EDI-bedrijfsdocument 'Levering'

Het bedrijfsdocument 'Levering' beschrijft de verzending en ontvangst van bestelde goederen en bevat de volgende EDI-berichten:

Ga als volgt te werk om bestelde goederen te verzenden en te ontvangen:

  1. Nadat een verkooporder is vrijgegeven voor Magazijnbeheer in de sessie Verkooporders vrijgeven voor Magazijnbeheer (tdsls4246m000), bereidt u de order voor om te worden verzenden naar het inkoopbedrijf met behulp van de sessie Uitslagadvies genereren (whinh4201m000) en de sessie Uitslagadvies vrijgeven (whinh4202m000). Uitslagadvies bevat informatie voor goederenverplaatsingen vanuit een magazijnlocatie naar een laaddok voor verzending.
  2. Gebruik de sessie Zendingen/ladingen bevriezen/bevestigen (whinh4275m000) of de sessie Verzendbericht uitslag bevestigen (whinh4230m100) om zendingen te bevestigen die verzendberichten (ASN) voorbereiden.
  3. Gebruik de sessie Verzendberichten (whinh3100m000) om het verzendbericht te ontvangen dat door het verkoopbedrijf is verzonden.
  4. Gebruik de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000) om de hoeveelheid goederen vast te leggen die zijn ontvangen van het verkoopbedrijf.
  5. Bevestig de ontvangst in de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000). Nadat u een ontvangst of ontvangstregel hebt bevestigd, verstuurt LN een ontvangstafwijkingsbericht (RDN) naar het verkoopbedrijf indien de ontvangen hoeveelheid niet overeenkomt met de hoeveelheid op de verzendberichtregel. Er wordt alleen een afwijkingsbericht verzonden als verzendberichten worden gebruikt.

Verzendbericht (ASN)

Het leveringsproces wordt geïnitieerd wanneer u een van de volgende stappen uitvoert:

  • Bereid de magazijnorder voor voor verzending naar het inkopende bedrijf met behulp van de sessies Uitslagadvies genereren (whinh4201m000) en Uitslagadvies vrijgeven (whinh4202m000).
  • Bevestig de zending in de sessie Zendingen/ladingen bevriezen/bevestigen (whinh4275m000) of Verzendbericht uitslag bevestigen (whinh4230m100) om de EDI-berichten voor het verzendbericht (ASN) voor te bereiden.

Als het selectievakje ASN's automatisch genereren is ingeschakeld in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000), wordt het uitgaande verzendbericht (ASN) voorbereid in de sessie Zendingen/ladingen bevriezen/bevestigen (whinh4275m000). Als het selectievakje ASN's automatisch genereren selectievakje is uitgeschakeld, moet u het uitgaande verzendbericht (ASN) voorbereiden in de sessie Verzendbericht uitslag bevestigen (whinh4230m100).

Een verzendbericht (ASN) kan worden verzonden met de sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000). De gegenereerde EDI berichten worden weergegeven in een verslag. Externe EDI-relatieberichten worden in de directory appl_from geplaatst, de directory die is opgegeven voor het netwerk. De vertaalsoftware haalt het bericht op. Interne EDI-relatieberichten worden opgeslagen in de subdirectory appl_comm.

Een verzendbericht (ASN) is een niet-bevestigde ontvangst. Als de ASN de inhoud van de zending correct weergeeft, kan deze worden bevestigd, waarna de ASN een ontvangst wordt. Het ontvangstproces wordt nog sneller als de verzendberichten elektronisch worden ontvangen. De gegevensinvoertijd wordt korter en de kans op fouten neemt af. In de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000) worden de ontvangstgegevens automatisch gevuld met de gegevens uit het verzendbericht.

Berichten met fouten opnieuw verwerken

Bij het verwerken van inkomende berichten treden soms validatiefouten op. Als dergelijke fouten zich voordoen, kan het bericht niet worden bijgewerkt in LN. Het hele bericht wordt opgeslagen in de tabel Bewaarde te ontvangen berichten. U kunt het bericht bekijken en corrigeren met behulp van de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000).

