Factuurregels (cisli3110m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om factuurregels en de detailgegevens ervan weer te geven.

Factuurnummer

Het financiële bedrijf waarin de factuur aanwezig is.

/

De mutatiesoort en serie die worden gebruikt voor het genereren van documentnummers voor de facturen.

De mutatiecategorie moet Verkoopfacturen zijn.

LN genereert de factuurdocumentnummers wanneer u de originele facturen afdrukt. Tot dat moment worden de factuurgegevens in Facturering aangeduid met een tijdelijk volgnummer.

/

Het documentnummer van de verkoopfactuur.

Factuurdatum

De datum en tijd waarop de factuur is aangemaakt.

NB
  • Als de status van de regel Gereed voor afdrukken is, kunt u desgewenst de factuurdatum wijzigen in de huidige datum of een andere datum in het verleden.
  • Als gegevens voor materiaalprijzen aanwezig zijn, kunt u de factuurdatum niet wijzigen.
Factuurstatus
Geblokkeerd
Niet van toepassing
Geannuleerd
Bevestigd
Gereed voor opslaan
In afwachting van goedkeuring
Gereed voor afdrukken
Naar extern systeem verzonden
Door extern systeem geweigerd
Door extern systeem goedgekeurd
Afgedrukt
Doorgeboekt
Regel

Het nummer van de factuurregel.

Bedrijf van herkomst

Het bronbedrijf.

Type herkomst

De brondocumentsoort.

Ordernummer

Het brondocumentnummer.

Orderregel

Het regelnummer van de ordergegevens.

Brondocument

Het bronbedrijf.

Order
Order
Artikel

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
Omschrijving

De omschrijving van het artikel.

Omschrijving regel

Een omschrijving van de factuurregel.

Partijcode

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

Serienummer

De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

Eerste referentie

Een tekst waaraan de factuur kan worden geïdentificeerd.

Tweede referentie

Een extra tekst waaraan de factuur kan worden geïdentificeerd.

Toerekening opbrengsten op basis van tijd

Geeft aan dat Toerekening opbrengsten op basis van tijd van toepassing is wanneer Methode toerekening opbrengsten is ingeschakeld.

NB
  • Default is dit selectievakje uitgeschakeld.
  • Dit veld wordt ingevuld op basis van het veld Toerekening opbrengsten op basis van tijd in de sessie Business-objects toerekening opbrengsten (cirrc0101m000).
  • Dit selectievakje is alleen beschikbaar als de Type herkomst Verkooporder (inclusief Verkoopafroepschema), Serviceorder, Reparatieverkooporder en Contract is.
Scenario intercompany-handel

Een bedrijfsproces, zoals Externe materiaallevering verkoop, waarbij twee onderdelen van een organisatie zijn betrokken die als entiteiten worden gedefinieerd. Een intercompany-handelsscenario is gekoppeld aan een intercompany-handelsovereenkomst. Het intercompany-handelsscenario en de intercompany-handelsovereenkomst zijn gekoppeld aan een intercompany-handelsrelatie.

Voorbeeld

Verkoopbureau S1 en magazijn W1 voor entiteiten maken deel uit van organisatie A, maar ze zijn gevestigd in verschillende landen. Om een verkooporder voor een externe klant af te handelen, geeft S1 de opdracht aan W1 om de goederen aan de klant te leveren. W1 stuurt een interne factuur naar S1 voor de kosten voor de goederen en de levering. Het bedrag van de interne factuur is gebaseerd op de verkooporderprijs.

Levering
Magazijn

Het magazijn waar geleverde goederen worden ontvangen.

Leveringspunt

Een adresspecificatie binnen een afleveradres. Bijvoorbeeld een doklocatie van een magazijn.

De leverancier gebruikt het leveringspunt in het proces voor het opbouwen van zendingen: de zendingen worden gegroepeerd per leveringspunt.

