Waar beschikbaar
De knop heeft een ATP-overzichtsrapport als resultaat. De ATP-controle wordt uitgevoerd op een specifieke datum in meerdere planningsclusters. Het algoritme kijkt naar de ATP van het planartikel. Dit betekent dat de controle wordt uitgevoerd op planningsclusterniveau en niet op afzonderlijk magazijnniveau.
Elk planartikel heeft een default magazijn. Dit magazijn wordt afgedrukt in het ATP-overzichtsrapport, maar de beschikbaarheid wordt altijd gecontroleerd voor alle magazijnen samen binnen het planningscluster.
CTP kan niet worden gecontroleerd tijdens een Waar beschikbaar. Alleen een ATP-controle is toegestaan.
Met welke artikelen/planningsclusters wordt rekening gehouden?
Als het selectievakje Toeleveringsrelaties negeren is uitgeschakeld in de sessie Beheer ATP (cprrp4800m000), wordt met de opdracht de artikel-ATP gecontroleerd die is gedefinieerd op de vereiste datum en voor de ATP van alle toe te leveren artikelen.
Deze ATP-controle omvat alle magazijnen van het planningscluster waaruit de vraag afkomstig is, plus alle magazijnen van de planningsclusters die zijn gekoppeld aan dat planningscluster door middel van een toeleveringsrelatie. Er wordt ook rekening gehouden met de doorlooptijd-offset van de levering: geplande leverdatum versus geplande ontvangstdatum.
Voorbeeld
De volgende leveringsrelaties worden ingesteld voor artikel X_ in het lege planningscluster (default magazijn WH1). Het artikel is ook aanwezig in een locatie (planningscluster 3) waarvoor geen leveringsrelatie is gedefinieerd.
Als u de controle Waar beschikbaar uitvoert voor artikel X__ op 25/4, is het resultaat als volgt:
| Beschikbaarheid | |||
|---|---|---|---|
| Bedrijf | Magazijn | Beschikbaar | Datum |
| 100 | M1 | 20 | 25/4 |
| 100 | WH3 | 15 | 25/4 |
| 100 | WH5 | 10 | 25/4 |
| 200 | WHA | 40 | 25/4 |
De volgende planningsclusters en artikelen worden gecontroleerd:
Houd er rekening mee dat de ATP van artikel X_CL3 geen deel uitmaakt van Waar beschikbaar omdat de ATP geen leveringsrelatie met X__ heeft.
De ATP van artikel Q_CL2 wordt opgenomen in de controle Waar beschikbaar, hoewel de artikelcode verschilt. Als u de leveringsrelaties niet negeert, worden al deze artikelen gecontroleerd, onafhankelijk van de artikelcode.
De twee componenten van artikel X__ worden niet opgenomen omdat (component-) CTP niet is toegestaan.
Het probleem in al deze situaties is dat een leveringsrelatie moet worden gedefinieerd om de goederen van een ander planningscluster op te halen. In sommige gevallen zult u dat wellicht niet willen, omdat u alleen de ATP wilt controleren en vervolgens direct aan de klant wilt leveren vanaf de locatie van de goederen.
Daarom wordt als het selectievakje Toeleveringsrelaties negeren is ingeschakeld, met de opdracht de artikel-ATP gecontroleerd die is gedefinieerd op de gedefinieerde datum en voor de ATP van alle artikelen met dezelfde (algemene) artikelcode, maar niet multi-company. Deze controle wordt uitgevoerd op basis van de artikelcode. Daarom worden alle X_…-artikelen opgenomen.
Voorbeeld
Waar beschikbaar voor artikel X__ op 25/4:
| Beschikbaarheid | |||
|---|---|---|---|
| Bedrijf | Magazijn | Beschikbaar | Datum |
| 100 | M1 | 20 | 25/4 |
| 100 | WH3 | 15 | 25/4 |
| 100 | WH6 | 25 | 25/4 |
De volgende planningsclusters/artikelen worden gecontroleerd:
Houd er rekening mee dat de ATP van artikel Q_CL2 geen deel uitmaakt van de functie Waar beschikbaar omdat niet wordt herkend dat artikel Q_CL2 een toe te leveren artikel voor X_ is. De controle wordt uitgevoerd op de artikelcode X_.
Bovendien wordt artikel X__CL1 ook niet opgenomen, omdat dit artikel zich in een ander bedrijf bevindt en deze controle wordt alleen uitgevoerd in één bedrijf.