Per netwerk wordt aan elke verwerking een uniek batchnummer toegekend. De verwerkte inkomende berichten worden vastgelegd in de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000). Deze sessie kunt u gebruiken om tonen batchreferenties die zijn aangemaakt bij de (al dan niet succesvolle) verwerking van inkomende EDI-berichten.

Met behulp van de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000) kunt u de gegevens bekijken en corrigeren. Wanneer u er voor kiest de berichten interactief te controleren of wanneer er fouten zijn opgetreden tijdens de validatie van berichtgegevens, wordt het EDI-bericht niet verwerkt. Het niet-verwerkte bericht wordt gemarkeerd als bewaard te ontvangen bericht. Wanneer u een record selecteert, worden de opgeslagen berichtgegevens weergegeven in de sessie Bewaarde te ontvangen berichtgegevens (ecedi7151s000).

Nadat de berichtgegevens zijn gecorrigeerd, moet het bericht worden goedgekeurd voordat het opnieuw kan worden verwerkt. Voer de vereiste stappen voor het opnieuw verwerken van een bericht uit in de sessies Bewaarde te ontvangen berichten goedkeuren (ecedi7250m000) en Bewaarde te ontvangen berichten verwerken (ecedi7252m000).

Nadat het opgeslagen bericht is verwerkt en bijgewerkt in LN met de sessie Bewaarde te ontvangen berichten verwerken (ecedi7252m000), wordt het opgeslagen bericht automatisch uit de tabel Bewaarde te ontvangen berichten verwijderd.

Als u besluit het bericht niet te verwerken, kunt u het berichte verwijderen met behulp van de sessie Bewaarde te ontvangen berichten afdrukken (ecedi7450m000) en/of de sessieBewaarde te ontvangen berichten afdrukken (ecedi7251m000). U kunt beide sessies openen vanuit het betreffende menu in de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000).

Ontvangstafwijkingsbericht (RDN)

Verzendberichten kunnen worden gebruikt voor het invullen van ontvangstgegevens in de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000). Als er een afwijking bestaat tussen de getoonde hoeveelheid op het verzendbericht en de werkelijk ontvangen en vastgelegde hoeveelheid, wordt de afwijking geregistreerd. Nadat de ontvangst is bevestigd, wordt er een ontvangstafwijkingsbericht (RDN) voorbereid voor EDI.

De default conversievoorschriftdefinitie voor het uitgaande ontvangstafwijkingsbericht bevat de ontvangstafwijkingscode. Deze code definieert het type afwijking als volgt:

  • Hoeveelheid ontvangen groter dan de hoeveelheid op het verzendbericht (hoeveelheid teveel).
  • Hoeveelheid ontvangen kleiner dan de hoeveelheid op het verzendbericht (hoeveelheid tekort).
  • Verzendbericht niet ontvangen voor ontvangst van goederen (geen ASN).

Als u wilt aangeven dat het verzendbericht niet is ontvangen vóór de ontvangst van de goederen, voert u in de sessie Verzendberichten (whinh3100m000) handmatig een verzendbericht met een nulhoeveelheid in.

De sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000) genereert het uitgaande ontvangstafwijkingsbericht (RDN). Een verslag toont de berichten die zijn gegenereerd. Voor externe EDI wordt het uitgaande bericht (ASCII) opgeslagen in de directory appl_from voor de vertaalsoftware.

Om het ontvangstafwijkingsbericht (RDN) te ontvangen, gebruikt u de sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000). Deze sessie haalt het ontvangstafwijkingsbericht op uit de directory appl_to, nadat het ASCII-bestand door de vertaalsoftware in de directory is geplaatst. Het bericht geeft aan dat er een afwijking is gevonden tussen de op het verzendbericht aangegeven hoeveelheid en de werkelijk ontvangen hoeveelheid.

De velden EDI-gegevens in de zendingskop en het tekstveld in de zendingsregel worden daarna bijgewerkt met de informatie uit het afwijkingsbericht.