Zending

Alle goederen die via een bepaalde route op een bepaalde tijd en datum naar een bepaald adres worden vervoerd. Een deel van een lading dat kan worden geïdentificeerd.

Zending van leverancier

Het ASN-nummer van de kopen-van relatie in geval van rechtstreekse levering. De producent kent de factuur toe aan dit ASN-nummer.

Zendingregel van leverancier

Het regelnummer van het verzendbericht van de leverancier. De producent kent de factuur toe aan dit ASN-nummer.

/

Een entiteit die informatie geeft over een van de artikelen in een zending, zoals gewicht, hoeveelheid of extra kosten.

Geleverde hoeveelheid
Gewicht

Het gewicht van de lading die op de leveringsnota staat vermeld. De waarde op dit veld wordt alleen ingevuld als er een leveringsnota aanwezig is.

Gewicht

De eenheid waarin het gewicht wordt uitgedrukt.

Leveringscondities

De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.

Punt van eigendomsoverdracht

Het punt waarop het wettelijk eigendom wijzigt. Op dit punt gaat het risico over van de verkoper naar de koper.

Gegevens business-objects
Naam business-object

In de context van de verwerking van financiële integratiemutaties is een business object een logistieke entiteit of event, zoals een artikel, een inkooporder, een relatie of een magazijnafgifte.

ID business-object

De unieke code waarmee een specifiek business-object wordt aangeduid. De code van het business-object Inkooporder is bijvoorbeeld het inkoopordernummer.

Referentie business object

Een aanduiding van een mutatie die nauwkeuriger is dan het business-object, bijvoorbeeld een ontvangstnummer of een ordernummer. U kunt de referentie van het business-object gebruiken om mutaties toe te wijzen als het business-object zelf niet genoeg informatie biedt, bijvoorbeeld tijdens de afstemming van nog te ontvangen facturen.

NB

De referentie van een business-object is niet hetzelfde als een referentiekoppeling.

GUID business object

De gegenereerde interne code van het business object.

Bedragen
Factuurvaluta
Netto regelbedrag

Het bedrag van de regel, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Belastbaar bedrag

Het nettobedrag van de order of het nettobedrag van de factuur in de factuurvaluta.

KB-bedrag
Bedrag regelkorting

Het totale kortingsbedrag van de factuurregel.

Orderkortingsbedrag

Het totale bedrag van de regelkortingen voor de order.

Waarde voor douane

De totale waarde van alle artikelen in uw zending, waarmee het bedrag wordt bepaald van de invoerrechten andere belastingen.

Eerste factuurkorting

Het kortingsbedrag dat van toepassing is op de eerste factuur.

Tweede factuurkorting

Het kortingsbedrag dat van toepassing is op de eerste factuur.

Derde factuurkorting
Bedrag belasting verlegd

Het verlegde belasting bedrag voor de verkoopbelasting, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Eigen valuta
Bedrag in

Het factuurbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Belastbaar bedrag in

Het nettobedrag van de order of het nettobedrag van de factuur in de eigen valuta.

KB-bedrag in
Kortingsbedrag regel in

Het kortingsbedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Bedrag orderkorting in

Het totale kortingsbedrag van de order in de eigen valuta.

Waarde voor douane in eigen valuta

De totale waarde van alle artikelen in uw zending, waarmee het bedrag wordt bepaald van de invoerrechten andere belastingen.

Eerste kortingsbedrag in
Tweede kortingsbedrag in

Het kortingsbedrag dat van toepassing is op de tweede factuur uitgedrukt in de eigen valuta.

Derde kortingsbedrag in

Het kortingsbedrag dat van toepassing is op de derde factuur uitgedrukt in de eigen valuta.

Datums
KB-datum
Datum eerste factuurkorting

De datum van de eerste factuurkorting.

