Proforma factuurregels (cisli3110m200)

Het financiële bedrijf waarin de proforma factuur aanwezig is.

De mutatiesoort van de proforma factuur.

Het documentnummer van de proforma factuur.

Het factuurnummer van een andere originele factuur.

De factuurdatum van de factuur. Deze datum wordt bepaald op basis van de instellingen voor Factuurdatum in de sessie Parameters facturering (cisli0100m000).

De status van de proforma factuur.

Toegestane waarden

Geblokkeerd

Niet van toepassing

Geannuleerd

Bevestigd

Gereed voor opslaan

In afwachting van goedkeuring

Gereed voor afdrukken

Naar extern systeem verzonden

Door extern systeem geweigerd

Door extern systeem goedgekeurd

Afgedrukt

Doorgeboekt

Het nummer van de factuurregel.

Het financiële bedrijf van de originele proforma factuur.

Het verlegde belastingbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Het bedrag van de kredietbeperking, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Het bedrag van de kredietbeperking, uitgedrukt in de eigen valuta.

De datum van de kredietbeperking die van toepassing is op de factuur.

Het totale kortingsbedrag van de factuurregel in de eigen valuta.

Het totale kortingsbedrag van de order in de eigen valuta.

De totale waarde van alle artikelen in uw zending, op grond waarvan het bedrag van de invoerrechten en andere belastingen in de eigen valuta wordt bepaald.

De totale waarde van alle artikelen in uw zending, op grond waarvan het bedrag van de invoerrechten en andere belastingen in de eigen valuta wordt bepaald.

De brondocumentsoort.

Het kortingsbedrag in de factuurvaluta dat van toepassing is op de eerste factuur.

Het kortingsbedrag in de eigen valuta dat van toepassing is op de eerste factuur.

De datum van de eerste factuurkorting.

Het kortingsbedrag in de factuurvaluta dat van toepassing is op de tweede factuur.

Het kortingsbedrag in de eigen valuta dat van toepassing is op de tweede factuur.

De datum van de tweede factuurkorting.

Het kortingsbedrag in de factuurvaluta dat van toepassing is op de derde factuur.

Het kortingsbedrag in de eigen valuta dat van toepassing is op de derde factuur.

De datum van de derde factuurkorting.

De valutakoers waarmee de factuurvaluta wordt omgerekend naar de eigen valuta.

Het brondocumentnummer.

De factor waardoor het bedrag in de mutatievaluta of de factuurvaluta wordt gedeeld, voordat LN het naar een eigen valuta converteert. Een koersfactor wordt vaak gebruikt voor valuta's met een relatief lage prijs, zoals de Koreaanse Won.

De valutakoersen die op deze datum gelden, zijn van toepassing op de proforma factuurregel.

Het type valutakoers.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, LN rekening met termijnfactuurbedragen voor de toerekening van opbrengsten.

Het bedrag waarop de belasting van toepassing is.

Het regelnummer van de ordergegevens.

Een door de gebruiker gedefinieerde omschrijving gebaseerd op een mutatie en het bijbehorende type. Redencodes worden gebruikt bij het selecteren van gegevens voor overzichten en rapportage.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het scenario intercompany-handel.

De datum waarop de te factureren goederen zijn besteld.

Het mutatiesoortgedeelte van het documentnummer van de originele factuur.

Het documentnummer van de oorspronkelijke factuur.

Het regelnummer van de originele factuur.

De vervaldatum van de originele factuur.

Als de factuur reeds geheel of gedeeltelijk is betaald, is dit de mutatiesoort van de ontvangst waarvoor de rentefactuur wordt gegenereerd.

Het bronbedrijf.

Het regelnummer van de ontvangst.

De datum en tijd waarop de factuur volledig of gedeeltelijk is betaald.

Dit is het ontvangstbedrag in de factuurvaluta indien de factuur reeds geheel of gedeeltelijk is betaald.

Als er een betalingsschema is gekoppeld aan de factuur, is dit het schemaregelnummer waarvoor de rentefactuur is gegenereerd.

Het aantal dagen waarover rente wordt berekend.

Het percentage dat wordt gebruikt om de rente te berekenen.

