Valuta's definiëren

Valuta's worden in eerste instantie als generieke eenheden gedefinieerd. Voor elke eenheid moet u het valutaformaat selecteren. Vervolgens moet u de valuta's opgeven die in elk bedrijf in uw omgeving met meerdere bedrijven worden gebruikt.

Valuta's en valutaformaten definiëren

  1. Definieer de valuta als een generieke eenheid in de sessie Generieke eenheden (ttaad1106m000). LN bevat reeds een aantal voorgedefinieerde generieke eenheden voor valuta's.
  2. Selecteer in de sessie Opmaak per generieke eenheid (ttaad1107m000) een generieke eenheid die een valuta weergeeft en geef het valutaformaat op. Herhaal dit voor elke generieke eenheid die een valuta weergeeft, en voor elke formaatcode.
  3. Definieer in de sessie Valuta's (tcmcs0102m000) de valuta's van uw bedrijf. De valutacodes moeten overeenkomen met de codes van de generieke eenheden die zijn gedefinieerd in de sessie Generieke eenheden (ttaad1106m000). Hiervoor kunt u het beste beide sessies starten, omdat u niet kunt doorzoomen.
  4. Selecteer de referentievaluta, de lokale valuta en de rapporteringsvaluta's voor de bedrijven zoals gedefinieerd in de sessie Bedrijven (tcemm1170m000).
NB

Zorg ervoor dat:

  • De valuta code die u definieert in de sessieValuta's (tcmcs0102m000) overeenkomt met de code van de bijbehorende generieke eenheid die is gedefinieerd in de sessie Generieke eenheden (ttaad1106m000) .
  • De afrondingsfactor die u opgeeft voor de valuta in de sessie Valuta's (tcmcs0102m000) dezelfde of een lagere nauwkeurigheid heeft dan het formaat u hebt opgegeven in de sessie Opmaak per generieke eenheid (ttaad1107m000). Indien u een afrondingsfactor opgeeft met een hogere nauwkeurigheid, heeft dat geen effect.