Datum tweede factuurkorting
Datum derde factuurkorting
Valutakoers
Valutakoers
Koersfactor
Koersdatum

De valutakoersen die op deze datum gelden, zijn van toepassing op de factuurregel.

Type valutakoers
Variabele criteria voor samenstellen
Belastingcode

Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.

Belastingland relatie

Het belastingland van de relatie.

Bedrijfsonderdeel

Het bedrijfsonderdeel waaraan de factuurregel is gekoppeld.

Vertegenwoordiger

De vertegenwoordiger die de factuur afhandelt.

Factuur handmatige verkoop
Branche

De branche waarin de relatie actief is.

Regio

De regio waar de relatie is gevestigd.

Leveringsnota

Een transportdocument met informatie over de consignatie in één vrachtwagen (of een ander voertuig). Dit document verwijst naar een order of een set orders voor één geadresseerde op een afleveradres. Als de lading van de vrachtwagen uit zendingen voor diverse relaties bestaat, zijn er meerdere leveringsnota's voor de lading. Op een leveringsnota staan de leverdatum en het afleveradres, de naam van de klant, de inhoud van de consignatie, enzovoort. In Italië is een leveringsnota (voorheen BAM - Bolla Accompagnamento Merci genoemd) wettelijk verplicht. Nu heet dat document DDT (Documento di Trasporto). In Portugal en Spanje worden ook leveringsnota's gebruikt, maar daar hebben deze documenten niet dezelfde wettelijke status als in Italië.

Verkopen-aanrelatie

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

  • Default prijs- en kortingsovereenkomsten
  • Defaults van verkooporders
  • Leveringscondities
  • De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie
Verkopen-aan adres

Het adres van de verkopen-aan relatie.

Verzenden-aan relatie

De relatie waarnaar u de bestelde goederen verzendt. Die is meestal een distributiecentrum of magazijn van de klant. De definitie bevat het default magazijn van waaruit u de goederen wilt verzenden, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde verkopen-aan relatie.

Verzenden-aan adres

Het adres van de verzenden-aan relatie.

Rentefactuur
Originele factuur

De mutatiesoort van de originele factuur die wordt gebruikt om de rente te berekenen.

Het documentnummer van de oorspronkelijke factuur.

Originele factuurregel

Het regelnummer van de originele factuur.

Vervaldatum originele factuur

De vervaldatum van de originele factuur.

Documentnummer factuurontvangst

Als de factuur reeds geheel of gedeeltelijk is betaald, is dit de mutatiesoort van de ontvangst waarvoor de rentefactuur wordt gegenereerd.

Factuurontvangstregel

Het regelnummer van de ontvangst.

Ontvangstdatum factuur

Dit is de ontvangstdatum indien de factuur reeds geheel of gedeeltelijk is betaald.

Ontvangstbedrag factuur

Dit is het ontvangstbedrag in de factuurvaluta indien de factuur reeds geheel of gedeeltelijk is betaald.

Schemaregel

Als er een betalingsschema is gekoppeld aan de factuur, is dit het schemaregelnummer waarvoor de rentefactuur is gegenereerd.

NB

Indien er aan de factuur geen betalingsschema is gekoppeld, zet LN dit veld op 100. Als er geen rentefacturen meer worden gegenereerd die zijn gerelateerd aan de factuur, maakt LN een record aan met de som van de rentefacturen. Voor dit record zet LN het schemaregelnummer op nul.

Aantal rentedagen

Het aantal dagen waarover rente wordt berekend.

Rentepercentage

Het percentage dat wordt gebruikt om de rente te berekenen.

Handmatige verkoop
Handmatige verkoop
Operationeel bedrijf

Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt.

Brutobedrag

Het totaalbedrag waarvan kortingen, belasting, bonussen, enz. moeten worden afgetrokken. Het resterende bedrag is dan het nettobedrag. Het brutobedrag wordt berekend door de orderhoeveelheid te vermenigvuldigen met de (boek)prijs.