De dimensies die worden gebruikt voor segmentrapportage.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Code die staat voor een grootboekrekening met de bijbehorende dimensies. Grootboekcodes worden gebruikt om de grootboekrekening weer te geven voor gebruikers die niet bekend zijn met de structuur van het rekeningschema.

U kunt een grootboekcode koppelen aan specifieke logistieke mutaties. Zulke integratiemutaties worden direct toegewezen aan de grootboekrekening en dimensies van de grootboekcode. Ze worden niet opgenomen in het integratieproces.

Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt.

Rekening voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen. Deze uitsplitsing geeft verticaal inzicht in de informatie op de grootboekrekeningen.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Een informatief veld waarop bijvoorbeeld verwezen kan worden naar:

• De persoon of afdeling met de autorisatie om een bepaalde taak uit te voeren.
• De contactpersoon van de relatie.
• Het nummer van de oorspronkelijke factuur

Het totaalbedrag waarvan kortingen, belasting, bonussen, enz. moeten worden afgetrokken. Het resterende bedrag is dan het nettobedrag. Het brutobedrag wordt berekend door de orderhoeveelheid te vermenigvuldigen met de (boek)prijs.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden Intrastat-gegevens gelogd voor handmatige verkoopfacturen.

Statistische import-/exportgegevens die niet als standaardinformatie aanwezig zijn in LN, maar die vereist zijn op de sales-listing of Intrastat-aangifte door enkele lidstaten van de EU.

U kunt maximaal 15 gegevensvelden toevoegen aan de statistische Intrastat-gegevens door ze te definiëren als een extra Intrastat-informatieset. U kunt de extra Intrastat-informatiesets toewijzen aan magazijnorderregels.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

/baanerp/tp/glossary/glossary#Element.tp

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

/baanerp/tp/glossary/glossary#000005

/baanerp/tp/glossary/glossary#000387

/baanerp/tp/glossary/glossary#000017

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

Het artikel dat gefactureerd moet worden.

Een specificatie van het soort werk dat door een servicemedewerker wordt uitgevoerd. Met taken kunt u het werk opgeven dat voor de uitvoering van een activiteit nodig is. Het is mogelijk een bepaald loonkostentarief aan een taak te koppelen.

De materieel code.

Het uitbestede werk dat wordt gedekt door de te factureren proforma regel.

Het serienummer van het te factureren artikel.

De overige kosten die worden gedekt door de proforma factuurregel.

De overheadkosten die worden gedekt door de proforma factuurregel.

De soort honorarium voor de proforma factuur.

Toegestane waarden

Vaste premie

Een vast bedrag dat u ontvangt van uw toeleverancier.

Premie toekennen

Een percentage dat u ontvangt van uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor tijdige leveringen.

Simuleringspremie

Een percentage dat u ontvangt van uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor een eerste order.

Boete

Een percentage dat u moet betalen aan uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor een te late levering of een kostenoverschrijding.

De artikelcode van de debiteur.

Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen.

Voorbeeld

Configureerbaar artikel: elektrische boor

Opties:

• 3 voedingsbronnen (batterijen, 12 V of 220 V)
• 2 kleuren (blauw, grijs).

Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd.

Het nummer dat door de verkopen-aan relatie is toegekend aan de order of het contract (bijvoorbeeld het nummer van het inkoopcontract van de verkopen-aan relatie). Het klantordernummer kan worden gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

Het inhoudingsbedrag uitgedrukt als percentage.

Het percentage van het totale contractbedrag dat is overeengekomen met de hoofdaannemer dat wordt gevormd door loonkosten.

Het bedrag dat moet worden overgeboekt naar de eerste geblokkeerde rekening die wordt gemuteerd in Liquiditeitenbeheer.

De grondslag die wordt gebruikt om het loonkostenbedrag te berekenen:

belastinggrondslag = (prijs * hoeveelheid) - kortingsbedrag - bedrag inhouding

Het loonkostenbedrag wordt berekend met behulp van de volgende formule:

loonkostenbedrag = grondslag * loonsombestanddeel van contractbedrag

Het geblokkeerde bedrag wordt vervolgens berekend met behulp van de volgende formule:

geblokkeerd bedrag = loonkostenbedrag * percentage G-rekening loon

Het totale aantal punten dat op dit moment is gefactureerd voor de termijn.

