Offsetting van einddatum tot startdatum

Offsetting van de einddatum tot de startdatum is afhankelijk van de ordersoort. Offsetting is verschillend voor productieorders, productieschema's, inkooporders en distributieorders.

  • Offsetting van productieorders

    De volgende factoren bepalen hoe de planning/offsetting van een productieorder wordt uitgevoerd:

    • Planning routing

      Als de geschatte startdatum van de productieorder vóór de datum op het veld Horizon bewerkingen in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) valt, hebt u te maken met kortetermijnplanning. De productieorders worden daarom gedetailleerd gepland. De productieorder wordt gepland op basis van de routing, routingbewerkingen en hoeveelheid. De orderlooptijd is de som van de doorlooptijden van de bewerkingen.

    • Vaste orderlooptijd

      Als de geschatte startdatum van de productieorder na de datum op het veld Horizon bewerkingen in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) valt, hebt u te maken met langetermijnplanning. De productieorders worden daarom op minder gedetailleerde wijze gepland (om de prestaties te verbeteren). Als de geschatte startdatum na de datum op het veld Horizon bewerkingen valt, worden details overgeslagen. In plaats daarvan wordt de vaste orderlooptijd gebruikt voor de planning, zonder gebruik te maken van een routing en bewerkingen.

      De geschatte startdatum wordt bepaald door achterwaarts te plannen op basis van de vaste Geplande order die is gedefinieerd in de sessie Artikel - productie (tiipd0101m000).

    • Generieke artikelen

      Soms heeft de productieorder betrekking op een generiek artikel. De generieke routing bevat een set mogelijke bewerkingen. Welke bewerkingen zijn geselecteerd, is afhankelijk van de configuratie. Voor een generiek, nog niet geconfigureerd artikel worden daarom alle bewerkingen gepland in een geplande order. Deze offsetting wijkt af van die van de normale artikelen.

  • Planning routing

    Een productieorder bevat een serie bewerkingen. De volgorde van de bewerkingen wordt beheerd op basis van de routing. Een artikel kan meerdere routes met verschillende sets bewerkingen hebben, afhankelijk van de orderhoeveelheid. Bovendien kunt u phantom-artikelen modelleren die resulteren in een netwerk van parallelle bewerkingen. De invloed van de phantom-artikelen op de planning wordt later beschreven.

    Een geplande bewerking omvat de volgende doorlooptijdcomponenten:

    • Buffer (volgende bewerking)
    • Gemiddelde omsteltijd
    • Stuktijd productie op basis van Cyclustijd
    • Wachten
    • Verplaatsen

    De productietijd kan afhankelijk zijn van de hoeveelheid of een vaste tijd zijn. Dit wordt bepaald op basis van de instelling van het selectievakje Vaste duur.

    De volgende opties zijn beschikbaar:

    • Normaal, geen vaste duur (selectievakje Vaste duur is uitgeschakeld)

Planning routing

Productietijd = cyclustijd * orderhoeveelheid / routinghoeveelheid
  • Vaste duur (selectievakje Vaste duur is ingeschakeld)
Productietijd = cyclustijd

Als u de gedetailleerde routinginformatie gebruikt, gaat de offsetting van twee bewerkingen als volgt:

Productieorders, offsetting van bewerkingen

Overlapping van bewerkingen

In de vorige afbeelding ziet u hoe u twee bewerkingen achtereenvolgend kunt plannen. Bewerking 20 begint wanneer bewerking 10 gereed is. Als u een hoeveelheid of percentage gebruikt voor de overdrachtsbatch, kan bewerking 20 starten wanneer bewerking 10 gedeeltelijk gereed is.

Productieorders, overlap van bewerkingen

Netwerk van phantom-bewerkingen

Als artikel A phantom-artikelen B heeft en C als componenten, bevat de productieorder de bewerkingen voor artikel A, de artikelen B en artikel C. Als phantom B bijvoorbeeld nodig is voor de derde bewerking van artikel A en C is nodig voor de tweede bewerking, ziet de planning er als volgt uit:

Productieorders, netwerk van bewerkingen

Capaciteit

De benodigde capaciteit voor een productieorder wordt afgeleid van de doorlooptijden van bewerkingen. Bezettingsfactoren geven aan hoeveel medewerkers of machines bij de bewerking betrokken zijn. Alleen voor de omsteltijd en de productietijd is capaciteit vereist.

Voor de twee soorten productietijden zijn de berekeningen van de capaciteit als volgt:

  • Normaal, geen vaste duur:
Manuren = gemiddelde omsteltijd * manbezetting voor omstelling + cyclustijd * orderhoeveelheid * manbezetting voor productie / routinghoeveelheid
Machine-uren = gemiddelde omsteltijd * machinebezetting + cyclustijd * orderhoeveelheid * machinebezetting / routinghoeveelheid
  • Vaste duur:
Manuren = gemiddelde omsteltijd * manbezetting voor omstelling + cyclustijd * manbezetting voor productie / routinghoeveelheid
Machine-uren = gemiddelde omsteltijd * machinebezetting + cyclustijd * machinebezetting / routinghoeveelheid

In de resourceplannen van Planning wordt de man- of machinecapaciteit opgeslagen op basis van het veld In resourcehoofdplan weergeven in de sessie Afdelingen (tirou0101m000).