Intrastat loggen

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden Intrastat-gegevens gelogd voor handmatige verkoopfacturen.

Add. statistische informatieset

Statistische import-/exportgegevens die niet als standaardinformatie aanwezig zijn in LN, maar die vereist zijn op de sales-listing of Intrastat-aangifte door enkele lidstaten van de EU.

U kunt maximaal 15 gegevensvelden toevoegen aan de statistische Intrastat-gegevens door ze te definiëren als een extra Intrastat-informatieset. U kunt de extra Intrastat-informatiesets toewijzen aan magazijnorderregels.

Vervoerder/LDV

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

Boeking
Referentie

Een informatief veld waarop bijvoorbeeld verwezen kan worden naar:

  • De persoon of afdeling met de autorisatie om een bepaalde taak uit te voeren.
  • De contactpersoon van de relatie.
  • Het nummer van de oorspronkelijke factuur
Grootboekcode

Code die staat voor een grootboekrekening met de bijbehorende dimensies. Grootboekcodes worden gebruikt om de grootboekrekening weer te geven voor gebruikers die niet bekend zijn met de structuur van het rekeningschema.

U kunt een grootboekcode koppelen aan specifieke logistieke mutaties. Zulke integratiemutaties worden direct toegewezen aan de grootboekrekening en dimensies van de grootboekcode. Ze worden niet opgenomen in het integratieproces.

Dimensiesoorten

Een van maximaal twaalf beschikbare bases voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen.

Dimensies

Rekening voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen. Deze uitsplitsing geeft verticaal inzicht in de informatie op de grootboekrekeningen.

Contract
Contract
Levering

/baanerp/tp/glossary/glossary#000390

Schema

De datums en hoeveelheden van een artikel die aan een klant kunnen worden toegezegd.

Met dit overzicht kunt u bepalen hoeveel volume op tijd kan worden geleverd en hoeveel te laat wordt geleverd.

Volgens het artikelhoofdplan zullen er later in die maand meer stoelen gereedkomen. Een aantal daarvan is reeds aan andere klanten toegezegd.

Voorbeeld

Een klant bestelt 80 bureaustoelen en geeft 1 mei als gewenste leverdatum op. De CTP-hoeveelheid op die dag is echter 30 stoelen.

Programma

/baanerp/tp/glossary/glossary#000387

Structuurdeel

/baanerp/tp/glossary/glossary#Element.tp

Activiteit

/baanerp/tp/glossary/glossary#000005

Verrekenpost

/baanerp/tp/glossary/glossary#000017

Projectregel

Het projectregelnummer

Loonkostenbedrag

Het percentage van het totale contractbedrag dat is overeengekomen met de hoofdaannemer dat wordt gevormd door loonkosten.

NB

De waarde die hier wordt weergegeven, is afkomstig van Project.

Geblokkeerd bedrag

Het bedrag dat moet worden overgeboekt naar de eerste geblokkeerde rekening die wordt gemuteerd in Liquiditeitenbeheer.

De grondslag die wordt gebruikt om het loonkostenbedrag te berekenen:

belastinggrondslag = (prijs * hoeveelheid) - kortingsbedrag - bedrag inhouding

Het loonkostenbedrag wordt berekend met behulp van de volgende formule:

loonkostenbedrag = grondslag * loonsombestanddeel van contractbedrag

Het geblokkeerde bedrag wordt vervolgens berekend met behulp van de volgende formule:

geblokkeerd bedrag = loonkostenbedrag * percentage G-rekening loon
NB

Dit veld is alleen van belang in Nederland.

Klantorder

Het nummer dat door de verkopen-aan relatie is toegekend aan de order of het contract (bijvoorbeeld het nummer van het inkoopcontract van de verkopen-aan relatie). Het klantordernummer kan worden gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

Hoeveelheid tijd

Het aantal tijdseenheden.

De eenheid waarin de grootheid TIJD kan worden uitgedrukt.

