Overzicht kalenderfuncties

In de module Kalenders en perioden kunt u kalenders definiëren en indelen voor alle onderdelen van LN.

In een kalender in LN worden de tijden vastgelegd waarop resources beschikbaar zijn.

Voorbeeld

  • Productieorders kunnen worden gepland voor afdeling AA van 6:00 tot 17:00 uur.
  • Verkooporders kunnen worden gepickt en verzonden vanaf magazijn AA van 7:00 tot 18:00 uur.

Een kalender is een combinatie van het volgende:

  • Kalendercode

    Identificeert de lijst van dagen waarop kan worden gewerkt.

    De kalendercode definieert de start- en einddatum van een periode. Alle dagen binnen het bereik zijn potentiële werkdagen, met uitzondering van de dagen genoemd in de sessie Niet-werkdagen (tcccp0119m000).

    Kalendercodes hebben een hiërarchische structuur. Een parent-kalendercode biedt de defaultdatum voor de child-kalender. Zie voor meer informatie Kalendercodehiërarchie.

  • Beschikbaarheidssoort

    De algemene werkweek wordt gedefinieerd door de beschikbaarheidssoort: voor elk van de zeven dagen zijn de start- en eindtijd van de werktijden opgegeven.

NB

Kalendercodes en beschikbaarheidssoorten kunnen meerdere keren worden gecombineerd, zolang het resultaat maar een uniek identificatienummer krijgen.

Gebruiksstructuur voor kalenders

De kalenders in LN kunnen op een flexibele manier worden gebruikt. U kunt de planning voor het gehele bedrijf op één kalender definiëren of afzonderlijke kalenders voor verschillende resources (afdelingen, verkoopbureaus, medewerkers) definiëren om hun tijden individueel te plannen.

U kunt kalenders koppelen aan verschillende niveaus van uw organisatie. De bedrijfskalender is de meest algemene kalender op het bovenste niveau van de hiërarchie. Kalenders voor enterprise-eenheden, bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en medewerkers zijn specifieker.

De bedrijfskalender bevat werkdagen, feestdagen en werktijden voor de gehele organisatie. Voor een leverplanning koppelt u kalenders aan relaties en adressen. Zie voor meer informatie Kalenders gebruiken.

U kunt de volgende gegevens opgeven voor elk werktijdsinterval binnen een datum die u in een kalender opneemt:

  • Start- en eindtijd
  • Werktijdsoort (optioneel)
  • Efficiëntiefactor
  • Capaciteitspercentage
  • Overuren