Hoofdplanning tegen oneindige capaciteit

Bij plannen tegen oneindige capaciteit genereert LN een leveringsplan zonder rekening te houden met capaciteits- of materiaalbeperkingen. Deze planningsmethode is daarom vergelijkbaar met het traditionele planningsparadigma van MRP II.

Plannen tegen oneindige capaciteit is vooral geschikt in situaties waarin de hoeveelheid beschikbare capaciteit en de beschikbaarheid van materialen voor productie zonodig gemakkelijk kunnen worden vergroot.

Plannen tegen oneindige capaciteit is de default planningsmethode in een hoofdplanning en wordt gebruikt voor:

  • Planartikelen die niet zijn gekoppeld aan een specifieke planeenheid.
  • Planartikelen die zijn gekoppeld aan een planeenheid waarin het hoofdplanningsalgoritme Plannen tegen oneindige capaciteit wordt gebruikt.
NB
  • De keuze van het hoofdplanningsalgoritme maakt alleen verschil voor de productieplanning. De inkoopplanning en de distributieplanning worden altijd op dezelfde manier uitgevoerd, ongeacht of u plannen tegen oneindige capaciteit of werklastbeheersing als hoofdplanningsalgoritme gebruikt.

  • Hieronder vindt u een overzicht van de planningsprocedure die wordt gebruikt voor plannen tegen oneindige capaciteit (en die ook een rol speelt bij werklastbeheersing - zie Werklastbeheersing). Zie ook Bijwerken van hoofdplannen voor een stapsgewijze beschrijving van de manier waarop artikelhoofdplannen worden bijgewerkt.

  • Productie en inkoop worden alleen als leveringsbronnen gebruikt indien het veld Productieplan automatisch bijwerken of Inkoopplan automatisch bijwerken in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) op Genereren of Altijd bijwerken staat.

  • ATP-gegevens worden alleen bijgehouden binnen de CTP-horizon.

Planningsprocedure

Tijdens de simulatie van een hoofdplan in de sessie Hoofdplanning genereren (cprmp1202m000) of Hoofdplanning genereren (artikel) (cprmp1203m000), genereert LN een leveringsplan om te voldoen aan de vraag in een planperiode en het voorraaddoel te bereiken dat wordt uitgedrukt in het voorraadplan.

De procedure is grofweg vergelijkbaar met de procedure voor het bijwerken van een artikelhoofdplan (zie Bijwerken van hoofdplangegevens. Er is één groot verschil. Tijdens het bijwerken wordt de geprojecteerde voorraad eenvoudig herberekend. Bij een simulatie wordt er gekeken naar eventuele tekorten van de geprojecteerde voorraad en wordt er een leveringsplan gegenereerd om die tekorten te dekken.

Een leveringsplan wordt alleen gegenereerd binnen de hoofdplanningshorizon van het artikel.

Bepaling van benodigde levering

Voor elke planperiode waarvoor een levering moet worden gepland, moet de benodigde hoeveelheid worden berekend. Eerst wordt het verwachte voorraadniveau aan het einde van de periode berekend. Voor meer informatie over deze basisprocedure, zie Berekening van geprojecteerde voorraad. Bedenkt u hierbij wel dat, in dit stadium van de berekening, de opnieuw te berekenen hoeveelheden van het leveringsplan genegeerd worden (met andere woorden: op nul gezet worden). Dat betekent dat:

  • De geplande distributieorders worden genegeerd (deze worden altijd opnieuw gegenereerd tijdens de simulatie van een hoofdplan).
  • Het productieplan wordt genegeerd indien het veld Productieplan automatisch bijwerken in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) op Genereren of Altijd bijwerken staat.
  • Het inkoopplan wordt genegeerd als het veld Inkoopplan automatisch bijwerken in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) op Genereren of Altijd bijwerken staat.

Als het berekende verwachte voorraadniveau gelijk is aan of hoger is dan het voorraadplan voor de betreffende planperiode, behoeven voor die planperiode geen leveringen meer worden gepland. In dat geval gaat het planningsalgoritme door met de volgende periode.

Als het verwachte voorraadniveau lager is dan het voorraadplan, is het verschil tussen deze twee de hoeveelheid waarvoor een leveringsplan moet worden gegenereerd.

Selectie van leveringsbronnen

Tijdens de leveringsplanning wordt bepaald welke bronnen moeten worden gebruikt (productie, inkoop, distributie of een combinatie daarvan) en hoe de leveringshoeveelheid over deze bronnen moet worden verdeeld. Dat gebeurt volgens de sourcing-instellingen die voor het betreffende artikel zijn vastgelegd. Zie Leveringsbronnen voor meer informatie.

Afhankelijk van deze sourcing-instellingen wordt de leveringsplanhoeveelheid op één van de volgende manieren toegekend:

  • Er wordt slechts één leveringsbron gebruikt (productie, inkoop of distributie).
  • De levering wordt procentueel verdeeld over twee of drie verschillende bronnen.

Herberekening van geprojecteerde voorraad en ATP

Nadat het leveringsplan is bijgewerkt, wordt de geprojecteerde voorraad opnieuw berekend (zie Berekening geprojecteerde voorraad.

Bovendien worden de ATP en de cumulatieve ATP opnieuw berekend (zie Berekening artikel-ATP).