Factureren-aan contactpersoon

De contactpersoon voor de factureren-aan relatie.

Gunningsdatum contract

De datum waarop de contractregel is toegekend.

Contract
Artikel

Het artikel dat gefactureerd moet worden.

Artikelcode debiteur

De artikelcode die door de klant wordt gebruikt op de factureerbare regel.

Productvariant

Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen.

Voorbeeld

Configureerbaar artikel: elektrische boor

Opties:

  • 3 voedingsbronnen (batterijen, 12 V of 220 V)
  • 2 kleuren (blauw, grijs).

Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd.

Taak

Een specificatie van het soort werk dat door een servicemedewerker wordt uitgevoerd. Met taken kunt u het werk opgeven dat voor de uitvoering van een activiteit nodig is. Het is mogelijk een bepaald loonkostentarief aan een taak te koppelen.

Materieel

De materieel code.

Onderaanneming

Het uitbestede werk dat wordt gedekt door de factuurregel.

Overige kosten

De overige kosten die worden gedekt door de factuurregel.

Overhead

De overheadkosten die worden gedekt door de factuurregel.

Voortgangsdatum

De registratiedatum voor de geprognosticeerde afwijking van de opbrengsten.

Soort honorarium
Vaste premie

Een vast bedrag dat u ontvangt van uw toeleverancier.

Premie toekennen

Een percentage dat u ontvangt van uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor tijdige leveringen.

Simuleringspremie

Een percentage dat u ontvangt van uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor een eerste order.

Boete

Een percentage dat u moet betalen aan uw toeleverancier, bijvoorbeeld voor een te late levering of een kostenoverschrijding.

Termijn
Termijnnummer

Een incrementele betaalwijze waarbij factuurbetalingen over een bepaalde periode worden gespreid. Termijnen maken het mogelijk om facturen voor een verkooporder te sturen vóór of na de daadwerkelijke levering van de goederen.

Aantal punten

Het totale aantal punten dat op dit moment is gefactureerd voor de termijn.

Percentage

Het belastingpercentage dat op de factuurregel van toepassing is.

Inhoudingen
Nummer inhouding

Het inhoudingsnummer.

Percentage inhouding

Het inhoudingsbedrag uitgedrukt als percentage.

Bedrag inhouding

Het inhoudingsbedrag.

Inkomsten
Opbrengstcode

/baanerp/tp/glossary/glossary#RevenuCode.tp

Opbrengstvolgnummer

Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven.

Verkoop / magazijn
Verkoop / magazijn
Magazijn

Het magazijn van waaruit de goederen zijn verzonden.

Leveringspunt

Een adresspecificatie binnen een afleveradres. Bijvoorbeeld een doklocatie van een magazijn.

De leverancier gebruikt het leveringspunt in het proces voor het opbouwen van zendingen: de zendingen worden gegroepeerd per leveringspunt.

Vervoerder/LDV

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

Afhandeling kits

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een kitorder van toepassing.

Productvariant

Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen.

Voorbeeld

Configureerbaar artikel: elektrische boor

Opties:

  • 3 voedingsbronnen (batterijen, 12 V of 220 V)
  • 2 kleuren (blauw, grijs).

Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd.

Revisie

De revisie van een revisiegestuurd maakartikel.

Origineel factuurbedrijf

Het bedrijf waarvoor de factuurregel is aangemaakt.

Mutatiesoort originele factuur

Het mutatiesoortgedeelte van het documentnummer van de originele factuur.

Originele factuur

Het factuurnummer van de oorspronkelijke factuur.

Referentie
Artikelcode debiteur

De artikelcode van de debiteur.

Kopregels klantorder

Het ordernummer dat door de klant wordt gebruikt.

Klantorderregel

Het nummer van de orderregel dat door de klant wordt gebruikt.

Ordervolgnummer klant

Het volgnummer van de order dat door de klant wordt gebruikt.