Het belastingpercentage dat op de proforma factuurregel van toepassing is.

/baanerp/tp/glossary/glossary#RevenuCode.tp

Het volgnummer van de opbrengst.

De totale orderhoeveelheid.

Het aantal tijdseenheden.

De contactpersoon voor de factureren-aan relatie.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De datum waarop de contractregel is toegekend.

Het magazijn van waaruit de goederen zijn verzonden.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Een adresspecificatie binnen een afleveradres. Bijvoorbeeld een doklocatie van een magazijn.

De leverancier gebruikt het leveringspunt in het proces voor het opbouwen van zendingen: de zendingen worden gegroepeerd per leveringspunt.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een kitorder van toepassing.

Een orderdocument dat tot in detail de inhoud weergeeft van een bepaald pakket voor zending. Het gaat hierbij om een omschrijving van de artikelen, het artikelnummer van de vervoerder of de klant, de verzonden hoeveelheid en de voorraadeenheid van de verzonden artikelen.

Het nummer van een externe pakbon.

Identificeert een groep artikelen die tegelijk worden afgeroepen.

De revisie van een revisiegestuurd maakartikel.

De artikelcode van de debiteur.

Het ordernummer dat door de klant wordt gebruikt.

De ID van het artikelmodel, -onderdeel, of -jaar voor de verkopen-aan relatie. Deze referentie wordt gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

Het ordernummer dat door de klant wordt gebruikt.

Het totale bedrag van de regelkortingen voor de order.

Het nummer van de orderregel dat door de klant wordt gebruikt.

Het volgnummer van de order dat door de klant wordt gebruikt.

Een code die aangeeft op welke manier kortingen worden berekend wanneer gebruikgemaakt wordt van meerdere kortingsniveaus.

Kortingen worden berekend op basis van een van de volgende bedragen:

• Bruto: de korting wordt berekend over het brutobedrag.
• Netto: de korting wordt berekend over het nettobedrag. Het nettobedrag wordt berekend op basis van het brutobedrag min de kortingen op vorige niveaus.

Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs.

De korting die u aan een relatie geeft, berekend per eenheid en uitgedrukt in een waarde. Bijvoorbeeld 3 euro.

De totale orderhoeveelheid.

Het gewicht van de goederen of zendingen die worden gefactureerd.

De eenheid voor het gewicht.

Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen.

Voorbeeld

Configureerbaar artikel: elektrische boor

Opties:

• 3 voedingsbronnen (batterijen, 12 V of 220 V)
• 2 kleuren (blauw, grijs).

Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd.

De valuta waarin het factuurbedrag wordt uitgedrukt.

De omrekeningsfactor toegepast op de prijseenheid.

De omrekeningsfactor toegepast op de hoeveelheidseenheid.

De omrekeningsfactor die wordt toegepast op de leveringseenheid.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een correctie van toepassing op het bedrag van een selfbilling-factuur.

Te factureren proforma regels worden nooit toegekend aan ontvangen selfbilling-facturen. Dit is dus niet van toepassing op proforma facturen.

Te factureren proforma regels worden nooit toegekend aan ontvangen selfbilling-facturen. Dit is dus niet van toepassing op proforma facturen.

Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

• De lokale valuta
• Twee rapporteringsvaluta's

Een getal dat een reeks selfbilling-factuurregels (van klanten) identificeert met te factureren regels.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de facturering gedaan in termijnen.

Het totale kortingsbedrag van de factuurregel.

De oorspronkelijke termijnregel.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn voorschotten van toepassing.

Het bedrijf waarvoor de factuurregel is aangemaakt.

Het mutatiesoortgedeelte van het documentnummer van de originele factuur.

Het factuurnummer van de oorspronkelijke factuur.

Het adres van de locatie waar de service wordt verricht.

Bij Service bevat dit veld het type levering waarop de factuur van toepassing is.

Een specificatie van het soort werk dat door een servicemedewerker wordt uitgevoerd. Met taken kunt u het werk opgeven dat voor de uitvoering van een activiteit nodig is. Het is mogelijk een bepaald loonkostentarief aan een taak te koppelen.

