Horizonnen en time fences

U kunt invloed uitoefenen op de planningsprocedure in Planning door middel van horizonnen en time fences.

Horizonnen

Een horizon is over het algemeen een tijdsperiode waarin een bepaalde functie of een bepaald planningsconcept beschikbaar is. Een horizon begint op de huidige datum of een toekomstige datum. Een horizon in Planning wordt bepaald door een getal dat een aantal werkdagen aangeeft. het begin of einde van de horizon weergeeft.

Time fences

Over het algemeen geeft een time fence aan tot welk tijdstip een bepaalde restrictie van toepassing is. Een time fence in Planning wordt bepaald door een getal dat een aantal werkdagen weergeeft.

Grote horizonnen en time fences

De meest voorkomende horizon in Planning is de planningshorizon. De planningshorizon geeft de periode weer waarin de behoeften en de leveringen worden gepland.

De planningshorizon bestaat uit een orderhorizon en/of een hoofdplanningshorizon. Dit betekent dat zich drie verschillende planningssituaties kunnen voordoen:

  • Alleen orderhorizon
  • Orderhorizon (voor kortetermijnplanning) en hoofdplanningshorizon (voor langetermijnplanning).
  • Alleen hoofdplanningshorizon

In het eerste deel van de planningshorizon kunt u een time fence instellen om te voorkomen dat Enterprise Planning wijzigingen zal doorvoeren in de leveringsplanning voor de korte termijn.

Orderhorizonnen en planningshorizonnen moeten aan een aantal regels voldoen. LN kan deze horizonnen controleren aan de hand van de volgende soorten regels:

  • Lengteregels die gebaseerd zijn op cumulatieve orderlooptijden
  • Een synchronisatieregel tussen orderhorizonnen op verschillende stuklijstniveaus

Andere horizonnen en time fences

Voor alle planartikelen zijn de volgende horizonnen en time fences beschikbaar:

  • De ATP/CTP-horizon, die bepaalt voor welke periode de ATP of CTP moet worden gecontroleerd.
  • De horizon met vaste doorlooptijd, die wordt gebruikt bij orderplanning om te bepalen of Planning een vaste orderlooptijd of uitgebreide routinggegevens moet gebruiken voor het plannen van productieorders.

Wanneer u voor een artikel een artikelhoofdplan bijhoudt, kunt u de volgende extra horizonnen en time fences gebruiken:

  • Time fence prognose (prognose wordt niet meegenomen in korte termijnplanning)
  • Prognosehorizon (voor prognosegestuurde voorraadplanning)
  • Horizon familie-CTP (optioneel ATP/CTP-controles op een hoger productfamilieniveau uitvoeren)

U gebruikt de signaleringshorizon om aan te geven voor welke periode Enterprise Planning een bepaalde uitzonderingsboodschap moet genereren.

NB

De meeste horizonnen en time fences definieert u in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Horizonnen van uitzonderingsboodschappen worden gedefinieerd in de sessie Typen uitzonderingsboodschappen per planner (cprao1110m000).

Diagram van horizonnen en time fences

NB

De meeste horizonnen en time fences kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld. Daarbij gelden echter wel de volgende regels:

  • De planningshorizon moet groter zijn dan nul.
  • De orderhorizon, time fence, time fence prognose en CTP-horizon moeten binnen de planningshorizon liggen.
  • Het einde van de horizon met vaste doorlooptijd valt samen met het einde van de orderhorizon.
  • Het einde van de horizon van de familie-CTP valt samen met de ATP/CTP-horizon.