikbaarheid invloed heeft op de productie van het oorspronkelijk geselecteerde planartikel.

• Beperkingen

  LN hanteert de volgende restricties bij de selectie van planartikelen, waarvoor LN de orderplanning genereert.

  • LN neem alleen planartikelen mee die u op het ingegeven planniveau hebt vastgelegd.
  • De bottom-up artikelselectie kan niet worden toegepast voor artikelen met een STO-structuur.
  • Bij zowel bottom-up als top-down worden de gerelateerde artikelen van hetzelfde bedrijf geselecteerd. Het selectiealgoritme stopt als een ander bedrijf wordt geselecteerd.

• Selectieprocedure

  LN bepaalt de te plannen verzameling van planartikelen op de volgende wijze:

  1. Selectiebereik

     LN selecteert het planartikel dat u in de sessie Orderplanning genereren (artikel) (cprrp1220m000) hebt opgegeven of de reeks artikelen die u in de sessie Orderplanning genereren (cprrp1210m000) hebt opgegeven.

  2. Bottom-up selectie

     Indien u voor de geselecteerde planartikelen het selectievakje Incl. parent-artikelen inschakelt, neemt LN ook de volgende artikelen mee:

     • Parent-artikelen op de stuklijst.
     • Te ontvangen artikelen die zijn opgegeven in de sessie Leveringsrelaties (cprpd7130m000).
     • Parent-artikelen op de generieke stuklijst, voor de generieke artikelen die deel uitmaken van de artikelselectie.
     • Afgeleide artikelen: De projectartikelen waarvoor u een project hebt aangemaakt in de module Projectbeheer in Productie.

     • Alternatieven

       • De op te gebruiken materialen en alternatieve materialen van de geselecteerde artikelen.
       • Alle artikelen waarvoor een geselecteerd een op te gebruiken of alternatief materiaal is.

     Bij de bottom-up selectie zijn meerdere niveaus betrokken. LN selecteert bijv. ook het parent-artikel van het parent-artikel, tot en met de eindproducten die aan klanten kunnen worden verkocht.

  3. Top-down selectie

     Indien u voor de geselecteerde planartikelen het selectievakje Incl. child-artikelen inschakelt, neemt LN ook de volgende artikelen mee:

     • componenten van de stuklijst mee.
     • De toe te leveren artikelen die u hebt opgegeven in de sessie Leveringsrelaties (cprpd7130m000).
     • Componenten op de generieke stuklijst, voor de generieke artikelen die deel uitmaken van de artikelselectie.

     • Afgeleid-van artikelen: de generieke of gewone artikelen waarmee u projectartikelen aanmaakt in de module Projectenbeheer (PCS) van Productie en waarvan de projectartikelen die in de opgegeven artikelselectie voorkomen, zijn afgeleid.

       Als tijdens de ordergestuurde planning de projectstructuur van een projectartikel moet worden opgebouwd, wordt gebruikgemaakt van de top-down artikelselectie. Als bijvoorbeeld tijdens een ordergestuurde planning LN ziet dat er een levering moet worden gegenereerd voor projectartikel PX, dan kopieert LN de structuur van artikel X. In dat geval moet LN ook nieuwe projectartikelen maken. Tijdens de planning wordt ook met deze nieuw aangemaakt projectartikelen rekening gehouden.

     • Alternatieven

       • De op te gebruiken materialen en alternatieve materialen van de geselecteerde artikelen.
       • Alle artikelen waarvoor een geselecteerd een op te gebruiken of alternatief materiaal is.

     Bij de top-down selectie zijn meerdere niveaus betrokken. LN selecteert bijv. ook de componenten van de componenten, tot en met de inkoopdelen.

  4. Beperkingen

     LN hanteert de restricties die deel uitmaken van de restricties die gelden voor de selectie van planartikelen.
  5. Indien u het selectievakje Net-change planning uitvoeren hebt ingeschakeld, beperkt LN de planningsrun tot de planartikelen waarvoor de planningsparameters of waarvan de artikelstructuur sinds de vorige orderplanningsrun is gewijzigd. Voor meer informatie, zie Net-change simulaties.

  6. Phantom-artikelen

     Als het selectievakje Magazijn overerven als parent-artikel een phantom is in de sessie Stuklijst (tibom1110m000) is ingeschakeld voor een van de geselecteerde planartikelen, selecteert Planning planartikelen voor alle clusters van het materiaal. Zie voor meer informatieRechtstreekse levering materiaal

Voorbeelden van deze procedure vindt u onder Artikelselectie in orderplanning, voorbeelden.