De code van het artikel dat wordt gefactureerd.

Het serienummer van het artikel dat wordt gefactureerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, neemt Infor LN het vorderingsnummer mee in de factuurgegevens, samen met de andere serviceordergegevens.

Het vorderingsnummer. De default waarde wordt opgehaald uit Service

De kosten (bedrag).

Kosten die zijn gemaakt voor een offerte.

De op tijd gebaseerde kosten die gemoeid zijn met reizen van een service-center naar een locatie.

De op afstand gebaseerde kosten die gemoeid zijn met reizen van een service-center naar een locatie.

Een tekst waaraan de factuur kan worden geïdentificeerd.

De omrekeningsfactor toegepast op de prijseenheid.

De omrekeningsfactor toegepast op de hoeveelheidseenheid.

De installatiegroep waarop de factuur betrekking heeft.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de installatiegroep op de factuur afgedrukt.

Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) is uniek en vormt een unieke gereedschapscode in LN.

De kleinste eenheid van werk die voor de uitvoering van onderhoud nodig is.

Een reeks bewerkingen die kan worden uitgevoerd. De referentieactiviteiten op basis waarvan bewerkingen aan een hoofdrouting worden toegevoegd, moeten dezelfde kenmerken hebben, zoals artikel, functioneel element en serviceafdeling.

Voorbeeld

Alle inspecties, tests, reinigingsactiviteiten, assemblageactiviteiten, demontageactiviteiten en reparatieactiviteiten die u op een machine kunt uitvoeren.

Een subset van de hoofdrouting. Een vooraf gedefinieerde reeks bewerkingen die kan worden uitgevoerd. Elke bewerking wordt door een uniek volgnummer aangegeven.

Het bedrag van de verwachte kosten, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Een extra tekst waaraan de factuur kan worden geïdentificeerd.

Het bedrag van de verwachte kosten, uitgedrukt in de eigen valuta.

Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs.

Het serienummer van het artikel dat wordt gefactureerd.

De begindatum en -tijd van de termijn.

De einddatum en -tijd van de termijn.

De installatiegroep waarop de factuur betrekking heeft.

De referentie van de originele order.

Het belastingland van de relatie die is gekoppeld aan de proforma factuur.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het magazijn waar geleverde goederen worden ontvangen.

Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het belastingland van de relatie die is gekoppeld aan de proforma factuur.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het belastingbedrag, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Het belastingbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Het type van de factuurontvangst.

Toegestane waarden

Verkoopfactuur

Niet-toegekende ontvangst

N.v.t.

Vooruitbetaling onderweg

Niet-toegekend/onderweg

Toekenning

Debetnota

Wissel

Kasjournaal

Normale ontvangst

Inkoopfactuur

Creditnota

Correctie

Koersverschil

Betalingsverschil

Ontvangst onderweg

Vooruitontvangst

Het mutatiesoortgedeelte van het documentnummer van de originele factuur.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het serienummer van het documentnummer van de originele factuur.

Het regelnummer van de originele factuur.

Het oorspronkelijke schemanummer.

De vervaldatum van de originele factuur.

De kredietanalist die is gekoppeld aan de proforma factuur.

Het bedrijf dat wordt gebruikt voor het verwerken en boeken van de overmakingsspecificaties.

redencode.

Het serienummer van het artikel dat wordt gefactureerd.

leveringspunt.

Het verkooporderbedrag waarop de bonus is gebaseerd.

Het percentage dat moet worden betaald aan een verkopen-aan relatie als een soort korting voor het afsluiten van een verkooporder.

Als de bonus een groeipercentage bevat, is dit het groeipercentage.

Als de bonus bestaat uit een vast bedrag, is dit het bonusbedrag.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De zending van de goederen die worden gefactureerd.

De zendingsregel van de goederen die worden gefactureerd.

De leverdatum van de goederen die worden gefactureerd.

De geleverde hoeveelheid van de goederen die worden gefactureerd.

Het gewicht van de goederen of de zending die worden gefactureerd.

De eenheid voor het gewicht.

De voorwaarden of afspraken met betrekking tot de levering van goederen.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

punt van eigendomsoverdracht.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het financiële bedrijf van het business-object.

De code van het project.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De naam van het business-object.