Pakbon

Een orderdocument dat tot in detail de inhoud weergeeft van een bepaald pakket voor zending. Het gaat hierbij om een omschrijving van de artikelen, het artikelnummer van de vervoerder of de klant, de verzonden hoeveelheid en de voorraadeenheid van de verzonden artikelen.

Externe pakbon

Het nummer van een externe pakbon.

Zendingreferentie

Identificeert een groep artikelen die tegelijk worden afgeroepen.

Termijn
Voorschotten

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn voorschotten van toepassing.

Termijnfacturering

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de facturering gedaan in termijnen.

Toerekening opbrengsten in termijnen (verkoop)

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, LN rekening met termijnfactuurbedragen voor de toerekening van opbrengsten.

NB

Als het selectievakje is ingeschakeld, geldt voor de termijnen Normaal en Garantie het volgende:

  • Het integratiedocument Verkooporder / Opbrengstenanalyse wordt gebruikt in plaats van de documenten Verkooporder / Normale termijn en Verkooporder / Verrekende garantietermijn.
  • Als verkooporderregels worden gefactureerd, worden er geen koersverschilboekingen aangemaakt voor de tegenboeking van termijnen.

Oorspronkelijke termijnregel

De oorspronkelijke termijnregel.

Selfbilling
SBF-correctie

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een correctie van toepassing op het bedrag van een selfbilling-factuur.

Toegekende SBF-relatiecode

Een getal dat een reeks selfbilling-factuurregels (van klanten) identificeert met te factureren regels.

Verschil gefactureerd bedrag

Het correctiebedrag wanneer de selfbilling-factuur groter of kleiner is dan het originele bedrag.

Verschil gefactureerd bedrag

Het verschil van het bedrag, uitgedrukt in de eigen valuta.

Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

  • De lokale valuta
  • Twee rapporteringsvaluta's
Omrekeningsfactor
Omrekeningsfactor prijseenheid

De omrekeningsfactor toegepast op de prijseenheid.

Omrekeningsfactor hoeveelheidseenheid

De factor die wordt gebruikt om de hoeveelheid in ordereenheden om te rekenen in de hoeveelheid in voorraadeenheden.

Omrek.factor leveringseenheid

De omrekeningsfactor die wordt toegepast op de leveringseenheid.

Korting
Specificatie regelkorting
Kortingsmethode

Een code die aangeeft op welke manier kortingen worden berekend wanneer gebruikgemaakt wordt van meerdere kortingsniveaus.

Kortingen worden berekend op basis van een van de volgende bedragen:

  • Bruto: de korting wordt berekend over het brutobedrag.
  • Netto: de korting wordt berekend over het nettobedrag. Het nettobedrag wordt berekend op basis van het brutobedrag min de kortingen op vorige niveaus.
Kortingspercentage

Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs.

Kortingsbedrag

De korting die u aan een relatie geeft, berekend per eenheid en uitgedrukt in een waarde. Bijvoorbeeld 3 euro.

Service
Service
Adres locatie

Het adres van de locatie waar de service wordt verricht.

Taak

De taak waarnaar de factuur verwijst.

Garantieclaim

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, neemt LN het vorderingsnummer mee in de factuurgegevens, samen met de andere serviceordergegevens.

Het bedrag van de kostprijs van verkopen voor de serviceorder wordt naar Fin. administratie geboekt.

Vordering

Het vorderingsnummer. De default waarde wordt opgehaald uit Service

Referentieactiviteit

De kleinste eenheid van werk die voor de uitvoering van onderhoud nodig is.

Hoofdrouting

Een reeks bewerkingen die kan worden uitgevoerd. De referentieactiviteiten op basis waarvan bewerkingen aan een hoofdrouting worden toegevoegd, moeten dezelfde kenmerken hebben, zoals artikel, functioneel element en serviceafdeling.

