Planningsvolgorde en fasenummers

De geplande levering voor een planartikel kan resulteren in behoeften voor andere planartikelen. Als gevolg van logistieke afhankelijkheden moeten planartikelen in een bepaalde volgorde worden gepland.

Planning gebruikt fasenummers om te bepalen in welke volgorde de artikelen worden gepland.

Orderplanning

In de orderplanning heeft elk artikel zijn eigen orderfasenummer.

De orderfasenummers bepalen de volgorde waarin de planartikelen worden gepland:

  • Alle planartikelen met fasenummer 0
  • Alle planartikelen met fasenummer 1
  • Enz.

Hoofdplanning

In de hoofdplanning heeft elk artikel zijn eigen hoofdplanningsfasenummer. Bovendien heeft elke planeenheid zijn eigen fasenummer.

Tijdens de hoofdplanning wordt de leveringsplanning uitgevoerd per planeenheid. Een planartikel dat niet tot een planeenheid behoort wordt beschouwd als een op zichzelf staande planeenheid.

De artikelen worden gepland in de onderstaande volgorde:

  • Alle planeenheden met fasenummer nul en alle planeenheden die niet tot een planeenheid behoren maar wel fasenummer nul hebben
  • Alle planeenheden met fasenummer nul en alle planeenheden die niet tot een planeenheid behoren maar wel fasenummer 1 hebben
  • Enz.
NB

De planningsvolgorde binnen een planeenheid is alleen van toepassing bij werklastbeheersing. De planningsvolgorde binnen de planeenheid wordt dan bepaald door het prioriteitsniveau dat voor elk artikel is berekend. Voor meer informatie, zie Werklastbeheersing, berekening planningsprioriteiten.

Weergave en berekening van fasenummers

De fasenummers van de hoofdplanning en de order van een planartikel zijn op te vragen in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Het fasenummer van een planeenheid wordt weergegeven in de sessie Planeenheid (cprpd6100m000).

Met de sessie Fasenummers berekenen (cprpd6200m000) kunt u fasenummers opnieuw berekenen. Een andere mogelijkheid is dat u LN de fasenummers online laat berekenen.