Het nummer dat door de verkopen-aan relatie is toegekend aan de order of het contract (bijvoorbeeld het nummer van het inkoopcontract van de verkopen-aan relatie). Het klantordernummer kan worden gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

De business-object-ID.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De referentie voor het business-object.

De code van de medewerker.

De gegenereerde interne code van het business object.

Het inhoudingsbedrag.

Het financiële bedrijf van het business-object.

De naam van het business-object.

De business-object-ID.

De referentie voor het business-object.

De kostencomponent van de gegenereerde opbrengst.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De kostencomponent die aan het project is gekoppeld.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De gegenereerde interne code van het business object.

Het bedrag van de regel, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Het belastingbedrag, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Het verlegde belastingbedrag, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Het factuurvolgnummer dat is toegekend aan de te factureren proforma regel. Default waarde: 1

Regels met hetzelfde volgnummer worden als één regel afgedrukt op de factuur.

De soort order die is aangemaakt voor de factureerbare regel.

Toegestane waarden

Productieorder

Productieorders - functieoverzicht

Niet van toepassing

Niet gebruikt in de huidige context.

Prognose

prognose

CTP-reservering

capable-to-promise

Verkoopofferte

verkoopoffertes

Inkoopcontract

inkoopcontract

Verkoopcontract

verkoopcontract

Magazijnorder

magazijnorder

Serviceorder

serviceorder

PRP-inkooporder

PRP-magazijnorder

Inkooporder

inkooporder

Assemblageorder

Magazijnorders voor assemblage

Magazijnoverboeking

magazijnoverboeking

Productiebatch

Verkooporder

verkooporder

Geplande distributieorder

geplande distributieorder

Vraag assemblagedeel

Productieorder (handmatig)

Productieorders - functieoverzicht

Inkooporder (handmatig)

inkooporder

Verkooporder (handmatig)

verkooporder

Serviceorder (handmatig)

serviceorder

Magazijnoverboeking (handmatig)

magazijnoverboeking

Reparatieverkooporder

reparatieverkooporder

Reparatiewerkorder

reparatiewerkorder

Reparatieverkooporder (handmatig)

reparatieverkooporder

Geplande productieorder

geplande productieorder

Offerteaanvraag

offerteaanvraag

Prognose verkoopafroepschema

Reparatiewerkorder (handmatig)

reparatiewerkorder

Transport

transportorder

Voorraad

Veiligheidsvoorraad

veiligheidsvoorraad

Assemblageorder (handmatig)

Inkoopaanvraag

inkoopaanvraag

Productieplan

Jobshop-productieplanning in Enterprise Planning

Geplande inkooporder

geplande inkooporder

Inkoopplan

inkoopplan

Inventarisatieorder

inventarisatieorder

Correctieorder

correctieorder

Herwaarderingsorder

herwaardering

Productieschema

productieschema

Productie kanban

Project

Project (handmatig)

Inkoopafroepschema

inkoopschema

Magazijnoverboeking (distributie)

overboekingsorder

PCS-project

Wijzigingsorder reservering

wijzigingsorder reservering

Verkoopafroepschema

verkoopafroepschema

Voorraadeigendom wijzigingsorder

wijzigingsorder voorraadeigendom

Verwachte levering

Bevestigde levering

Prognose van klant

Prognose aan leverancier

Overboeking kopen-van relatie (inkoop)

Inkooporderadvies

inkooporderadvies

Overboeking kopen-v. rel. (afroepschema)

Overboeking verkopen-aan rel. (verkoop)

Overboek. verk.-aan rel. (afroepschema)

Overboek. verk.-aan rel. (WH handmatig)

Overboeking verk.-aan rel. (handmatig)

Assemblageorder

Overboeking verk.-aan rel. (WH distr.)

Geplande kostenpegoverdracht

Kostenpegoverdracht

Projectcontract

Klantreclamering

Leveranciersreclamering

Geplande activiteiten (Service)

geplande activiteiten

Voorraad in quarantaine

quarantainevoorraad

Omschrijvende tekst of opmerkingen die zijn gekoppeld aan de kopregel.

Extra tekst die aan de kopregel is gekoppeld.

Tekst die aan de factureerbare regel is gekoppeld.