Voorbeeld

Alle inspecties, tests, reinigingsactiviteiten, assemblageactiviteiten, demontageactiviteiten en reparatieactiviteiten die u op een machine kunt uitvoeren.

Routingoptie

Een subset van de hoofdrouting. Een vooraf gedefinieerde reeks bewerkingen die kan worden uitgevoerd. Elke bewerking wordt door een uniek volgnummer aangegeven.

Afdrukken op factuur

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de installatiegroep op de factuur afgedrukt.

BTW op basis van

Bij Service bevat dit veld het type levering waarop de factuur van toepassing is.

Artikelidentificatie
Artikel

Als de factuur betrekking heeft op een seriedragend artikel, is dit de artikelcode.

Serienummer

Als de factuur betrekking heeft op een seriedragend artikel, is dit het serienummer.

Installatiegroep

De installatiegroep waarop de factuur betrekking heeft.

Gereedschapsnummer

Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) is uniek en vormt een unieke gereedschapscode in LN.

Kosten
Kosten

De kosten (bedrag).

Offertekosten

Kosten die zijn gemaakt voor een offerte.

Verwachte kosten (bedrag)

Het bedrag van de verwachte kosten, uitgedrukt in de factuurvaluta.

NB

Dit veld wordt gebruikt om kosten door te boeken naar Fin. administratie.

Verwachte kosten (bedrag)

Het bedrag van de verwachte kosten, uitgedrukt in de eigen valuta.

Reiskosten
Reistijd

De op tijd gebaseerde kosten die gemoeid zijn met reizen van een service-center naar een locatie.

NB

Het veld wordt samen met de andere serviceordergegevens opgenomen in de factuurgegevens als aan de volgende condities wordt voldaan:

  • In de sessie Facturen (cisli3105m000) staat Serviceordersoort op Serviceorder of Servicecall.
  • Het selectievakje Reistotaalregel voor afstand en tijd in de sessie Parameters serviceorderbeheer (tssoc0100m000) is ingeschakeld.
Reisafstand

De op afstand gebaseerde kosten die gemoeid zijn met reizen van een service-center naar een locatie.

NB

Het veld wordt samen met de andere serviceordergegevens opgenomen in de factuurgegevens als aan de volgende condities wordt voldaan:

  • In de sessie Facturen (cisli3105m000) staat Serviceordersoort op Serviceorder of Servicecall.
  • Het selectievakje Reistotaalregel voor afstand en tijd in de sessie Parameters serviceorderbeheer (tssoc0100m000) is ingeschakeld.
Servicecontract
Begindatum termijn

De begindatum van de termijn.

Einddatum termijn

De einddatum en -tijd van de termijn.

Kortingspercentage

Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs.

Omrekeningsfactor
Omrekeningsfactor prijseenheid

De factor die wordt gebruikt om de prijseenheid om te rekenen.

Omrekeningsfactor prijseenheid

De factor die wordt gebruikt om de hoeveelheid in ordereenheden om te rekenen in de hoeveelheid in voorraadeenheden.

Transport
Transport
Referentie originele order

Een informatief veld waarop bijvoorbeeld verwezen kan worden naar:

  • De persoon of afdeling met de autorisatie om een bepaalde taak uit te voeren.
  • De contactpersoon van de relatie.
  • Het nummer van de oorspronkelijke factuur
Debet-/creditnota's
Debet-/creditnota's
Type document

De mutatiesoort van de originele factuur.

Belastingland

Het land waarin de belasting moet worden betaald of gerapporteerd. Het belastingland kan een ander land zijn dan het land waar de goederen worden afgegeven of geleverd.

Belastingcode

Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.

Belastingland relatie

Het belastingland van de relatie.

Belastingbedrag

Het belastingbedrag, uitgedrukt in de factuurvaluta.

De valuta waarin het factuurbedrag wordt uitgedrukt.

