Enterprise-model - instellingen meerdere vestigingen

Als het concept Vestigingen in de workbench-sessie Conceptactivering (tcemm4600m000) is geactiveerd, worden parameterinstellingen en basisgegevens met betrekking tot bedrijfsprocessen (zoals productie, planning, magazijnbeheer en orderafhandeling) opgegeven per bedrijf en per vestiging of per magazijn en bedrijfsonderdeel.

Logistieke stroom

Verschillende instellingen die per bedrijf zijn opgegeven, worden gebruikt als default waarden voor alle vestigingen, bedrijfsonderdelen en magazijnen van het bedrijf. Voor een afzonderlijke vestiging moet u voor verschillende gegevens opgeven of de bedrijfsgegevens en -instellingen moeten worden gebruikt of dat specifieke instellingen voor de vestiging kunnen worden opgegeven.

Bijvoorbeeld: voor vestiging A kunt u opgeven dat magazijngegevens voor de inslag zijn gedefinieerd op bedrijfsniveau en dat uitslaggegevens worden opgegeven op vestigingsniveau.

Op een vergelijkbare manier worden de meeste instellingen die per vestiging zijn opgegeven, als default waarden gebruikt voor de gerelateerde bedrijfsonderdelen en magazijnen, maar u kunt deze default instellingen vervangen door instellingen per bedrijfsonderdeel of magazijn.

Als u bedrijfsinstellingen gebruikt voor een vestiging, magazijn of bedrijfsonderdeel, worden wijzigingen in deze bedrijfsinstellingen bijgewerkt naar de vestiging, het magazijn of het bedrijfsonderdeel. U kunt een bedrijfsinstelling niet wijzigen op het niveau van een vestiging, magazijn of bedrijfsonderdeel.

Financiële stroom

Om de financiële stroom van een organisatie weer te geven, kunt u een of meer financiële bedrijven definiëren voor een bedrijfsstructuur. Een financieel bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden omvatten.

De magazijnen en bedrijfsonderdelen van een vestiging moeten worden gekoppeld aan een enterprise-eenheid. De magazijnen en bedrijfsonderdelen waarvoor een bedrijfseenheid financieel verantwoordelijk is, worden gekoppeld aan de enterprise-eenheid die de bedrijfseenheid vertegenwoordigt.

Op deze manier worden de financiële mutaties die het gevolg zijn van de productie, orderafhandeling of logistieke afhandeling door de magazijnen en bedrijfsonderdelen, geregistreerd in het financiële bedrijf van de enterprise-eenheid.

Ook worden standaardkosten opgegeven per enterprise-eenheid. Als uw bedrijfseenheden verschillende standaardkosten gebruiken, moet u de standaardkosten opgeven per enterprise-eenheid en de magazijnen en bedrijfsonderdelen koppelen aan de enterprise-eenheden.

De entiteiten binnen een vestiging kunnen worden gekoppeld aan verschillende enterprise-eenheden, of de entiteiten binnen een enterprise-eenheid kunnen aan verschillende vestigingen zijn gekoppeld. Dit is afhankelijk van de volgende factoren:

  • De bedrijfseenheid die de enterprise-eenheid vertegenwoordigt
  • Het financiële bedrijf waarnaar de financiële mutaties van de entiteiten moeten worden geboekt
  • De manier waarop de standaardkosten zijn ingesteld

Voorbeeld

Een onderneming heeft twee productiefaciliteiten in verschillende landen. Voor de productie van een eindproduct gebruikt elke productiefaciliteit dezelfde materialen, die bij verschillende externe leveranciers tegen verschillende prijzen worden gekocht.

U kunt dit modelleren door twee vestigingen te definiëren en aan elke vestiging ontvangstmagazijnen, productieafdelingen, inkoopbureaus en een verzenden-van magazijn te koppelen.

Voor elke vestiging kunt u instellingen opgeven die van toepassing zijn op de magazijnen, inkoopbureaus en productieafdelingen van de vestiging.

Voor het definiëren van de standaardkosten moeten de ontvangstmagazijnen van elke vestiging aan verschillende enterprise-eenheden zijn gekoppeld.

Voor de ingekochte materialen kunt u de standaardkosten per enterprise-eenheid en verschillende artikelinstellingen per vestiging vastleggen. Voor het eindproduct kunt u ook instellingen op het niveau van de vestiging of het bureau definiëren als de artikeleigenschappen afwijken van de centraal vastgelegde artikeleigenschappen.

NB
  • Naast de sessies voor artikelbasisgegevens op algemeen bedrijfsniveau zijn specifieke sessies beschikbaar voor het definiëren van artikelbasisgegevens voor de volgende entiteiten:

    • Vestigingen
    • Enterprise-eenheden
    • Planningsclusters
    • Bureaus
    • Magazijnen

    Zie Gebruikershandleiding artikelinstellingen.

  • Als u het Enterprise Modeler Content Pack gebruikt met LN, kunt u financiële bedrijven instellen met behulp van de wizard MAA0005 (Financiële enterprise-structuur). U kunt deze voorgedefinieerde wizard uitvoeren vanuit de sessie Wizards per projectmodel (tgwzr4502m000) nadat u het bedrijfsfunctiemodel voor uw bedrijf hebt opgegeven. Zie Bedrijfsfunctiemodel.