Detailtekst die aan de factureerbare regel is gekoppeld.

Tekst die aan een serviceartikel is gekoppeld.

Tekst die aan een oplossing is gekoppeld.

Omschrijvende tekst of opmerkingen die zijn gekoppeld aan de voetregel.

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Het type factuurregel.

Toegestane waarden

Voorschotfactuur

Materiaal

Niet van toepassing

Taak

Materieel

Gereedschap

Reizen

Uitbesteding

Helpdesk

Transport

Rente

OHW-overboeking

Termijn

Driehoeksfacturering

Tijdelijke inhouding

Termijn additionele kosten

Selfbilling

Overig

Magazijnorder

Afroepschema's

Retrobilling

Creditnota

Regie

Debetnota

Transportorder

Rechtstreekse levering

Bonusregels

PCS-order

Onkosten

Driehoeksinkoop

Verrekenpost

Contractlevering

Verhuur

Eenheidsprijs

Activiteit

Aanvraag termijnbetaling

Voortgang

Premies & boetes

Voorschotfactuur

Aanvraag vooruitbetaling

Handmatige verkoop

Verkooporder

Contracttermijn

Niet-facturabel

De ordersoort bepaalt welke sessies deel uitmaken van de orderprocedure en hoe en in welke volgorde deze procedure wordt uitgevoerd.

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Het land waarin de belasting moet worden betaald of gerapporteerd. Het belastingland kan een ander land zijn dan het land waar de goederen worden afgegeven of geleverd.

Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.

Het belastingland van de relatie.

Het bedrijfsonderdeel waaraan de factuurregel is gekoppeld.

De vertegenwoordiger die de factuur afhandelt.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De branche waarin de relatie actief is.

De regio waar de relatie is gevestigd.

Een transportdocument met informatie over de consignatie in één vrachtwagen (of een ander voertuig). Dit document verwijst naar een order of een set orders voor één geadresseerde op een afleveradres. Als de lading van de vrachtwagen uit zendingen voor diverse relaties bestaat, zijn er meerdere leveringsnota's voor de lading. Op een leveringsnota staan de leverdatum en het afleveradres, de naam van de klant, de inhoud van de consignatie, enzovoort. In Italië is een leveringsnota (voorheen BAM - Bolla Accompagnamento Merci genoemd) wettelijk verplicht. Nu heet dat document DDT (Documento di Trasporto). In Portugal en Spanje worden ook leveringsnota's gebruikt, maar daar hebben deze documenten niet dezelfde wettelijke status als in Italië.

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

• Default prijs- en kortingsovereenkomsten
• Defaults van verkooporders
• Leveringscondities
• De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het adres van de verkopen-aan relatie.

De relatie waarnaar u de bestelde goederen verzendt. Die is meestal een distributiecentrum of magazijn van de klant. De definitie bevat het default magazijn van waaruit u de goederen wilt verzenden, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde verkopen-aan relatie.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Het adres van de verzenden-aan relatie.

Een opdracht met een speciaal doel dat bereikt moet worden binnen de voorgeschreven tijd- en geldbeperkingen en die toegewezen is voor definitie of uitvoering.

/baanerp/tp/glossary/glossary#000390

De datums en hoeveelheden van een artikel die aan een klant kunnen worden toegezegd.

Met dit overzicht kunt u bepalen hoeveel volume op tijd kan worden geleverd en hoeveel te laat wordt geleverd.

Volgens het artikelhoofdplan zullen er later in die maand meer stoelen gereedkomen. Een aantal daarvan is reeds aan andere klanten toegezegd.

Voorbeeld

Een klant bestelt 80 bureaustoelen en geeft 1 mei als gewenste leverdatum op. De CTP-hoeveelheid op die dag is echter 30 stoelen.

Het nummer van de termijn.

Het inhoudingsnummer.

De registratiedatum voor de geprognosticeerde afwijking van de opbrengsten.

De leveringssoort die wordt gedekt door de factuurregel.

Als de factuur geen betrekking heeft op goederen, services of kosten, selecteert u Niet van toepassing.

Het factuurbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Het belastbare factuurbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Het belastingbedrag van de factuurregel, uitgedrukt in de eigen valuta.