Belastingbedrag in eigen valuta

Het belastingbedrag van de factuurregel, uitgedrukt in de eigen valuta.

Originele factuur
Mutatiesoort originele factuur

Het mutatiesoortgedeelte van het documentnummer van de originele factuur.

Originele factuur

Het serienummer van het documentnummer van de originele factuur.

Origineel schemanr.

Het oorspronkelijke schemanummer.

Overmaking
Code overmaking

Een door de gebruiker gedefinieerde omschrijving gebaseerd op een mutatie en het bijbehorende type. Redencodes worden gebruikt bij het selecteren van gegevens voor overzichten en rapportage.

Serienummer

Het volgnummer van de overmakingsspecificatie.

Kredietanalist

De medewerker die verantwoordelijk is voor het beheren en bewaken van het krediet dat u geeft aan een factureren-aan relatie.

Bonus
Bedragen
Grondslag

Het verkooporderbedrag waarop de bonus is gebaseerd.

Vast bedrag

Als de bonus bestaat uit een vast bedrag, is dit het bonusbedrag.

Percentage
Bonuspercentage

Het percentage dat moet worden betaald aan een verkopen-aan relatie als een soort korting voor het afsluiten van een verkooporder.

Groeipercentage

Als de bonus een groeipercentage bevat, is dit het groeipercentage.

Teksten
Koptekst

Omschrijvende tekst of opmerkingen die zijn gekoppeld aan de kopregel.

Extra koptekst

Extra tekst die aan de kopregel is gekoppeld.

Regeltekst

Tekst die aan de factuurregel is gekoppeld.

Detailtekst

Detailtekst die aan de factuurregel is gekoppeld.

Artikeltekst

Oplossingstekst

Tekst die aan een oplossing is gekoppeld.

Voettekst

Omschrijvende tekst of opmerkingen die zijn gekoppeld aan de voetregel.

Initial Hidden
Segmenten

De dimensies die worden gebruikt voor segmentrapportage.

Orderhoeveelheid

De totale orderhoeveelheid.

Leveringseenheid

De eenheid waarin de hoeveelheid wordt uitgedrukt.

Orderhoeveelheid

De totale orderhoeveelheid.

Gewicht

Het gewicht van de lading die op de leveringsnota staat vermeld. De waarde op dit veld wordt alleen ingevuld als er een leveringsnota aanwezig is.

Gewicht

De eenheid van het gewicht van de lading die op de leveringsnota staat vermeld. In andere gevallen is dit de eenheid van het gewicht van de zending.

Regelnummer originele factuur

De regel van de oorspronkelijke factuur.

Bedrijf overmakingsspecificatie

Het bedrijf dat wordt gebruikt voor het verwerken en boeken van de overmakingsspecificaties.

Project

De projectcode.

Ordernummer klant

Het nummer dat door de verkopen-aan relatie is toegekend aan de order of het contract (bijvoorbeeld het nummer van het inkoopcontract van de verkopen-aan relatie). Het klantordernummer kan worden gebruikt om een verkoopcontractregel te identificeren.

Extra veld

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Belastingbedrag

Het belastingbedrag van de factuurregel, uitgedrukt in de factuurvaluta.

Belastbaar bedrag in belastingvaluta

De som van het belastbare bedrag in de valuta voor belastingrapportage.

De code van de valuta.

Belastingbedrag in belastingvaluta

De som van het belastingbedrag dat is berekend in de valuta voor belastingrapportage.

Bedrag belasting verlegd in belastingvaluta

De som van het verlegde belastingbedrag dat is berekend in de valuta voor belastingrapportage.

Belastbaar bedrag in belastingvaluta rapporteren

De som van het te rapporteren belastbare bedrag dat is berekend in de valuta voor de belastingrapportage.

Belastingbedrag in belastingvaluta rapporteren

De som van het te rapporteren belastingbedrag dat is berekend in de valuta voor de belastingrapportage.